Het is half zeven ‘s avonds en we zitten aan ons avondeten. Ineens gaat onze pieper. Meneer Lopez belt. “Oh die zal wel klaar zijn met vernevelen”, zegt een van de verpleegkundigen. “Hij deed daar zo moeilijk over vandaag”, vervolgt ze. “Hoezo?” vraagt een collega. “Ja, hij wilde per se zo een vernevelmasker hebben zoals hij gisteren had, maar daar zouden we nu juist mee stoppen.” Ik volg het gesprek maar halfjes terwijl ik bezig ben met m’n patatjes en saté en tegelijk probeer ik op een A4’tje uit te werken hoe ik in hemelsnaam acht tentamens in de komende drie maanden goed ga afwerken.
“Oh wat heb je gedaan dan?” vraagt een andere verpleegkundige die tegenover me zit. “Nou ja, gewoon gezegd dat we dat niet meer zouden doen en dat hij prima het vernevelpijpje zelf in z’n handen kan houden”, antwoordt ze. “Ja precies, goed gedaan ook. Hij komt uit Curaçao hè, liever lui dan moe.” En dan stop ik. Ik leg m’n papiertje op tafel en kijk naar de rest rondom de tafel.
Even denk ik dat een (Chinese) collega die naast mij zit ook gek kijkt, maar ik kan het niet zeker weten. Zal ik hier iets over zeggen of vragen? Moet ik nu echt degene zijn die de sfeer voor de rest van de avond verpest? Ik zie mezelf al zeggen: “Oh wat bedoel je daarmee?” op de meest zachte en goedgezinde manier die ik maar kan bedenken. Ik krijg mezelf niet zover om dat te doen en de rest van de tafel schijnt totaal niet geraakt te zijn door wat daarnet is gezegd. Het gesprek gaat alweer over iets anders.
Ik heb in principe net zoals elke andere dienst prettig gewerkt met iedereen. Toch blijft die bewuste zin me de hele dienst bij. Daar moet ik iets over zeggen denk ik steeds. Het gaat niet eens echt om racisme. Of misschien wel. Ik heb wel vaker van (gekleurde) medestudenten gehoord dat er af en toe uitspraken gedaan worden over allerlei soorten patiënten en hun families, maar hoe kan iemand met zoveel gemak zo een denigrerende opmerking maken? Liever lui dan moe.
Een eerlijkere vergelijking is volgens mij: liever geen slavernij dan wel. Liever geen (post)koloniale depressie dan wel. Liever een eigen land dan een vakantieresort van een ander. Liever een eigen bestuur dan een onbekende witte koning aan de andere kant van de wereld.
Ik groeide op in een land dat nog steeds worstelt met de gevolgen van honderden jaren van onderdrukking, afpersing, slavernij, kolonialisme, etnische verdeling en noem maar op als gevolg van acties van het land waar ik nu een paar jaar woon. Eén ding is me daardoor duidelijk geworden: in het algemeen genieten Nederlanders (en er zijn gelukkig ook uitzonderingen) een soort collectieve en selectieve amnesie over hun rol in de wereldgeschiedenis en de gevolgen daarvan. Niet de apartheid in Zuid-Afrika, niet de leegroof van West-Afrika, niet de slavernij in Amerika, niet de opiumepidemie of genocide in Indonesië, niet de ontheemding van de Molukkers, niet de (postkoloniale) neergang van Suriname en zeker niet de ondoorgrondelijke armoede op de Antillen is de schuld of op zijn minst het gevolg van Nederlandse acties.
Nee, de rijkdom in Nederland is verkregen door een oranje koningshuis dat haar volk met heldendaden heeft versterkt en door handelsschepen die op een eerlijke en oprechte wijze de wereld van producten konden voorzien. De innovatieve en progressieve houding van Nederland ten opzichte van bijvoorbeeld het homohuwelijk is een sprekend voorbeeld van hoe slecht iets als discriminatie, laat staan racisme, bij haar past!
Ik heb gelukkig ook wel Nederlanders ontmoet, met name jongeren, die zich juist zeer bewust zijn van het verleden en de consequenties die dat heeft gehad en nog steeds heeft voor verschillende groepen mensen in onze wereld. Dat geeft me hoop dat steeds meer mensen zullen gaan begrijpen dat, hoewel de huidige generatie Nederlanders niet zelf schuldig is aan de gruweldaden van het verleden, zij wel het privilege bezit daar onbewust en onschuldig van te profiteren.
