Voor studentenwelzijn is er op de EUR nooit duidelijk beleid geweest. Dat is deze zomer veranderd met een plan dat is opgesteld door de directeur Studentenzaken, Joop Matthijsse, in opdracht van de rector. Zo komt er een studentenhuiskamer, waar studenten binnen kunnen lopen om te praten met of andere studenten of met hulpverleners.
Daarnaast zal de universiteit een online gezondheidsprogramma opzetten om studenten bewust te maken van psychische problemen én ze te leren omgaan met stress. Bovendien moeten de wachtlijsten bij de studentenpsycholoog tot het verleden gaan behoren door het aanstellen van extra psychologen.
Waarom heeft de universiteit een plan voor studentenwelzijn?
“Ik vind dat wij een verantwoordelijkheid hebben voor studenten, en niet alleen maar voor het onderwijs dat de studenten volgen. Het zijn veelal jonge mensen in een formatieve periode in hun leven en daar moeten we ons van bewust zijn. Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid voor het welzijn eerst bij de student zelf. Maar wij hebben die verantwoordelijkheid ook, en ik vind dat we die moeten nemen, bijvoorbeeld door studenten goed om te leren gaan met stress.”
U gaat het thema ‘studentenwelzijn’ bespreken bij de opening van het academisch jaar. Waarom?
“Het gaat mij erg aan het hart. Als onderzoeker heb ik jarenlang onderzoek gedaan naar het welzijn van jongeren en jongvolwassenen. Voor ik bij de Erasmus Universiteit kwam, werkte ik bij het Trimbos-instituut, een instelling waar onderzoek gedaan wordt naar geestelijke gezondheid, verslavingszorg en maatschappelijke zorg.”
“Wat mij frappeerde toen ik op de EUR kwam, was dat mentale gezondheid hier ook een enorm thema is. Ik dacht: het is wel bijzonder dat mijn onderzoeksonderwerp mij achtervolgt, op een positieve manier. Ik ben op het onderwerp gesprongen en heb de opdracht gegeven voor het rapport.”
U heeft twee studerende dochters. Is het daardoor een herkenbaar thema?
“Daardoor weet ik dondersgoed dat studeren soms zwaar is. Ik bespreek met ze hoe ze omgaan met druk, en met het gevoel dat ze alles moeten doen. Dat je niet alleen je studie, maar ook je sociale netwerk en relaties moet onderhouden, en dat je heel veel naast je studie moet doen. Het leenstelsel zorgt ook voor meer druk bij studenten. Want hoe moet je die lening ooit terugbetalen?”
“Mijn dochters zijn, net als veel studenten, sterk perfectionistisch. Dat heeft voordelen, want het brengt je ver. Tegelijkertijd is het een gevaar, want als het teveel is werkt het juist belastend. Daar moeten wij als universiteit ook op letten. Wij hebben er niets aan als studenten halverwege de rit uitvallen.”
Hoe wilt u voorkomen dat die studenten uitvallen?
“We zullen bepaalde dingen anders moeten doen. Ik ben bijvoorbeeld een groot voorstander van preventie. Dat betekent dat je studenten moet bereiken voordat ze uitvallen, of voordat het slecht met ze gaat. Daarvoor is een aanpak nodig waarbij je een grote groep studenten kunt voorbereiden op hoe je omgaat met stress, hoe je omgaat met shit, dus met dingen die even minder goed lopen dan je zou willen. Dat is nu belangrijker dan ooit te voren.”
Belangrijker dan ooit te voren?
“Jongeren van deze generatie zijn vaak beschermd opgevoed, maar de grote boze buitenwereld is er ook. Dus hoe bereid je jezelf daarop voor? Dat is door veerkracht te leren. En dat leer je alleen maar door stress te ervaren. Stress hoort er nu eenmaal erbij, je kunt niet continu gelukkig zijn. Geluk bestaat alleen als je ook weet hoe periodes met minder geluk er zijn.”
“Ik denk dat deze generatie meer dan ooit het idee heeft dat je alles kunt bereiken als je maar hard werkt. Dat is niet helemaal waar. Ik kan wel ontzettend graag de beste zanger van de wereld worden, maar de kans dat ik het word, is vrij klein. Dat heeft niets met mijn leeftijd te maken, dat heeft met mijn zangtalenten te maken. Als mijn ouders erg hadden ingezet op het ontwikkelen van dat zangtalent, dan had het niet goed uitgepakt, want daar zit mijn talent helemaal niet. De wereld is maar beperkt maakbaar.”
Waar lopen mensen van deze generatie naar uw idee nog meer tegenaan?
“Een heel concreet voorbeeld is dat steeds meer jongvolwassenen slaapproblemen hebben. Dat heeft voor een deel te maken met sociale media. Mensen zitten ’s avonds langer nog op hun telefoon. Dus de slaapkwaliteit én de duur zijn minder geworden, en dat heeft bijvoorbeeld effect op je concentratie. Als ik een paar nachten slecht slaap, dan merk ik het ook.
“Het zou goed zijn om studenten daar voorlichting over te geven, desnoods digitaal met wat tips and tricks. Leg je telefoon bijvoorbeeld niet op je slaapkamer, maar koop een ouderwetse wekker.”
Dus u heeft een wekker thuis?
“Ik ben een slecht voorbeeld, als ik eerlijk ben. Maar ik spreek wel mensen die hun telefoon beneden laten liggen en ik denk dat het een uitstekend plan is.”
Er waren afgelopen jaar een paar incidenten met seksueel geweld tussen studenten. De universiteit gaat nu een centraal meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag instellen. Is het al duidelijk wanneer dat er komt?
“Dat zit inderdaad in het plan, maar dat moeten we nog uitwerken. Dus dat kan ik nog niet zeggen.”
Die casussen maakten ook duidelijk dat de procedures rond grensoverschrijdend gedrag onduidelijk zijn, zowel voor studenten als voor aanspreekpunten als studieadviseurs.
“Ik vind dat ook écht een heel belangrijk punt, want het moet voor studenten klip-en-klaar zijn waar ze terecht kunnen met klachten. Je kunnen doorverwijzen naar de juiste instantie. Dat was nog niet duidelijk genoeg. Ik vind wel dat we op deze universiteit de procedure goed op orde hebben. Mensen kunnen terecht bij getrainde vertrouwenspersonen en de ombudspersoon die onlangs is aangesteld. De communicatie erover moet echter ook goed zijn, zodat studenten en medewerkers weten waar ze moeten zijn.”
Als we elkaar over twee jaar weer spreken, is er dan veel veranderd?
“Ik hoop vooral dat we mentale gezondheid bespreekbaar kunnen maken, want dat is toch altijd stap één. We moeten ons ervan bewust worden dat het helemaal niet vreemd is als je een keer naar een psycholoog gaat. Het is heel normaal, en hoort voor een deel ook bij het leven.
Met een aantal zaken uit het plan – zoals die huiskamer zijn we al opgestart. We starten ook met de snellere doorverwijzing. We willen ook intensiever samenwerken met het Erasmus MC, zodat we de studenten met forse problematiek die het echt nodig hebben, sneller kunnen doorverwijzen naar de afdeling psychiatrie. Andere zaken gaan langer duren, maar we hebben dit plan niet laten opstellen en helemaal doorgeakkerd om daarna te zeggen: ‘het kan de vrieskast in.’ Dat gaat niet gebeuren.”