“Wanneer ik voor de eerste keer gedoneerd heb? Ik was al bang dat die vraag zou komen, maar ik weet het niet meer. Op de sticker bij het vragenformulier zag ik dat dit mijn 49e donatie is.” Derdejaars filosofiestudent Alex Becker geeft elke drie weken plasma bij de bloedbank in zijn woonplaats Spijkenisse. Het gesprek wordt zes keer onderbroken met de vraag of hij toch echt niet nog iets wil drinken. Groene thee, en hij krijgt er ook een glaasje water bij.

Volbloed-mensen

Daarom kom ik hier, voor alle positieve aandacht, grapt de 33-jarige Alex. “Ze zorgen echt heel goed voor me.” Het bloed wordt door een buisje weggesluisd naar een apparaat naast zijn stoel. Dat apparaat filtert zijn bloed, zodat Alex alle bloedcellen weer terugkrijgt. Een doorzichtige vloeistof met een gele gloed, het plasma (820 ml vocht en eiwitten), gaat in een zak voor donatie.

Wie bloed doneert, krijgt een paar keer per jaar een oproep. Plasmadonoren mogen vaker komen. Ze zitten ook langer in de stoel, een half uur langer dan de ‘volbloed-mensen’, zoals Alex ze beschrijft. Een paar keer in de driekwartier die Alex in de stoel doorbrengt, krijgt hij zijn bloedcellen terug. “Het voelt een beetje raar, je merkt dat het wat afgekoeld is.” In het bakje waar zijn bloed net nog zat, zit nu alleen nog wat bloedschuim.

Verplichting

Zijn ‘kantiaanse verplichting’ noemt Alex het doneren van plasma. Want je studeert Filosofie of niet, natuurlijk. De filosoof Kant vond dat vrijheid en zelfstandigheid samengaat met de verplichting om verantwoordelijk te handelen. Na een discussie over orgaan- en bloeddonatie besloot Alex daarom om zichzelf aan te melden bij de bloedbank. Hij zou zelf immers ook graag een bloeddonatie ontvangen als hij die nodig zou hebben.

Tussendoor krijgt Alex de vraag of hij misschien een roze koek wil. “Of misschien iets anders? Een stroopwafel?” Hij slaat af, want als veganist eet hij geen van de producten hier. “Toen ik werd geconfronteerd met de misstanden in de vlees- en melksector, kon ik ook dat niet meer uit de weg gaan”, verklaart hij. “Bij mijn laatste donatie was de Hb-waarde in mijn bloed zo hoog dat ik de opmerking kreeg dat ik ‘vast veel steaks gegeten had’. De fabel dat veganisten zo ondervoed zijn dat ze amper kunnen leven, was meteen ontkracht. Vond ik wel mooi.”

Filosofiestudent Alex Becker
Filosofiestudent Alex Becker Beeld door: Aysha Gasanova

Naderhand voelt Alex zich ‘wat duffer, maar goed’. Vaak gaat hij sporten op maandag, ook na een donatie. Dan sport hij wat lichter: wat cardio, geen gewichten. In december heeft hij geen tijd over naast zijn studie, extra keuzevakken en het vak logica dat hij nog moet herkansen uit het tweede jaar. Studeren, naar college, studeren en dan ’s avonds de wekelijkse spelletjesavond met vrienden. Dat is het programma voor de rest van de dag.

Voor vertrek heeft Alex zijn vijftigste donatie al gepland. 23 december, om half 9 in de ochtend moet hij zich weer melden bij de bloedbank. De 51e gaat mogelijk wat langer duren, want er komt een nieuwe tatoeage aan. Dan mag je vier maanden geen bloed of plasma geven.