Hoe ben je bij dit onderwerp terechtgekomen?

“Tijdens mijn researchmaster Sociology of Culture, Media and the Arts ontdekte ik dat dingen die ik in mijn vrije tijd leuk vind, zoals metal en rock, ook interessant zijn om wetenschappelijk te bestuderen. Juist omdat ze soms samenhangen met sociale thema’s als ongelijkheid of sociale cohesie. Dus voor papers koos ik dat soort thema’s. Denk aan gender en metal: waarom zijn er maar weinig vrouwelijke metal-artiesten? Uiteindelijk heb ik daar met mijn collega Pauwke Berkers in 2018 een boek over gepubliceerd. Het leuke van een researchmaster is dat, als je gedreven bent en enthousiaste docenten hebt, bepaalde projecten uitgroeien tot artikelen. Zo is het balletje gaan rollen.

“Dezelfde Berkers had dit onderwerp al op de plank liggen. Hij had, tevergeefs, al een paar keer geprobeerd om een beurs te krijgen voor dit onderzoek. In het laatste jaar van mijn master hebben we de aanvraag samen herschreven en in 2012 kreeg ik de beurs.

“De focus van het onderzoek is het onderzoeken van witheid, in plaats van ‘de ander’. Als het gaat over muziek en ongelijkheid is het onderwerp meestal hiphop en hoe gemarginaliseerde groepen muziek gebruiken als empowerment. Rockmuziek is een hele ‘witte’ muziekstroming, iets waar mensen binnen dat genre zich weinig bewust van lijken te zijn. De paradox is dat rock wit geworden is terwijl veel grondleggers van rock-‘n-roll zwarte Amerikanen waren, waaronder ook nog eens veel vrouwen.”

Echt waar?

“Ja. Rock kwam voort uit een fusie tussen country en rhythm & blues in de jaren vijftig in het zuiden van Amerika. Artiesten als Fats Domino, Big Mama Thornton en Sister Rosetta Tharpe maakten rock-‘n-roll, geïnspireerd op zwarte bluesmuziek én witte country. Het was heel rebels, tegen de gevestigde orde. In die tijd was alles nog gesegregeerd, inclusief platenmaatschappijen. Rebelse muziek was populair onder jonge witte mensen. Gecombineerd met de introductie van de televisie en vrije radiozenders kwam de behoefte om aan die vraag te voldoen, maar dat kon door de rassenscheiding geen zwarte muziek zijn. Artiesten als Elvis Presley, Jerry Lee Lewis en Bill Haley vielen in dat gat omdat ze ook rock-‘n-roll maakten. Zij werden populair met veel muziek van zwarte muzikanten. Uiteindelijk is er een idee van een authentieke rock-identiteit ontstaan, waar mannelijkheid en witheid onderdeel van zijn. Zwartheid is naar de soul gegaan en andere genres die met Motown opkwamen.

“Mijn sociologische vraag is: waarom is dat nog steeds zo? Ondanks dat we door zoveel emancipatiebewegingen heen zijn gegaan en muziek toegankelijk is voor iedereen. Hoe kan het dat je bij een rockshow tussen witte mannen naar witte mannen kijkt, terwijl vrouwen en niet-witte mensen wat sceptisch worden bekeken?”

Was dat je ervaring al voordat je onderzoek begon?

“Dat vond ik wel, ja. Soms expliciet, maar vaker impliciet. Maar ik ging het onderzoek in met het idee dat het niet met ras of gender te maken heeft. Helaas stapelde dat bewijs zich in mijn onderzoek op en dat heb ik in mijn proefschrift geprobeerd te identificeren.”

Julian Schaap 2 – Levien Willemse
Beeld door: Levien Willemse

Hoe heb je dat gedaan?

“Ik heb een vergelijking gemaakt tussen Atlanta en Rotterdam, omdat Amerika het land is waar rockmuziek vandaan komt. Daarbinnen heb ik naar publiek gekeken: recensenten, rockfans en algemeen publiek. Uit een associatietest onder duizend algemene muziekliefhebbers bleek duidelijk dat wit met rock wordt geassocieerd, en zwart met rap.

