De Tweede Kamer nam eerder deze maand een motie aan om ‘flexstuderen’ wettelijk te verankeren. Dat betekent dat studenten vanaf 2023 kunnen betalen per studiepunt of per vak. Momenteel loopt er nog een experiment op verschillende hogeronderwijsinstellingen waarbij studenten van een beperkt aantal opleidingen ervoor kunnen kiezen om per studiepunt te betalen. De gedachte erachter is dat flexstuderen het studenten makkelijker maakt om naast hun studie bijvoorbeeld mantelzorgtaken te vervullen, te werken of een eigen bedrijf te beginnen.
Dat is aan de ene kant een aantrekkelijke gedachte, vindt rector magnificus Rutger Engels. “Maar of het daadwerkelijk een goede bijdrage is aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student, is afhankelijk van hoe we het uitwerken. Een academische opleiding is meer dan een verzameling van cursussen. Samenhang in een programma is van wezenlijk belang.”
Experiment
Het is volgens de rector prematuur om iets te zeggen over de voorwaarden van flexstuderen of voor welke studenten het beschikbaar zou moeten zijn. “Het modulair aanbieden van cursussen kan wel een uitkomst bieden voor studenten die anders buiten de boot vallen. Die kunnen dan in hun eigen tempo de studie afronden. Denk bijvoorbeeld aan studenten die hun studie moeten combineren met bijvoorbeeld zorgtaken of een baan.” Verder wacht Engels liever de resultaten van de landelijke pilot af.
De pilot flexstuderen loopt nog tot 2023. Momenteel doen er drie universiteiten en twee hogescholen aan mee. In de tweede fase van het experiment starten er nog eens twaalf hogeronderwijsinstellingen, de Erasmus Universiteit hoort daar niet bij. Wel heeft de EUR een aantal initiatieven om flexibeler studeren mogelijk te maken, bijvoorbeeld door studenten tijdens hun minoren vakken in Leiden en Delft te laten volgen en een werkgroep die onderzoekt hoe de universiteit persoonlijker en flexibeler leren kan aanbieden.