En dat omgekeerd het nageslacht van de onderdrukten ook opgescheept zit met de soms onzichtbare gevolgen van honderden jaren van imperialisme. Ook onder deze groep, de Surinamers en Antillianen en alle andere (oud-)onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden, is het gros zich vaak niet bewust van de voortslepende gevolgen die het zwarte verleden met zich meebrengt voor de economie, het sociale leven en zelfs de emotionele beleving van ons, het nageslacht.
Rond tien uur ’s avonds ben ik klaar met alle taken en zit ik nog even achter een pc om wat huiswerk te maken. Eigenlijk zit ik in m’n hoofd te ijsberen, na te denken over wat ik zou moeten zeggen, wat ik zou moeten vragen. Het enige dat in Nederland erger is dan het niet-bestaande racisme, is iemand beschuldigen van racisme. Alleen al het idee dat jij vindt dat iemand anders zich racistisch opstelt of zelfs maar etnisch onderscheid maakt, schijnt zo’n enorm taboe te zijn dat de meeste gekleurde studenten die ik ken zich er niet aan wagen.
Het wordt tijd dat ik naar huis ga. “Fijne avond iedereen!” Ik krijg het niet over m’n hart het incident van eerder aan te halen. Terwijl ik over de gang van de verpleegafdeling loop, besef ik dat ik hier de hele nacht wakker van zal blijven. Ik ga mezelf zo stom vinden als ik niet op z’n minst vraag wat m’n collega nou bedoelde. Ik loop terug, nu met iets meer voortvarendheid.
De verpleegkundige die ik moet hebben is net klaar met haar administratie en is aan het babbelen met een collega. “Hey, kan ik jou nog even spreken?” vraag ik. Natuurlijk kan dat. “Toen we een paar uurtjes geleden samen aan het eten waren, zei je iets dat me opviel.” Ze kijkt me aan en het lijkt erop dat ze al weet waar ik het over wil hebben. “Jij zei dat die patiënt uit Curaçao kwam en dus liever lui dan moe was. Dat vond ik maar gek klinken. Waarom zou je zoiets zeggen?” Ze lijkt te glimlachen, aarzelt een beetje en zegt dan: “Hij komt ook echt uit Curaçao en hij is ook echt zo’n type, weet je.” Ik kijk haar vragend aan. “Wat bedoel je?” “Nou zo iemand die dan graag naar je bil kijkt of foute opmerkingen maakt,” zegt ze met dezelfde glimlach op haar gezicht. “Oh. dat is wel erg.”
Ik pauzeer even. “Toch snap ik die generalisatie niet. Bedoel je nou dat hij zo is omdat hij uit Curaçao komt? Omdat iemand zich niet weet te gedragen kun je toch niet zulke conclusies gaan trekken?” “Nou ja, het is wel een beetje hun cultuur toch?” Het gaat niet eens echt om racisme. Of misschien wel.
Het is hun cultuur. Waar heeft zij het nou over? Ik weet op dat moment niet of ik boos moet worden of moet proberen uit te leggen dat ze het mis heeft, of zelfs medelijden moet tonen met haar kortzichtigheid. Is het omgekeerd dan de cultuur van alle Nederlanders om zwarte mensen uit te schelden, omdat een stelletje hooligans dat tot hun leefstijl heeft gemaakt? Of zijn alle oudere Nederlandse mannen die op vakantie gaan naar ontwikkelingslanden dan ook pedofielen?
“Nou, ik weet niet of dat waar is, maar ik vond die opmerking in ieder geval niet netjes“, zeg ik.
“Ja,. dat was misschien dan m’n frustratie over de patiënt, daar zal het wel vandaan komen.”
“Ja, dat kan ik misschien wel begrijpen. Maar ik vind het nog steeds heel fout. ‘Liever lui dan moe’, dat is zo denigrerend.”
“Okee, dat snap ik wel.”
“Goed, ik ben in ieder geval blij dat we hier even over gesproken hebben. Ik denk dat we elkaar enigszins snappen.“
“Ja, denk ik ook.”
Ik had haar graag zover gekregen dat ze ook echt excuses had aangeboden of had gezegd dat ze het niet meer zou doen, maar zo ver kwamen we niet en zoveel zin of tijd had ik niet. Ik ken die man niet, ik kom niet uit Curaçao en ze heeft mij niet beledigd, maar ze heeft wel even een heel volk gedegradeerd tot een enkele zin, terwijl haar collega’s zich daar niets van aantrokken. Wat zal zij of zullen andere collega’s wel zeggen over Surinamers wanneer ik er niet bij zit? “Want de fout moeten ze vooral niet maken om wel op een dergelijke wijze iets denigrerends te zeggen over Surinamers waar ik bij zit”, besef ik later. Dan krijgen we ruzie, maak ik melding van racisme en dan mogen ze maar een oplossing gaan zoeken of aan mij proberen uit te leggen hoe racisme niet voorkomt op onze werkplek.
