Jij schreef onlangs een stuk voor de Volkskrant, waarin je je hardop ergerde aan de laatste cijfers over vrouwenemancipatie. Wat is het probleem?
“Er zijn allerlei indexen en monitors die bijhouden hoe Nederland ervoor staat, van de tweejaarlijkse emancipatiemonitor van het CBS en het SCP tot de Dutch Female Board Index. De laatste cijfers werden in allerlei media met veel enthousiasme onthaald. Terwijl uit dezelfde cijfers blijkt dat er in Nederlandse raden van bestuur meer mensen zijn die Peter heten, dan dat er vrouwen zijn. Laat dat even een paar seconden op je inwerken. Aan de Erasmus Universiteit vertelt de voorzitter van het College van Bestuur vervolgens trots dat 20 procent van de hoogleraren vrouw is. Eén vijfde. Dat zijn gênante cijfers. Op zo’n moment denk ik: we leven nog steeds in de jaren vijftig.”
Je maakt je in het artikel ook kwaad over de term ‘deeltijdprinsesjes’. Waarom?
“Het laat zien dat vrouwen in Nederland permanent geproblematiseerd worden. Als je voltijds werkt, ben je een slechte moeder. Als je voltijds moeder bent, kan je aangewreven worden dat je een schande bent voor ons onderwijssysteem – want je hebt waarschijnlijk wel op kosten van de staat een dure opleiding kunnen volgen. Hieraan zie je dat vrouwen het monopolie krijgen op emancipatie. Zíj́ zijn het die niet aan de norm voldoen, en daar moeten ze zich constant voor verantwoorden. Mannen hebben dispensatie van emancipatie. Er is nog nooit een minister bevraagd of het al opschiet met de emancipatie van de man. Dat toont een diepgeworteld seksisme aan, een masculien model dat vrij stevig verankerd is allerlei wet- en regelgeving. Het is het patriarchaat in optima forma. Ik zie het als mijn taak als bestuurssocioloog om dat te ontvouwen.”
Hoe is het bij de bestuurssocioloog thuis geregeld?
“O ja, je wordt natuurlijk altijd naar je persoonlijke situatie gevraagd bij dit thema. Mijn vriendin en ik werken beide fulltime en we hebben geen kinderen.”
Vanwaar dan de fascinatie met dit thema?
“Waarom niet? Daarnaast zien we in toenemende mate hoe een collectief vraagstuk op de schouders van het individu geladen wordt. Dat is allesbehalve vanzelfsprekend.”

Nederland een patriarchale samenleving: dat idee hebben we niet bepaald met z’n allen toch?
“Nee. We wentelen onszelf graag in een discours van progressiviteit en egalitarisme. Alleen strookt dat totaal niet met hoe we onze samenleving inrichten. We praten altijd verheven over de emancipatie van de vrouw, maar het gebruik van de term alleen al veronderstelt een fundamentele ongelijkheid en afhankelijkheid ten opzichte van de man. Het woord emancipatie komt uit het Romeins recht. De mancipatio, of specifieker: de emancipatio, is ontleend aan een transformatieritueel waarbij eigendom vanuit de vader overgedragen werd. De geëmancipeerde was slechts een passief ontvangende partij, een derivaat. Die etymologische oorsprong klinkt door in hoe we er nu over denken. Emancipatie veronderstelt nog altijd afhankelijkheid en een achtergestelde positie.”
Wat is het alternatieve frame dat jij ernaast zou willen plaatsen?
“Denken via emancipatie houdt bestaande afhankelijkheden in stand. Net zoals een term als integratie – Willem Schinkel heeft dat mooi beschreven – dat doet. Sinds de jaren zeventig voeren we nationaal beleid om vrouwen te emanciperen. Steeds maar weer tuigen we die mannelijke hoepel op, om vrouwen erdoorheen te laten springen. En vervolgens te zeggen: dit is nog niet goed genoeg. Zonder ons af te vragen welke norm we hiermee in stand houden. We moeten onszelf de vraag stellen: hoe kunnen we arbeid en zorg in dit land radicaal gelijkwaardiger organiseren?”
