
Voor de Mexicaanse Ana Paula Villareal (22) (Communicatie & Media) was de pandemie vanaf het eerste moment ‘een rollercoaster’. “Van de ene op de andere dag vlogen al mijn internationale vrienden ineens terug naar hun familie,” vertelt ze. “Omdat ik fulltime werk in Nederland, besloot ik hier te blijven. Gelukkig had ik mijn vriend nog, ik weet niet wat ik zonder hem gedaan zou hebben. Zes maanden lang was hij de enige persoon die ik zag. We woonden samen in een studio van 26 vierkante meters, dat was niet altijd makkelijk.”
“Zodra de lessen weer begonnen in september, merkte ik pas echt hoe zwaar de situatie op mijn mentale gezondheid drukte. Ik was de enige Mexicaanse student in mijn minor en in tegenstelling tot mijn Nederlandse klasgenoten, had ik maandenlang vrijwel niemand gezien. Toen mijn klasgenoten vroegen of alles oké met me was, begon ik me dat zelf ook af te vragen. Op een bepaald moment begonnen mijn haren zelfs uit te vallen van de stress. Gelukkig had ik een aantal hobby’s die me erdoorheen hebben geholpen, zoals koken, kijken naar tv-series als Modern Family en spelen met de Nintendo Switch die ik heb gekocht.”
Afgesloten van de wereld
Hannah Mosmans (21) is bezig met haar meester-doctorandus (Rechten en Economie). “Van maart tot augustus ging het nog wel,” zegt ze. “Toen dacht ik nog dat ik in september weer gewoon naar de uni zou kunnen. In september werd het zwaarder. Je bent toch voorzichtig met afspreken en daardoor voel je je best afgesloten van de wereld. Via Zoom en Teams kun je met iedereen praten, maar zodra je je laptop dichtklapt ben je weer alleen. Door de eenzaamheid ga je nadenken over alles. Ik vroeg me af of ik beter had kunnen studeren toen er geen corona was, of ik dan betere baankansen had gehad en meer bedrijven had kunnen ontmoeten. Ik slaap al maandenlang slecht, omdat ik ’s nachts maar blijf malen. ’s Ochtends word ik dan moe wakker, waardoor de dag weer slecht begint. Het is een vicieuze cirkel.”
“Wat mij erdoorheen helpt, is het zorgen voor een routine. Het zijn de simpele dingen: elke dag rond hetzelfde tijdstip opstaan, goed ontbijten en ’s middags een uurtje lopen. Verder is het ook belangrijk om jezelf in de gaten te houden en erover te praten als het minder gaat, maar dat is ook iets dat ik zelf moeilijk vind. Ik denk erover om met een psycholoog te gaan praten. Dat vind ik makkelijker dan tegen mensen die dichtbij me staan.”

Tegenstrijdig
Tessa (22) volgt een dubbele bachelor in Geschiedenis en Filosofie. Ook zij geeft aan dat de huidige lockdown zwaarder valt dan die in maart, vanwege de uitzichtloosheid. “’Eenzaam’ is het woord dat de afgelopen periode voor mij het beste beschrijft. Doordat mijn studie nu vanuit huis plaatsvindt, vind ik het lastig om mezelf te motiveren. Ik merk dat ik snel afgeleid raak. Vroeger ging ik op zo’n moment in de bibliotheek of Starbucks zitten, dat kan nu ook niet meer.”
“Het is moeilijk om te zeggen of de maatregelen nog in verhouding zijn. Het probleem met deze maatregelen is dat je in feite het ene mensenleven opoffert voor het andere, want door de maatregelen hebben steeds meer jongeren zelfmoordgedachtes en worden noodzakelijke operaties uitgesteld. Wat ik ook lastig vind, is dat het beleid steeds moeilijker uit te leggen is. Iedereen ziet dat de coronacijfers naar beneden gaan en in plaats van dat de maatregelen versoepeld worden, worden ze juist aangescherpt. Het voelt gewoon alsof het niet klopt. Hetzelfde geldt voor de avondklok: de ene dag zeggen experts als Gommers dat de avondklok niet nodig is en de volgende dag wordt het alsnog ingevoerd. Ik zie ook dat mensen om me heen op zoek gaan naar antwoorden in alternatieve theorieeën. Ik denk dat het goed is als mensen niet klakkeloos volgen wat in de media gezegd wordt, maar voor sommigen neemt het al hun tijd in beslag.”
