De deur van het statige pand aan de Mauritsstraat staat open. In de sociëteit vertelt preses Jelle Mooij hoe hij in 2016 bij Societas Studiosorum Reformatorum-Rotterdam (SSR-R) terecht kwam. “De mensen van SSR spraken me aan, het was hier gezellig en ik vond het pand supermooi. Ik voelde me hier thuis. Voor mij is dit de plek waar ik de dagelijkse stress van me af laat glijden.”
Typische geur
Kenmerkend voor SSR is de duidelijke disputenstructuur. “Binnen een paar maanden wordt al een match met een dispuut gemaakt.” Verder is ‘elk gezicht een bekend gezicht’, maar kun je toch altijd nieuwe mensen ontmoeten. “We zijn met ruim 700 leden middelgroot. Als je elk jaar een lichting van 300 a 400 nieuwe leden hebt wordt het heel massaal.”
Toch doen ze wat betreft studentikoziteit ‘zeker niet onder’ voor de grotere verenigingen. “Ik wil het niet meteen over bier hebben, maar als oud-leden binnenkomen herkennen ze meteen de geur.” Desondanks zou hij de vereniging niet als ‘brallerig’ omschrijven. “We zijn een diverse club.” Tot slot is traditie belangrijk. “Zo ontstaat een paar keer per jaar het ‘hiha-ongemengd’. Daarbij brassen (duwen, trekken, etc. red.) de ongemengde disputen de gemengde disputen de bar uit.”
Ongemengd dispuut
Marco Pastors, directeur Nationaal Programma Rotterdam-Zuid en ex-wethouder, wist tijdens de Eurekaweek in 1983 dat hij ergens lid wilde worden. “Ik was de eerste in mijn familie die ging studeren en het leek me handig, fijn en gezellig om lid te zijn. Je leert toch hoe het gaat in het studentenleven, anders is studeren gewoon een voortzetting van je pubertijd.”
SSR trok hem het meeste aan. “De soos middenin de stad, in het mooie pand aan de singel, dat vond ik wel passen.” De structuur van de vereniging beviel hem ook. “De disputen met jaargangen betekende dat je meteen ouderejaars om je heen hebt. Dat was qua studie wel prettig, voor bijvoorbeeld samenvattingen.” Hij vond het een groot voordeel om een gemengde vereniging te hebben, maar een ongemengd dispuut. “Doordeweeks zijn de vrouwen er gezellig bij, maar in het weekend is het leuk om uit te gaan met een groep mannen en te kijken wat er gebeurt.”
Laagdrempelig
Het dispuut van Pastors reisde elk jaar af naar Domburg. “Daar werden we op het stadhuis ontvangen door de burgemeester voor een diner. Onze vlag en de Rotterdamse vlag hingen dan uit. We bespraken het afgelopen jaar met elkaar, waarna we een mosselfeest hadden met de nodige biertjes en jenevers.”
Intensief contact onderhoudt hij niet met oud-leden. “Maar ik heb vrienden die ik af en toe zie, dan is het meteen als vanouds. En de mensen van mijn generatie worden nu zo’n beetje commissaris, die kom ik dan in het werk tegen. Dat schept wel een band.” Hoe hij SSR zou typeren? “Die echte studentenverenigingensfeer, maar laagdrempelig, open en een diverse groep mensen.” RSG-alumnus Maarten Struijvenberg onderschrijft dat: “SSR zat een beetje tussen ons en de rest in. Daar kon je wel terecht voor een biertje.” Of Laurentius-alumnus Dennis Tak SSR ooit overwoog als optie? “Nee. Ik was niet onder de indruk van de sociëteit.”