Sinds 1 juli 2020 hebben vaders recht op vijf weken verlof. Zijn we op de goede weg?
“De manier waarop de zorg voor het gezin verdeeld wordt, is ongelijk vanaf de geboorte van het eerste kind. Partners kregen, tot afgelopen jaar, twee dagen verlof. Waarna ze weer fluitend terugkeren op de werkvloer, alsof er niets gebeurd was. Progressieve leden van deze samenleving zijn nu heel trots dat die twee dagen zijn opgerekt tot een paar weken. Waarbij maar 70 procent van het loon wordt doorbetaald. Dat is dus wetgeving voor de happy few die het zich toch al konden permitteren. Bovendien staat dat nog steeds in geen verhouding tot de zestien weken die vrouwen weg zijn. De consequentie is dat een werkgever denkt: ik kies toch maar voor die inflexibele man, want die vrouw ben ik straks vier maanden kwijt.”
Kinderopvang dan. Gratis voor iedereen?
“Dit is voor mij echt een no brainer, de makkelijkste manier om de verdeling tussen mannen en vrouwen glad te trekken. Dat hier een groot schandaal over is in Den Haag, komt omdat je bijna een academische graad in de wiskunde moet hebben om te snappen hoe je aanspraak maakt op kinderopvangtoeslag en hoe hoog die toeslag is. Het is toch niet langer met droge ogen aan te zien dat we dit in Nederland nog niet goed geregeld hebben?”
Simpel dus: gratis kinderopvang voor iedereen en een riante, verplichte ouderschapsverlofregeling?
“Ja. Je ziet in alle landen om ons heen dat dat de eerste stappen zijn om te komen tot een gelijkwaardigere problematisering van elkaars aandeel. De eerste stappen, want daar stopt het niet. Het probleem is alleen dat we in Nederland sinds de jaren zeventig van Den Uyl één heilig principe hebben: vrije keuze. Daarom besteden we dit soort afwegingen uit aan de keukentafel. Daar moeten man en vrouw maar uitvechten hoe ze de taken verdelen. We zien alleen dat die keuze geen keuze is want dusdanig voorgeprogrammeerd dat hij in negen van de tien keer negatief uitvalt voor de vrouw. Dan kun je niet meer spreken van een vrije keuze, maar heb je het over een structurele disbalans waar je structureel werk van moet maken. Er zijn, naast vaderschapsverlof en gratis kinderopvang, legio onderzoeken uit landen om ons heen waaruit blijkt wat werkt. Hoe je mannen kunt dwingen om verplicht verlof op te nemen bijvoorbeeld.”

Sander Schimmelpenninck reageerde fel op jouw artikel. In zijn podcast opperde hij nog een andere oplossing: een vrouw die een dure, publiek betaalde opleiding geniet en daarna parttime of niet gaat werken, straffen.
“En het idee is dan?”
Een incentive inbouwen waarmee je voorkomt dat vrouwen zich onttrekken aan het werkende leven.
“Weet je, het probleem met dat soort retoriek is dat je – door vrouwen de schuld te geven – doet alsof hier sprake is van een vrije keuze. Met dit soort logica ben je bij uitstek een vertegenwoordiger van het patriarchaat. En dit is niet het enige voorbeeld hoor. Zelfs een progressieve partij als GroenLinks zie je volledig meegaan in het frame van de VVD: het opjagen van vrouwen op de arbeidsmarkt. Wat we in Nederland op dit thema progressief noemen, is in feite oerconservatief. En dat blijft zo, tot er in Den Haag andere kaders gegeven worden of breed maatschappelijke onvrede ontstaat.
