Criminoloog Abdessamad Bouabid (36) groeide op in een traditioneel Marokkaans gezin in Utrecht. Binnenshuis ervoer hij het Marokkaan-zijn als positief, maar op straat of televisie zag hij de keerzijde van zijn dubbele nationaliteit. “Marokkanen in Nederland worden geassocieerd met criminaliteit, overlast en radicalisering. Als ik een supermarkt binnenkom kan het zijn dat de beveiliging vier keer in hetzelfde gangpad staat als ik. Dat roept vragen op.” Vragen waar hij in zijn tienerjaren zelf mee rondliep en waarvan hij de antwoorden uiteindelijk in de criminologie vond.
Abdessamad Bouabid is universitair docent aan de Erasmus School of Law. Hij doet onderzoek naar het stigma van Marokkanen in Nederland en de impact daarvan op Marokkanen zelf. Daarnaast geeft hij onderwijs aan criminologiestudenten. Zijn proefschrift werd uitgegeven in de vorm van een boek: De Marokkanenpaniek.
Na twee mislukte hbo-studies besloot Bouabid iets te gaan studeren wat hem daadwerkelijk interesseerde. Zonder toekomstplan. Op internet kwam hij bij Psychologie uit, waarvoor hij een wiskundetoets moest afleggen om toegelaten te worden. “Ik kreeg voorbeeldsommen toegestuurd en dacht: shit, dit is gewoon wiskunde. Laat dan maar zitten.” Toen hij daarna over Criminologie las wist hij meteen: dit is het. Het verplichte SPSS-vak haalde hij met hakken over de sloot.
Nieuw is eng
Tijdens zijn studie begon Bouabid criminologische literatuur te lezen. Het boek Folk Devils and Moral Panics van Stanley Cohen maakte indruk. Cohen beschrijft de jaren zestig in Engeland waarin de Britse cultuur van deftigheid, preutsheid en orde werd geconfronteerd met een nieuwe jongerencultuur. De Britse volwassenen moesten niets hebben van de jongens met lange haren en een vrije seksuele moraal. Elke kleine ruzie tussen de bevolkingsgroepen werd door de media groot gemaakt. Ook de politiek bemoeide zich met het kleinste voorval om duidelijk te maken dat losbandigheid, rebellie en hedonisme niet bij Engeland pasten. De overreactie van de Britten kwam volgens Cohen voort uit bezorgdheid om de eigen cultuur te verliezen.
Bouabid las het boek per toeval op het moment dat hij zocht naar een scriptieonderwerp, en vroeg zich af of de reactie van de Britse volwassenen vergelijkbaar is met de reacties op moslims en Marokkanen in Nederland. “Als een Marokkaan iets crimineels doet, schrijft de krant ook op wat andere Marokkanen een jaar eerder voor criminaliteit hebben gepleegd. Alles wordt op een hoop gegooid, om te laten zien hoe groot het probleem van Marokkanen in Nederland is.” Bouabid wilde de negatieve reacties op moslims en Marokkanen begrijpen, en zo werd het boek Folk Devils and Moral Panics het uitgangspunt van zijn scriptie over de maatschappelijke reacties op moslims in Nederland.
Bewust van het imago
En daar bleef het niet bij. Hij kreeg een negen voor zijn scriptie en zijn begeleider vroeg of hij wilde promoveren. “Ik wist niet eens wat promoveren was.” Maar Bouabid was snel overtuigd en regelde financiering van twee ton. “Op de dag dat bekend werd dat ik gefinancierd onderzoek ging doen naar het stigma van Marokkanen in Nederland doken de media erop. Theodor Holman suggereerde in een column in Het Parool dat twee ton voor een onderzoek naar het imago van Marokkanen weggegooid geld zou zijn.
Belangrijkste motivatie: “Interesse in de sociale werkelijkheid, vandaar dat ik alleen non-fictie lees.”
Aantal boeken per jaar: 20
Favoriete genre: Criminologische literatuur
Laatst gelezen boek: Jonathan Ilan, 2015, Understanding Street Culture: Poverty, Crime, Youth and Cool
Welke impact heeft de negatieve beeldvorming op Marokkanen zelf? Het was een vraag waar Bouabid als jongen al mee rondliep. Met zijn proefschrift kon hij er een wetenschappelijk antwoord op formuleren. Een ding is zeker: Marokkanen zijn zich bewust van het slechte imago dat ze hebben. Daarom rent de een niet naar een bijna vertrekkende trein en knoopt de ander elke dag een gesprek aan met winkelpersoneel, om zich zo onverdacht mogelijk te gedragen. Bouabid draagt sinds een jaar een baard. “Dat houdt me constant bezig. Wordt er nu echt meer op mij gelet dan toen ik geen baard had of denk ik dat alleen maar?”
EM zoekt een motto en jij mag ’t bedenken!
Ieder zichzelf respecterende organisatie vindt zichzelf elke paar jaar weer opnieuw uit.…