“Recensenten benoemen vaak het niet-wit zijn van een band(lid). Die markering kan goed of slecht zijn, maar hoe dan ook wordt het onderscheid gemaakt. Daarnaast geven ze albums van niet-witte bands of bands met minstens een niet-wit lid, gemiddeld 4 punten lager op een schaal van 100. Aan de andere kant merk je dat ze wel heel enthousiast zijn over deelname van niet-witte muzikanten, dus er is zeker geen bewuste uitsluiting.

“Verder heb ik 27 fans geïnterviewd en een test afgenomen. Daaruit werd duidelijk dat met name vrouwelijkheid, en in mindere mate niet-wit zijn, vaak gezien wordt als niet-rock. Mensen gebruiken, soms zonder dat door te hebben, etno-raciale kenmerken om mensen te valideren als authentieke rocker. Bij zes mensen, met name Amerikanen, die veel bezig zijn met onderwerpen als feminisme, was de uitslag juist andersom.”

Maar de meeste rockers zijn man en wit. Dan is dat toch weinig verrassend?

“Een aspect van sociologie is dat je ‘gezond verstand’ bevraagt en probeert te debunken. Je kunt in de kroeg vinden dat iets zo is, maar denken mensen dat werkelijk? Ik had bijvoorbeeld niet verwacht dat bij een deel van de fans de uitslag andersom zou zijn. Ik probeer altijd zo onbevangen mogelijk een onderzoek in te gaan. Maar op basis van de literatuur was dit inderdaad het verwachte resultaat. Wat ik wel merkte in gesprekken, is dat het zelden bewuste uitsluiting is. Dat gaat tegen geldende ideeën in. Tijdens de test kwamen sommige mensen zelf tot de conclusie dat ze sterk bevooroordeeld waren.”

Is het een vooroordeel of gewoon de huidige status quo?

“We stellen vragen, niet omdat iets erg is, maar omdat we willen weten hoe iets werkt. In de tijd dat het onderzoek begon, 2012, was Obama president en zou Amerika voorbij de rassenkwestie zijn. De belangrijkste vraag van de jury, waar ik mijn onderzoeksvoorstel moest verdedigen, was: Waarom is dit relevant, er is toch bijna geen racisme meer?

“Juist daarom wilde ik etno-raciale ongelijkheid onderzoeken in iets als muziek, wat voor veel mensen triviaal is: smaak en entertainment. Ongelijkheid gaat over werk of scholing. Maar juist door naar smaak te kijken, kun je op een hele interessante manier onderzoeken hoe ongelijkheid plaatsvindt. Ik wilde ook af van het idee dat op rockconcerten alleen maar racistische naarlingen rondlopen die mensen buiten de deur houden.”

En zijn ze dat?

“Iedereen die ik sprak is heel verwelkomend naar alles en iedereen in de rockscene. Desondanks zeiden witte mensen dingen die impliciet kunnen bijdragen aan uitsluiting, bijvoorbeeld door hun positieve verbazing uit te spreken over de aanwezigheid van niet-witte mensen bij een rockconcert. Respondenten die niet-wit zijn lopen daar inderdaad tegen aan. Maar wat voor die laatste groep een groter probleem is, is het verzet dat ze ervaren vanuit familie en co-etnische vrienden. Dan vallen er termen als ’Bounty’, of ‘race traitor’. Dat is een veel genuanceerder beeld dan dat van witte mensen die de deur dicht houden. Zo is een van de twee moslimmeisjes die ik sprak gestopt met het bezoeken van rockconcerten omdat ze zoveel weerstand ervaarde vanuit haar familie – dat laat zien hoe ver dit kan gaan.

“Het goede nieuws is dat onder jonge fans, frames in muziek steeds minder belangrijk lijken te zijn. Het helpt dat er interactie is tussen allerlei genres. Dat kan een voorbode zijn van verandering.”

Lees 13 reacties