“Ik zou inzetten op het creëren van incentives waarmee je laat zien dat je radicale gelijkwaardigheid voorstaat. Dan gaan mensen ineens, pats boem, andere keuzes maken. Dan komen werkgevers ineens met allerlei ingrepen om de zwangerschap te faciliteren, om verlof op te nemen. Tot die tijd kun je weinig verwachten van individuele keuzes, of het nou aan de keukentafel is of in de board room.
“Ik vind het overigens wel opmerkelijk dat je in Nederland eerst langs Sander Schimmelpenninck moet als je je uitspreekt over emancipatie. Dat zegt wel iets over het intellectuele klimaat rond dit thema.”
Hoe verklaar je dat Nederland zo conservatief is op dit vlak?
“Werkgevers hebben in Nederland een ongekend grote invloed op beleid. In de neoliberale polder draait alles om economische groei: de inzetbaarheid van personeel en het beperken van inflexibiliteit en verlofkosten. Zolang dat een belangrijk leidmotief is, ga je vrij weinig progressief beleid kunnen voeren op dit vraagstuk. Daarnaast hebben we een broertje dood aan de overheid die ons vertelt wat we moeten doen. Het is het zelfbeeld van die vijftien miljoen mensen: lekker eigenzinnig en recalcitrant met z’n allen. Maar dat zit ons in de weg bij het nadenken over hoe ons leven feitelijk bepaald wordt door structurele ingrepen. In dit land wil men niet meer horen over sociale structuren en collectieven, want dat riekt naar oude verhalen over staat, vakbond en kerk. En ‘dat hebben we toch allemaal van ons afgeschud in de jaren zestig?’ Toch bepalen die grotere structuren in grote mate ons zogenaamd individuele en autonome leven.”
Is de coronacrisis een kantelpunt? Of gaan we straks weer vol op het orgel van het hyperindividualisme?
“Ik vrees dat laatste. Afgelopen jaar hebben we gezien we hoe alles in ons leven de individuele keuze overstijgt: gezondheid, welzijn, geluk, veiligheid. Maar als het land weer opengaat, zijn we – vrees ik – niet meer te houden. Weg van alles wat met die lockdown te maken heeft. Sterker nog: het zou goed kunnen dat collectieve organisatie, dwang en ingrijpen door de staat dan juist geassocieerd gaan worden met een tijd waarnaar we niet meer terug willen.”
Tot zover het optimisme.
“Waar ik optimistisch van word is dat er – ondanks al deze conservatieve krachten om ons heen – toch geluiden zijn die opstaan die zeggen, dit kan nu niet langer. Dat is niet alleen in Den Haag. Dat is bij…”
…Volvo bijvoorbeeld.
“Ja, of bij organisaties als Unilever net zo. Organisaties waarvan je het misschien niet verwacht. Maar ze zien daar dat werknemers beter ondersteund moeten worden dan waar de overheid in voorziet. Dus het trekt hopelijk bij. Maar we sukkelen als Nederland in Europa wel achteraan, dat is de koude realiteit.”
Mark van Ostaijen is als bestuurssocioloog verbonden aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences. Hij promoveerde op een proefschrift naar migratie en mobiliteit in Europa en is auteur van Wij zijn ons. Een kleine sociologie van grote denkers (Boom, 2020). Vanuit zijn vakgebied mengt hij zich regelmatig in het publieke debat. Over dit onderwerp schreef hij een fel betoog in de Volkskrant: Voltijd werkende mannen houden de ongelijke positie van vrouwen op de arbeidsmarkt in stand.
Goed stuk; relevant, confronterend en eye-openend. Als ik dit lees, vraag ik mezelf af wat ík kan doen om uit deze structuur van traditionele maatschappelijke te stappen.
Mijn intentie: scherp en bewust zijn op mijn gedachten, gevoelens en overtuigingen die gaan over de man-vrouw-verhouding. In mijn relatie, mijn gezin, mijn werk, mijn gesprekken, in alles.
