“Hier overleed Willem.” Jos Exler loopt naar een lange rij felgekleurde boeken die middenin haar werkkamer staat. Ze wijst naar een oranje boek met het getal 16 op de rug: brieven 2204-2356. Ze verontschuldigt zich voor de snik in haar stem. “Willem heeft deel 16 nog gemaakt, ik heb het boek uiteindelijk gepresenteerd. Moeten we het dan zomaar voorbij laten gaan, dacht ik toen hij overleed. Nee. Ik wist al snel dat het niet zou zijn: Willem is dood, laat maar zitten.”
Willem is Willem Donker. Zijn vader begint in 1938 de Rotterdamse uitgeverij Ad. Donker. In 1980 neemt Donker junior het stokje over en bouwt hij het bedrijf langzaamaan verder uit. Maar begin deze eeuw zet een man die aanbelt bij de uitgeverij in het centrum van Rotterdam zijn leven op zijn kop. “Zoals wel vaker bij uitgeverijen, kreeg Willem vaak manuscripten of ideeën opgestuurd”, legt Exler uit. “En af en toe belden ze gewoon aan.”

Rouwverwerking
Zo ook gepensioneerd leraar Frans Theo Steens. Zijn boodschap: jullie brengen als uitgeverij genoeg boeken over Erasmus uit, maar is het niet mooi om alle brieven te vertalen en voor iedereen beschikbaar te maken? Exler: “Willem was direct enthousiast. Begin maar, zei hij, maar ik moet wel kijken of daar geld voor is. Willem ging direct op zoek naar sponsors en dat lukte. Uiteindelijk heeft hij tegen de miljoen euro ingezameld.”
Brief voor brief vertalen verschillende mensen de hele correspondentie van Erasmus. Ondertussen wordt Donker steeds meer het ‘mammoetproject’, zoals hij het zelf noemde, ingezogen. Maar twee jaar geleden slaat het noodlot toe. Tijdens een wandeling in de buurt van de uitgeverij overlijdt Willem Donker plotseling.
De klap is groot voor Exler, maar ze pakt al snel de draad weer op. “Mijn zoon is vroeg overleden, dus ik weet wel hoe je met verdriet om moet gaan. Ik doe dat door de positieve dingen op te pakken die de persoon die overleden is graag nog had willen doen. Dat maakt je trots en geeft goede herinneringen. Dus ja, het voortzetten van Erasmus leek mij ook een goede rouwverwerking.”
‘Jij kan dit niet’
Alleen is er één probleem. Exler, zelf in het dagelijks leven modeontwerper, weet eigenlijk niets van de uitgeverij, laat staan van het levenswerk van haar man. “Ik zat aan de zijlijn. Ik had mijn eigen winkel, dit was zijn plek”, zegt ze over de oude werkkamer van haar man, die ze inmiddels heeft overgenomen. “Als ik binnenkwam om wat te vragen, antwoorde hij vaak niet eens. Alleen zo’n handgebaar van: ga maar weg. Het was zijn bedrijf en zijn project. We praatten er ook niet heel veel over.”
Tegelijkertijd verschijnen er verschillende kapers op de kust die de uitgeverij willen overnemen. Alleen werkt de interesse uiteindelijk juist averechts. “Jij kan dit niet, je bent een vrouw en van de kleding. Dat zeiden ze als ze hier kwamen. Opmerkingen die niet leuk waren. Op een dag zat ik in deze kamer en dacht ik: als ik dit verkoop, komt hier een vreemde man zitten. Dat voelde niet goed.”
Wanneer de vijfde koper zich meldt bij Exler, is ze er klaar mee. “Toen heb ik de quote van Pippi Langkous gebruikt: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Dat is zo fantastisch dat ik dat ik dat gezegd heb. En ik vind het zo leuk, kan het niet geloven. Ik ben inmiddels helemaal fan van Erasmus. Het is jammer dat Willem dat niet ervaren heeft.”

Koffer
Om het werk van haar man voort te kunnen zetten, heeft Exler vooral één ding veel gedaan: bellen. “Ik heb iedereen gebeld en verteld dat we door zouden gaan. Vertalers, uitgevers, noem maar op. Ik weet niks, zei ik dan, vertel mij alles.” Die tactiek heeft gewerkt. Inmiddels zijn alle 3.141 brieven vertaald en is de twintigdelige serie compleet en gedrukt. In oktober verschijnt alleen nog deel 21, een naslagwerk waarin staat waar welke brief te vinden is. Maar toch is het werk van Exler nog lang niet gedaan.
“Twee weken voordat Willem overleed, las hij in de serre een boek over de reizen van Erasmus. ‘Waarom wordt dit boek niet verkocht’, riep hij door de serre. ‘Dit is zo goed’. Na zijn dood ben ik het boek gaan lezen en was ik meteen om.” Exler koopt een grote kaart en stippelt alle reizen uit die Erasmus ruim vijfhonderd jaar eerder maakte op zijn paard. “Hoe bijzonder is dat? Wij vinden het al heel vermoeiend om met het vliegtuig naar Venetië te gaan. Hij ging op een paard en schreef onderweg ook nog al die brieven. Ik wil graag dat de mensen op die plekken ook weer kennis maken met zijn werk.”
En dus neemt ze op haar reizen naast de gebruikelijke koffer met kleren en toiletspullen ook een koffer met twintig boeken mee. De hele serie van Erasmus pakt ze in. “Zwaar? Ja, dat zeker. Maar ik ben niet echt een achter-de-rollator-achtige vrouw. Dus ik ben gewoon alleen gegaan, zonder plan. Ik heb iedereen gebeld en waar ik het eerst mocht komen, ben ik naar toe gegaan.”

Past precies
Het Nederlands Interuniversitair Kunsthistorisch Instituut in Italië reageerde als eerste en dus vloog Exler vorig jaar naar Florence. “Liep ik daar, met al die boeken. Maar de mensen waren heel enthousiast. Daarna ben ik naar Cambridge gegaan. Ik las in Elsevier over een theoloog die de eerste Nederlander is na Erasmus op die leerstoel. Daar ben ik ook op bezoek geweest. En ik had al een afspraak bij de uitgever in Venetië voor de volgende reis. Maar toen kwam corona.”
Wanneer het weer mag en verantwoord is, stapt Exler zo snel mogelijk in het vliegtuig. Inclusief koffer met de twintig boeken. “Een maand voordat Willem overleed, was hij moe. Ik was bezorgd, maar hij ging nog wel op reis. Toen dacht ik: we kopen een mooie, stevige koffer waar hij ook op kan steunen. Als een soort wandelstok. Al zei ik dat natuurlijk niet tegen hem. Die koffer heeft hij uiteindelijk maar één reis gebruikt, maar nu doe ik er de boeken in. Als iemand de serie koopt, ga ik er met de koffer heen en breng ik de boeken. Waar het ook is. Het past precies, mooi is dat he?”
Met de presentatie van de laatste delen van de serie zit het werk van Willem Donker er officieel op. Maar dat betekent niet dat Exler klaar is. Want hoewel de eerste geïnteresseerden zich alweer gemeld hebben om de uitgeverij over te nemen, gaat ze door met haar werk. “Die dachten dat ik er klaar mee zou zijn. Het werk van Willem zit er nu op en het was ook de bedoeling dat ik nu zou stoppen met de uitgeverij. Maar ik vind het veel te leuk. Erasmus heeft mij het duwtje gegeven richting het uitgeversvak.”
Lovely reading!
Reageren niet meer mogelijk.