Ach, het zijn boze gedachten. De waarheid is dat ik helemaal geen melding wíl maken van racisme, net zoals ik helemaal geen lastig gesprek wilde aangaan met m’n collega over zo’n lelijke opmerking. Ik wil gewoon dat niemand zulke dingen zegt of denkt. En zelfs als iemand zulke duistere gedachten heeft of oprecht gelooft dat ie gelijk heeft, dan nog hoeft niemand op het werk daar deelgenoot van te worden. Een beetje wederzijds respect zou al heel veel helpen.
Mijn diensten in het Erasmus MC zijn meestal heel prettig. Vanavond was het net anders dan ik zou willen, maar morgenochtend ben ik weer hier en dan beginnen we gewoon opnieuw.
Ferayed Hok is geneeskundestudent bij het Erasmus MC en freelancer bij Erasmus Magazine.
Goed bezig Ferayed 🙂
Zoveel herkenbare dingen – voornamelijk die ‘kleine grapjes’ waar er zeker geen bewuste discriminatie mee gemoeid gaat (denk ik). Mogelijk wel onbewust…dat laatste maakt het erg ingewikkeld.
Voor een Amerikaan ben ik een gierigaard (going dutch), voor een Fransoos ben ik lomp, voor een Belg ben ik onbeschoft en voor een Duitser ben ik een pessimist.
Iedereen heeft een mening en dat mag ook. Je mening kenbaar maken, grapjes maken en doorvragen of aangeven hoe iemand iets ervaart vind ik goed maar wat ik gevaarlijk vind is je mening opdringen aan een ander en je gelijk halen.
Dat is in het verleden al te vaak fout gegaan en gaat op een aantal plekken op de wereld nog steeds fout. Ik schrok van je opmerking ‘Ik had haar graag zover gekregen dat ze ook echt excuses had aangeboden’.
Zoals je zelf aangeeft wederzijds respect zal helpen en heb respect voor ieder zijn mening ook al ben je er niet mee eens. Ik denk niet dat de betreffende dame je bewust heeft willen kwetsen zoals denk ik meerdere mensen in Nederland als ze zo’n opmerking maken. Hoeveel moppen zijn er wel niet over Belgen, Duitsers, etc.. Wat ik zeker goed vind is dat je het dialoog bent aangegaan en tijdens het volgende avondeten maak dan is een (grappige) opmerking over een Nederlander zoals een Amerikaan, Duitser, Belg of een Fransoos doet.
Ik ben het totaal niet met je eens. Het is een bepaalde vorm van humor die voor veel bevolkingsgroepen zelfs als zelfspot wordt gebruikt. Je vergelijking is dan ook erg matig. Zeggen dat alle oudere Nederlands in Thailand pedofielen zijn is hetzelfde als zeggen dat alle Afrikanen uit de jungle komen, allebei een grens te ver en onacceptabel. Luie Antilianen kan je in dezelfde trant plaatsen als gierige Nederlanders of domme Belgen of lelijke Britten. Een (stom) grapje voor sommigen misschien, maar geen racisme wat jij beweert.
Beste Tom,
Bedankt voor je reactie, het bewijst precies wat de schrijver beargumenteert in zijn stuk; “In het algemeen genieten Nederlanders een soort collectieve en selectieve amnesie”blijkt helaas – in deze en in meerdere gevallen- terecht te zijn.
Verscholen achter de mantel van humor, traditie of vrijheid van meningsuiting stijgt het superioriteitsgevoel, zelfs in 2020, boven het menselijk verstand om anderen niet te kwetsen. Goedpraterij en semantiek die we al 400 jaar horen weerkaatsen in je reactie: ‘maar het is als grap bedoeld, het is traditie of dit is mijn mening…’. Racisme moet zeker verschijnen op een uithangbord waarop de woorden ‘dit is racisme’ staan, en dan nog merken de Jannen, Pieten en Tommen dat een punt of hoofdletter op dat uithangbord ontbreekt.
