In de Smitse is opgericht in de jaren zeventig. Wat begon als een RSM-bar is nu gegroeid tot de iconische campuskroeg. “Iedere campusgemeenschap, van Rotterdam tot Tilburg, kent In de Smitse”, vertelt bestuursvoorzitter Sem Sint Nicolaas trots. De kroeg is de grootste Hertog Jan-afnemer ter wereld en verkoopt in een goed jaar 1050 hectoliters bier. Ze leveren daarnaast alcohol voor evenementen, zowel binnen als buiten de universiteit. “De Eurekaweek, muziekfestivals, noem maar op. Waar bier is, daar zijn wij.” Momenteel wordt de kroeg gerund door vijf bestuursleden met 25 tappers.
IJzeren logo
Jaap de Smit wordt om drie uur ’s middags door vier bestuursleden ontvangen bij In de Smitse. Zijn rode RSM-trui draagt hij onder zijn donkerblauwe jas. Naast hem staan zijn vrouw Loes en RSM-alumnus en bedrijfshistoricus Ronald van der Heijden, de organisator van de ontmoeting. Speciaal voor deze gelegenheid heeft het bestuur het ijzeren logo, oftewel het eerste naambord van de kroeg, voor de bar laten plaatsen, tussen twee barkrukken.
“Het hoort aan die muur”, wijst Sint Nicolaas naar de gele wand achterin de kroeg. Daarop hangen oude zwart-witfoto’s en memorabilia. “We letten altijd heel goed op dit ijzeren logo, want dit is natuurlijk precies het soort spullen dat studenten graag jatten”, zegt Sint Nicolaas half grappend. Het logo is door ‘niet-technische studenten’ gemaakt in Delft tijdens het vak werkplaatstechniek, vertelt De Smit, ‘ergens in de jaren zeventig’. “Er zat een foutje in het logo.” Hij bukt en raakt het bord aan bij de letter ‘t’. “Hier, als je hier goed bekijkt, zie je wel dat er eerst een ‘d’ stond in plaats van een ‘t’.”
Stiekem een kroeg laten bouwen
Met zijn 77 jaar is De Smit nog altijd een enthousiaste verteller. “Toen we in Kralingen begonnen met de opleiding, hadden we café Stobbe om de hoek. Maar we verhuisden naar de Technische Universiteit (TU) Delft en daar was er helemaal niets.” Destijds werkte hij als directeur van de Stichting Bedrijfskunde, zoals de RSM toen heette. In hun nieuwe onderkomen misten studenten en medewerkers een gemeenschappelijke ruimte om bij elkaar te komen. Dat werd een kroeg, in een oud gebouw. “Maar het was verschrikkelijk, de airco creëerde geluidsbruggen tussen de ruimtes en elk koelapparaat had een gat in de muur.”
Rond 1975 liet De Smit een collegezaal bouwen, zogenaamd om experimenten uit te voeren. Hij vroeg de bouwers om de zaal bruin op te leveren. Een watertoevoer, -afvoer en elektriciteit stonden ook op de wensenlijst, maar zijn aanvraag werd niet geaccordeerd door de facilitaire dienst van de TU Delft. “Dus lieten we die maar stiekem installeren”, lacht De Smit. De officiële naam van de ruimte, Collegezaal 9, werd een codenaam onder RSM-studenten. Niet lang daarna kreeg de kroeg een sponsor en werd ze vernoemd naar De Smit. Toen de opleiding weer terugkeerde naar Rotterdam, ging het café ook mee. Wat vindt De Smit ervan dat ‘zijn kroeg’ nu in het Hattagebouw onder de studentenhuisvesting te vinden is? “Kunnen studenten nu op de campus wonen? Nou, het lijkt Amerika wel.”
Vijftigste jubileum RSM
Het informele bezoek van De Smit is ter ere van het jubileum van de RSM. Bedrijfshistoricus Ronald van der Heijden is de man achter het bezoek en het jubileumproject. Voor de vijftigste verjaardag van de RSM heeft hij zich in de geschiedenis van zijn eigen faculteit verdiept. Zijn onderzoek heeft hij verbeeld tot onder andere video’s en een verhalenbundel op een jubileumwebsite. “Sinds het begin van dit project heb nauw ik contact met Jaap. Toen ik vertelde dat het project af was, reageerde hij enthousiast en wilde hij het resultaat graag zien”, vertelt Van der Heijden. “Dus ik dacht, laten we er een mooi moment van maken.”
Vanuit In de Smitse loopt het gezelschap naar het Mandevillegebouw om het werk van Van der Heijden te bewonderen. Als onderdeel van het project hangt op de derde verdieping van het gebouw een tijdlijn van de faculteit. Hier werd een selectie gemaakt van de geschiedenis van de RSM. Gedigitaliseerde foto’s en krantartikelen vanaf 1970 tot heden worden tentoongesteld op een negen meter lang LED-paneel.
“Hee, hier kun je het raam van mijn kantoor zien”, roept De Smit wanneer hij de foto van het eerste pand in Kralingen ziet. “Ik had de mooiste werkkamer met een robuust bureau van twee bij een meter. Een collega wilde graag mijn werkkamer overnemen, maar niemand kon mijn bureau verplaatsen, dus ik bleef lekker daar zitten totdat we naar Delft verhuisden”, vertelt De Smit met plezier in zijn ogen.
Voorvechter van internationalisering
Vooral de aandenkens aan de jaren zeventig trekken de aandacht van De Smit. “Ik herinner me deze kleuterklas nog.” Hij wijst naar een panoramafoto van een college. De opleiding kampte in het tweede jaar met ruimtegebrek en maakte daarom gebruik van een kleine basisschool op de Oude Dijk.
Al aan het begin van zijn carrière was De Smit een voorvechter van internationalisering. Hij legde de basis voor uitwisselingsprogramma’s en vond dat colleges in het Engels moesten worden gegeven. Trots: “Ik had eens 47 nationaliteiten in een groep van veertig studenten.” Diversiteit en inclusie zijn leuk en aardig, maar zijn visie is pragmatischer: internationale ervaringen en andere culturen in huis hebben, werkt goed in het bedrijfsleven. “Stel dat je zaken doet met een Duitser. Wie krijgt een betere deal, denk je, iemand die vloeiend Duits spreekt of iemand die helemaal niets van de Duitse cultuur afweet?”
Hij is wel trots dat ‘zijn schooltje’ nu uitgegroeid is tot een ‘belangrijke internationale speler’, maar aan de andere kant is de opleiding volgens hem te groot geworden. “Toen we van Delft naar Rotterdam verhuisden, hadden we vijfhonderd studenten. Dat vond ik al te veel”, vertelt hij. “Massale opleiding gaat ten koste van de kwaliteit. Je moet niet meer dan tachtig studenten hebben in een college. Met een groter aantal verstoor je de groepsdynamiek.”
Na het bekijken van de tijdlijn gingen ze terug naar In de Smitse om de middag af te sluiten. Aan de bar vraagt De Smit of hij een Leffe Blond, zijn favoriete bier, kan krijgen (‘Natuurlijk’). Hij lijkt vermoeid te raken, maar met een glas bier in zijn hand haalt De Smit nog even herinneringen op. Zijn zachte stem in een wat langzaam tempo neemt de aanwezigen weer mee naar een tijd toen een glas bier nog drie dubbeltjes kostte.