Dymph van den Boom, die van 2007 tot en met 2016 rector magnificus was van de Universiteit van Amsterdam (UvA), werd in mei vorig jaar, vlak nadat ze plotseling stopte als interim-decaan van de ESHCC, beschuldigd van plagiaat in haar diesredes en haar proefschrift. Van den Boom zou grote stukken tekst zonder bronvermelding hebben overgenomen. Het UvA-bestuur stelde een onderzoekscommissie in van twee hoogleraren: de Utrechtse hoogleraar Ton Hol en de Tilburgse hoogleraar Marc Loth.
Patroon van slordigheden en tekortkomingen
Hol en Loth pleitten Van den Boom in een advies vrij van plagiaat, al constateerden ze wel ‘een patroon van slordigheden en tekortkomingen’. Volgens de onderzoekerscommissie pronkte Van den Boom niet met andermans veren en was er daarom geen sprake van plagiaat. Bovendien zouden de regels rond plagiaat in de jaren tachtig, waarin Van den Boom haar proefschrift schreef, niet zo duidelijk zijn als nu.
“Hoewel in het proefschrift niet steeds (voldoende) herkenbaar is welke tekstdelen van de auteur zijn en welke zijn overgenomen uit andermans werk, is wel steeds in voldoende mate duidelijk dat de auteur het werk van anderen beschrijft en zich dit niet heeft toegeëigend als ware het haar eigen werk”, zo schrijft de commissie.
Geen beroep
Het bestuur van de UvA nam dat advies over als voorlopig besluit. In de zes weken erna kon Van den Boom nog in beroep gaan bij het Landelijk Orgaan voor Wetenschappelijke Integriteit (LOWI), maar dat heeft ze niet gedaan, schrijft het UvA-bestuur.
Zeventig wetenschappers vroegen vorige week in een brief of het UvA-bestuur niet een second opinion wilde vragen bij het LOWI, maar dat kan het bestuur niet. “Het College ziet, gelet op haar bestuurlijke positie, geen ruimte om het LOWI te verzoeken advies uit te brengen”, schrijft rector magnificus Karen Maex in een reactie op dat verzoek. “Die ruimte is voorbehouden aan klager en beklaagde, waarbij een klager in deze bijzondere procedure ontbreekt en beklaagde heeft aangegeven niet om advies te zullen verzoeken.”
Het UvA-bestuur constateert ‘desalniettemin dat ons aanvankelijk oordeel tot discussie heeft geleid en we nemen graag de misperceptie weg dat we plagiaat niet serieus nemen’. “Tegelijkertijd onderkennen we, zoals ook u in uw brief aangeeft, dat er mogelijk verwarring bestaat rond de discrepantie tussen het gebruik van het begrip plagiaat door CWI’s en het LOWI op grond van vigerende gedragscodes enerzijds en plagiaat- en frauderegelingen voor studenten anderzijds.”
UvA-rector Maex kondigt aan dat ze graag ‘het inhoudelijk gesprek’ wil voeren over wetenschappelijke integriteit. Daartoe wil ze de ondertekenaars van de brief die op de UvA werken op korte termijn uitnodigen.
Dit bericht is geschreven door Folia, het journalistieke medium voor studenten en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam.