De raadsleden halen hun inspiratie uit een advies van de Sociaal-Economische Raad, dat een verplichting voor beursgenoteerde bedrijven voorstelt om een ‘ingroeiquotum’ van 30 procent te halen in hun besturen. Een ingroeiquotum betekent dat je het niet van de ene op de andere dag hoeft te halen, maar vacatures vrij moet houden totdat er een vrouw voor gevonden is. “Dat is voor semi-publieke instellingen niet verplicht, maar de Sociaal-Economische Raad adviseert om het over te nemen”, zegt Klasen.
Al gehaald
Overigens haalt de universiteit het quotum op dit moment al. “We hebben nu één vrouw in het CvB, dat waren er tot voor kort zelfs twee”, zegt Klasen. Drie van de tien decanen zijn vrouw, dus dat is precies 30 procent. Kanttekening is wel dat dat gaat om de twee kleinste instituten (Gabriele Jacobs bij het Erasmus University College en Inge Hutter bij het International Institute for Social Studies). Alleen Suzan Stoter is decaan bij een grote faculteit: de Erasmus School of Law. Alle traditionele grote faculteiten- Economie, Bedrijfskunde en Geneeskunde – zijn altijd ‘gerund’ door mannen. Dus daar valt nog wel wat te winnen vindt Klasen. In de Raad van Toezicht werd de 30 procent ook al gehaald, maar daarin zijn op dit moment enkele vacatures en dus is het de vraag hoe zich dat ontwikkelt.
Expliciete bias
Klasen ziet nadelen aan een opgelegd quotum, maar volgens de student wegen de voordelen op tegen de nadelen. “In het verleden hadden we altijd een impliciete bias, die vervangen we nu door een expliciete. Dat is op z’n minst transparanter.” Volgens Klasen leidt een mix van mannen en vrouwen tot vermindering van impliciete vooroordelen. “Ook tegenover etniciteit en andere vormen van bias. Dat zou een volgende stap moeten zijn.”
Het plan is een aanvulling op het streven van de universiteit om 25 procent vrouwelijke hoogleraren te hebben in 2025 (het zogenaamde 25/25-initiatief). Overigens moet de raad nog stemmen over het quotumvoorstel.
