Net als Tessa Razafindrakoto wegloopt, komt een patiënt met haar mee. “Wij gaan, maar blijft u hier”, zegt Tessa geduldig. “Ja, hoe moet ik dat nou weten?”, reageert de oude dame. “Dat soort dingen weet ik toch allemaal niet meer.” Tessa (22) is naast masterstudent Psychologie vrijwilliger bij verpleeghuis Pniël, aan de Oudedijk in Rotterdam.

Op de afdeling waar ouderen met dementie verblijven, is Tessa gastvrouw. Ze helpt onder meer met de tafels dekken, vraagt welke van de twee maaltijdopties de patiënten willen eten en maakt vooral veel praatjes. Een dienst duurt voor haar vier uur, en ze draait twee diensten in de week. In de gangen beneden voelt het steriel aan, als de zorginstelling die het ook is, maar boven op de verdieping zien we twee aangeklede woonkamers met een huiselijke sfeer. Er is zelfs een open haard, al is het geen werkende.

Filosofiestudent Alex Becker

Lees hier aflevering 1

Filosofiestudent Alex: helpen is mijn ‘kantiaanse plicht’

Om vast in de kerstgedachte te komen, gingen we op pad met studenten die iets goeds doen…

We staan bij de ingang te praten. Zo nu en dan komt een bewoner met een rollator langs geschuifeld. Vooral het maken van de foto’s trekt bekijks. “Nou, het is wel een gedoetje hoor”, is het commentaar in het voorbijgaan. “Maar ze staat er vast mooi op.” Als Tessa voor de foto naar de koffiekan rijkt, wordt een man aan tafel meteen enthousiast. “O – tijd voor koffie!” Maar ze moet hem teleurstellen, want zo laat is het nog niet.

Waardevol

Tessa is hier twee maanden geleden begonnen. Het idee kreeg ze nadat een vriendin van haar moeder ernstig ziek werd, zo ziek dat ze in een palliatieve zorginstelling kwam. “Daar viel mij op hoe waardevol de bijdrage van de vrijwilligers is. Voor familie is een bezoek zwaar, maar als vreemde kun je meer afstand bewaren en er toch voor ze zijn.” Aan de Oudedijk zit een palliatieve instelling, hospice De Regenboog, en daar meldde Tessa zich aanvankelijk aan. “Maar daar moest je minimaal een jaar beschikbaar zijn, en dat kon ik in de eindfase van mijn studie niet toezeggen. Gelukkig mocht ik wel beginnen bij Pniël.”

Allesbehalve makkelijk

Haar eerste dag vond Tessa allesbehalve makkelijk. “Het is wennen, want mensen met dementie denken anders dan gezonde mensen. Ik heb in het begin vast veel fouten gemaakt. Een patiënt vroeg bijvoorbeeld waar ik vandaan kwam, dus ik antwoordde dat ik in Frankrijk geboren ben. En dan is het heel gebruikelijk om te vragen ‘waar komt u vandaan?’, maar toen ik dat deed, sloeg de paniek even toe. Door de dementie wist diegene dat soort zaken helemaal niet meer.”

Als je de mensen leert kennen, wordt het makkelijker, vindt Tessa. “Nu weet ik dat een bepaalde dame regelmatig vraagt naar Theo, ze bedoelt dan haar man. Dan zeg ik: ‘Theo, ja dat is toch uw man. Die lieverd.’ Zij beschrijft hem altijd als ‘die lieverd’, en die herkenning en erkenning brengt haar rust.” Het werk kan lastig zijn, maar valt Tessa niet zwaar. “Ik kan deze mensen niet beter maken, maar kan hun levens wel zo prettig mogelijk proberen te maken.”

Tessa Razafindrakoto
Tessa Razafindrakoto Beeld door: Aysha Gasanova

Tessa is niet de jongste in het verzorgingshuis, want veel verpleegkundigen in opleiding lopen hier stage. “Maar tussen de vrijwilligers val ik wel op, de rest is wat ouder.” Van een andere vrijwilliger heeft ze op dag één zinvol advies gekregen. “Hij zei: ‘Het is soms zwaar werk. Bedenk na een shift of je batterij voller of juist leger is dan daarvoor.’ Eerst leek dat me een soort uitspraak uit een boekje met quotes, maar het was echt goed advies. Na vier uur hier werken, voel ik mij beter dan daarvoor.”