Alle verandering begint met bewustzijn. Laat ik bij mezelf beginnen en anderen aanmoedigen, inspireren en helpen met mildheid. Want het zijn hardnekkige patronen die veel van ons (mannen en vrouwen) mee hebben gekregen. Daar mogen we stap voor stap naar kijken en onszelf waarderen voor de moed die dat vraagt.
Dankjewel Geert voor dit mooie stuk.
Gelijk (volledig betaald) verlof na de bevalling is een goed begin. Gratis kinderopvang kan inderdaad ook veel helpen, aangezien mensen nu vaak het gevoel hebben te werken voor de opvangkosten. En goede voorlichting, het is vaak (belastingtechnisch) voordeliger om als partners beide 32 uur te werken i.p.v. eentje 40 en de ander (meestal de vrouw) 24.
Een punt wat zelden genoemd wordt maar ook invloed heeft is dat nog steeds ervan wordt uitgegaan in Nederland dat drie dagen kinderopvang normaal is.
ik, vrouw, heb bijna mijn hele leven voltijds gewerkt, en heb twee kinderen. Toen de oudste werd geboren was er nog geen kinderopvang. Ik heb toen iemand in dienst genomen en na drie jaar werd dat parttime, naast drie dagen kinderopvang. Van de opmerkingen dat voltijds werken te veel is heb ik daardoor nooit last gekregen. Mijn oudste zoon heeft gemerkt dat het in Engeland andersom is. Toen hij zijn dochter drie dagen naar de opvang liet gaan zeiden ze dat vijf dagen normaal is.
Persoonlijk ben ik als vrouw nog nooit benadeeld op de banenmarkt. Waarom er zo weinig vrouwen op de universiteit werken? Geen idee. Ook totaal niet relevant lijkt mij. Waarom zou je jezelf druk maken om statistieken. Een gezonde focus op je eigen loopbaan is de enige remedie voor het ‘o zo enge ‘patriarchaat’. Uiten van ophef en ontsteltenis heeft mensen nog nooit dichter bij elkaar gebracht.
Hoi Sanne, de redenen voor dit verschil zijn wel relevant. Kijk er eens naar (belangrijkste: altijd beschikbaar zijn voor werk) en de cijfers van vrouwen in de wetenschap op https://atria.nl/nieuws-publicaties/meer-vrouwen-in-wetenschap/
We moeten vooral niet kortzichtig zijn.Dus nog even verder denken over de context der dingen.
Dank je wel voor dit stuk. Eindelijk een man die inziet waar het werkelijk om gaat. Ik ben op erasmus afgestudeerd sociologisch macro economie. Ik heb altijd full time gewerkt. Ben ondernemer van 2 bedrijven. Mijn moeder ook ondernemer liep hier altijd tegenaan. Ik ben nu 60 en nog steeds vertellen mannen mij elke dag dat het aan de vrouwen ligt. Femke Halsema zei ooit…. emancipatie de bal ligt bij de mannen. Ik ben je dankbaar dat je het oppakt. Ik ben verdrietig dat cele generaties vrouwen gemarginaliseerd worden. Ineens kijken we voor bestuurdunctie naar vrouwen van 30 en 40. Mannen gaan door tot 70 of ouder. Helaas worden die generaties vrouwen weer genegeerd met het excuus dat ze er niet zijn ????
Wat ik jammer vind in deze redenering , is dat de kosten van deze emancipatie hier gedragen moeten worden door anderen personen dan waar het voordeel zit. Dus extra kosten voor 5 weken vadershapsverlof, gratis kinderopvang etc. Dit zijn kosten die dus ook op de schouders komen van alleenstaanden en/of stellen die bewust kiezen voor geen kinderen. Mijn stelling is, neem zelf verantwoordelijkheid en investeer in je eigen toekomst en maak van je persoonlijk probleem geen maatschappelijk probleem.
Reageren niet meer mogelijk.