Volgens hoogleraar Gijsbert Oonk is racisme in het Nederlandse voetbal niet nieuw. “In 1992 werden er al wedstrijden gestaakt vanwege racistische incidenten”, aldus Oonk. “Maar wat relatief nieuw is, is dat racisme nu openlijk veroordeeld wordt.” Hij noemt als voorbeeld FC Den Bosch, waar afgelopen weekend extreemrechtse uitingen van het publiek het voetbalveld bereikte.
De ontkenning van dit probleem is voorbij, meent Oonk. “We kunnen nu niet meer zeggen dat de racisten geen echte supporters zijn en er eigenlijk niet bij horen.” Een aantal voetbalclubs, zoals Feyenoord, FC Utrecht en AZ, hanteert volgens Oonk een nieuwe communicatiestrategie om racisme aan te pakken. Ze vragen namelijk de supporters om mee te denken over de oplossing. “Ze doen dit bijvoorbeeld door betere fan-coaching te regelen”, vertelt Oonk. “Elk club heeft een eigen museum waarin ze de relatie tussen de samenleving en voetbal kunnen leggen.”
Gijsbert Oonk is hoogleraar Europe in Globalizing World: Migration, Citizenship and Identity. Hij onderzoekt de relatie tussen sport, nationaliteit en loyaliteit.