Normaal lees ik niet veel artikelen op deze website, maar deze trok wel mijn aandacht. Niemand wilt “die ene” zijn die (in de ogen van witte mensen) ophef maakt over kleine dingen, maar het zijn juist de “kleine” dingen die zich al heel snel kunnen ophopen. Zelfs twee van de reacties op dit stuk zijn zo’n prachtig voorbeeld ervan: meteen minimaliseren als maar een “grapje”. Tja, als je wit en racistisch bent, is het inderdaad maar een “grapje”. Goed van je dat je de verpleegkundige alsnog hebt aangesproken, al had ik het je niet kwalijk genomen had je dat niet gedaan: het kan écht vermoeiend zijn. Bedankt voor het delen!
grapjes zijn menselijk. grapjes gaan over en weer. er worden ook grapjes over “witte en racistische”mensen gemaakt.
mensen hebben we in vele vormen en kleuren, en allemaal kunnen we kwetsen en worden we gekwetst. er is geen rangorde in kwetsbaarheid, de persoon zelf voelt hoeveel zij/hij voelt, dat mag een ander nooit negeren of weglachen. als je je aan iets ergert, doe het dan zelf beter, geef het goede voorbeeld, en denk niet “nu ben jij aan de beurt, en jij hebt niets meer te zeggen of in te brengen”.
ieder mens is kwetsbaar en het is niet aan een ander om dan de gevoelens van de een te ontzeggen.
“Ik heb gelukkig ook wel Nederlanders ontmoet, met name jongeren, die zich juist zeer bewust zijn van het verleden ”
Ja ik ben mij zelf wel degelijk bewust van het verleden.
“In 1945 kwam Nederland totaal berooid uit de oorlog. Het land was volledig leeggeroofd door de Duitsers, ettelijke binnensteden lagen in puin en we hadden net een hongerwinter achter de rug. Probeer dat maar eens als basis te zien voor onze huidige welvaart. Tijdens de herdenking van de slavernij werd er gesproken over de wens tot erkenning van de bijdrage van zwarte mensen aan de rijkdom van Nederland. Helaas, aan het eind van de zeventiende eeuw, de zogenaamde Gouden Eeuw en hoogtepunt van de slavenhandel, werd Nederland van alle kanten aangevallen. We hadden geen cent meer over. Rondom 1800 waren we gedurende 15 jaar bezet door de Fransen en armoede alom. In de jaren dertig van de 20ste eeuw leidde de grote depressie tot verpaupering. Wat ik met dit rijtje duidelijk wil maken is dat dat hele verhaal dat onze welvaart gebaseerd zou zijn op ons koloniaal verleden voor geen meter klopt. “
Boeiend, indrukwekkend, stof tot nadenken!!!
Beste Ferayed,
Bedankt voor het stuk. Ik vind het super dat je het dialoog bent aangegaan. Als ik zo’n opmerking had gemaakt, had ik ook graag gewild dat iemand het dialoog was aangegaan. Op het moment is dat confronterend, maar achteraf ben ik daar dankbaar voor. Ik kan me voorstellen hoe moeilijk het moet zijn/is om dat gesprek aan te gaan, maar ik hoop dat je het blijft doen, net zoals dat ik het ook probeer te (blijven) doen.
Veel succes met de laatste loodjes van je studie,
Robin
Nederlanders profiteren van verleden gruweldaden? Helemaal mee eens, maar jij profiteert er ook van. Jouw mening over racisme is kortzichtig en eenzijdig. Je schrijft dit hele artikel omdat je in eerste instantie uit je slof schiet over een opmerking die waarschijnlijk niet eens heel serieus bedoelt was. Vervolgens ga je heel serieus achter je laptop zitten en je beweert dat individuele Nederlanders ‘onbewust’ profiteren van het bloed van anderen. Jij hebt geen idee hoe individuele Nederlanders zich verhouden tot de dingen die zijn gebeurd in het verleden, je kunt het niet weten, ik ook niet. Maar jij mag natuurlijk wel generaliserende opmerkingen maken, zelfs met de intentie tot idealistische beïnvloeding. Dát is racistisch.
Ik zie wel erg veel reacties die het maar een grapje vinden. De verpleegkundige zal het heus niet kwaad bedoelt hebben, maar haar vooroordeel beïnvloed de manier waarop ze een patient behandelt. Degene die het vernevelpijpje gaf was gelukkig niet degene die de opmerking maakte. Maar stel je voor, deze meneer heeft een gegronde reden waarom hij moeite heeft met de vernevelpijp. Dan wordt hij met een ‘liever lui dan moe’ afgeserveerd omdat hij van Curacao komt door de vrouw die die opmerking maakte. Het lijken kleine dingen, maar het kan geen kwaad om zelf eens naar je vooroordelen te kijken en hoe die mogelijk invloed hebben op hoe je andere mensen behandelt. Dat ik als Nederlander als gierig wordt gezien zal nooit invloed hebben op hoe ik in een ziekenhuis behandelt wordt.
Reageren niet meer mogelijk.