oudleden RVSV

Doe de quiz

Geknipt of ongeschikt voor RSC/RVSV? Doe de test

Geen introductie door corona? Ook geen kennismakingstijd? EM biedt redding en laat je…

“RSC is de grootste en het meest traditioneel. Als ik ergens voor ga doe ik het niet half maar wil ik er volle bak in knallen”, zegt RSC/RVSV -president Guido van Winden, die in 2015 lid werd. Onderscheidend voor de vereniging, die maar liefst 1700 leden telt, is volgens hem de maatschappelijke betrokkenheid. “Van de ondernemersprijs tot de Sinterklaasintocht, waarmee we duizenden kinderen blij maken. Daarmee zijn we echt een meerwaarde voor de stad. We hebben de ambitie om dingen neer te zetten, dat gaat verder dan dom drinken met zijn allen.”

Wat studenten verder van RSC/RVSV kunnen verwachten? “We zijn gezellig én Rotterdams hard, competitief, ondernemend en een eenheid. Ik zal niet ontkennen dat we soms ook brallerig kunnen zijn. Door dat theater moet je soms heen kunnen én willen kijken. Wie dat niet wil, kan beter geen lid worden bij ons.” Aan mensen die wel lid willen worden voorlopig geen gebrek. Vorig jaar werden negentig mensen uitgeloot, dit jaar zullen dat er ‘een paar honderd zijn’, omdat meer scholieren geslaagd zijn en veel mensen hun tussenjaar overslaan. “Daarnaast zoeken studenten naar sociaal contact, buiten hun Zoom-colleges om.”

Vooroordeel

“Onderweg naar de ontgroening heeft mijn vader wel zeventien keer gevraagd of ik het wel echt wilde”, vertelt oud-RSC-president, ondernemer en VVD-raadslid Vincent Karremans. “Mijn neef zat erbij, ik ging twee studies doen en was een ambitieus mannetje. Lid worden paste daar wel bij en áls ik het ging doen wilde ik het ook goed doen. RSC is de oudste en de grootste, het is dé club, daar wilde ik graag bij horen.” Het vooroordeel van zijn vader dat het arrogante balletjes zouden zijn was snel verholpen. “Als je tof doet, neerkijkt op mensen en je identiteit ontleent aan dat je vader bankier, of van adel is, word je uitgekotst. Ik ben als zoon van een tekenleraar president geworden, als iemand niet van adel is ben ik het wel. Het gaat niet om je afkomst, echt totaal, totaal niet. Een van de meest prominente jongens in mijn tijd kwam uit Ghana.”

Een ander aspect van de vereniging waar hij veel waarde aan hecht is de traditie en historie. “RSC heeft bijvoorbeeld veel leden verloren omdat ze in de oorlog in het verzet zaten. Daarom leg ik af en toe een roos neer op het graf van Frits Ruys op de begraafplaats in Crooswijk, hij was verzetsstrijder en oud-lid.”

RSC heeft hem verder veel geleerd. “Veel meer dan de universiteit. Ik ontdekte daar dat ik ondernemer wilde worden en ik heb er mijn beste vrienden ontmoet. Die gezamenlijke achtergrond schept een band die heel diep gaat. Mijn vriendin is lid geweest bij Laurentius, daar is dat veel minder. Op open avonden gingen we daar trouwens altijd wel naartoe want daar zaten alle knappe meisjes. Die gasten vonden het heel a-relaxt dat wij hun chicks kwamen versieren.”

Laurentius-alumnus Dennis Tak sliep tijdens de Eurekaweek in een huis van RSC. “Dat was wel leuk, maar het was mij net iets te pretentieus. Ik voelde daar niet zo’n klik. Het is een vereniging die een bepaald stereotype aantrekt, ik wil niet bij iets horen vanwege de naam.”

Dinsdag is het de beurt aan Laurentius.