Op de Erasmus Universiteit vindt druk overleg plaats hoe de ‘anderhalvemetercampus’ eruit kan komen te zien. Als op 20 mei nieuwe regelgeving van kracht gaat, kan de campus mogelijk weer tot leven komen. Ondertussen hebben de universiteiten in Tilburg, Maastricht en Leiden al aangekondigd tot het einde van het collegejaar alleen digitaal les te geven. De EUR heeft zich net als de Universiteit van Amsterdam vooralsnog beperkt tot 1 juni.
In Erasmus TV vertelde de voorzitter van het College van Bestuur Hans Smits donderdagochtend dat hij de toekomst zonnig tegemoet ziet. “Er zal een Eurekaweek zijn en een opening van het academisch jaar, maar de vorm zal anders zijn. Natuurlijk waren we teleurgesteld dat de maatregelen van kracht blijven, maar het is begrijpelijk. Het is beter om veiligheid voorop te stellen dan achteraf spijt te hebben.”
Anderhalvemeterwerkgroep
De overheid heeft elke sector en organisatie gevraagd om een plan op te stellen, vertelt woordvoerder Imad el Kaka. “Dit plan moet inzichtelijk maken hoe de organisatie met de anderhalve meter afstand weer fysiek aanwezig kan zijn om te werken. In ons geval is dat onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Het Erasmus MC valt buiten deze scope.”
Bij het onderzoeken van de mogelijkheden en het schrijven van het plan worden de volgende onderdelen specifiek meegenomen: onderwijs, tentamens, studieplekken, onderzoek, kantoren, studenten, campus (waaronder sport, retailers e.d.), evenementen, mobiliteit, leveranciers, gebouwbeheer en studentenhuisvesting. “De werkgroep met vertegenwoordigers uit verschillende ondersteunende diensten, disciplines en faculteiten komt de komende weken bijeen en stelt gezamenlijk een plan op dat als advies voor verdere besluitvorming wordt aangeboden.”
‘Het plan moet inzichtelijk maken hoe de organisatie met de anderhalve meter afstand weer fysiek aanwezig kan zijn om te werken’
Capaciteit flink omlaag
Marijke Weustink, directeur vastgoed en facilitaire zaken, zit in die werkgroep. “Je kunt je voorstellen dat de campus op een normale dag vol studenten is die buiten van de zon genieten. Dat kan straks nog steeds, maar dan wel met onderlinge afstand.” De foodplaza kan volgens haar net als een supermarkt worden ingericht met lijnen op de vloer en beperkte toegang.
Ook voor kantoren en collegezalen geldt dat niet de volledige capaciteit zal worden gebruikt. “In de aula kunnen normaal 900 mensen. Met anderhalve meter afstand is dat 130. In een collegezaal in het Mandevillegebouw waar normaal 75 studenten inpassen kunnen er straks 15.” Ook de capaciteit van het openbaar vervoer zorgt volgens Weustink voor een grote uitdaging.
Collegevoorzitter Hans Smits benadrukt dat de anderhalvemeterplannen niet ten koste zullen gaan van het onderwijs. “Ik garandeer dat mensen hier nog steeds hun diploma kunnen halen met fysiek én digitaal onderwijs.”
Universiteit extra kwetsbaar
Plekken waar veel mensen samenkomen blijken vooralsnog de grootste bedreiging in de crisis, dus dat maakt de universiteit extra kwetsbaar. Als de campus toch weer opengaat vraagt dat om drastische aanpassingen, zegt stedenbouwkundige Harm Tilman, hoofdredacteur van De Architect. “De entrees zullen anders ingericht moeten worden en je kunt denken aan temperatuurmeten bij de ingang en plekken om je handen te wassen of te ontsmetten. Eenmaal binnen kunnen looproutes en eenrichtingsverkeer ervoor zorgen dat mensen op afstand blijven.”
Hij pleit ervoor dat collega-ontwerpers anticiperen op de crisis. “Je ziet dat dit langzaam op gang begint te komen. Ik was erg gecharmeerd van een ontwerp om van de Rotterdamse markt op de Binnenrotte een decentrale markt te maken. Er zouden meer van dat soort oplossingen moeten komen. Als het echt niet anders kan moet je mensen fysiek op een andere manier bij elkaar brengen.”
Online het nieuwe normaal
Toch ligt het voor de hand om zoveel mogelijk digitaal te blijven doen, zegt Tilman. “Maar de informele ontmoeting, die je bijvoorbeeld rondom colleges hebt, is heel belangrijk. Normaal is dat bijvangst, dus misschien moet je dat in de toekomst bewuster organiseren.”
Volgens hoogleraar Filosofie Jos de Mul is het sowieso nog maar de vraag of de anderhalve meter ‘het nieuwe normaal’ gaat worden. “Maar de digitalisering is op allerlei manieren wél normaal geworden. De crisis is een katalysator van een proces dat al aan de gang was. Scriptiestudenten die niet in Rotterdam wonen hadden vaak al een voorkeur om via Skype te overleggen. En voor ons Double Degree-programma werden alle hoorcolleges reeds ook op video aangeboden. Wat dat betreft is de huidige situatie een continuering.” Toch kan online contact in veel opzichten het onderwijs niet volledig vervangen, benadrukt hij. “De onmiddellijke interactie met groepen is heel belangrijk. Dat gaat over lichaamstaal en met elkaar in de ruimte zijn. Mensen zijn sociale wezens en leren is een sociaal proces.”
Bij de Vereniging van Universiteiten (VSNU) zijn werkgroepen druk aan de slag om beleid te ontwerpen voor wanneer de campussen langzaamaan weer open mogen. Woordvoerder Bart Pierik: “De gedachtenvorming is nog volop in ontwikkeling. Groepen met daarin afgevaardigden van verschillende universiteiten zijn daar druk mee bezig. Dat zijn zowel bestuurders als mensen die zich bezig houden met integrale veiligheid.” Als het 20 mei is hoopt de vereniging de plannen voor diverse scenario’s klaar te hebben.
Maar nog steeds geen woord over de in deze tijd levensgevaarlijke headsetmicrofoon, die nog steeds niet is vervangen door de reversmicrofoon, waarvoor ik al sinds 2014 pleit. Kan mevrouw Weustink nu eindelijk eens werk hiervan maken? Haar voorganger Kees Lansbergen vertikte dit, maar ik blijf hiermee doorgaan totdat ik gehoor vind. Anders doceer ik vanaf september 2020 niet meer in zalen waarin alleen een headsetmicrofoon aanwezig is. U weet wel, het gaat om dat vieze apparaat dat tijdens het doceren aan je wang blijft plakken, terwijl andere docenten jou net zijn voorgegaan in het gebruik van datzelfde smerige apparaat. Dat is toch niet te geloven in deze coronatijd? Het schijnt maar niet tot de facilitaire dienst door te dringen dat het besmettingsgevaar door de headset enorm toeneemt. Zelfs tijdens mijn videocolleges in een lege collegezaal afgelopen maart moest ik hiervan gebruikmaken.
Ik hoop dat er rekening gehouden wordt met hoe snel het virus om zich heen grijpt in slecht geventileerde ruimtes.Voor je het weet, heb je een super spread event.
Reageren niet meer mogelijk.