In het uitvak staan van een voetbalstadion is – vooral in de Kuip – een beetje zoals een gorilla zich moet voelen in Blijdorp, met het verschil dat je niet wordt aangestaard door toeristen met selfiesticks, maar voortdurend wordt bestookt door zonverbrande kale mannen die, onder andere, heel graag hun middelvinger naar je opsteken. Trebski ziet, veilig achter een wand van plexiglas en beveiligers, het circus om zich heen geamuseerd aan.
“De platheid van het publiek in De Kuip is tamelijk indrukwekkend”, lacht Trebski, die onlangs afstudeerde voor zijn master Innovation. “Prachtig dat ze hardstyle door de speakers laten knallen om de menigte op te zwepen. Alleen in Rotterdam hoor je hardstyle in een stadion.”
Sparta, net gepromoveerd naar de hoogste divisie, is voorafgaand aan deze wedstrijd duidelijk de underdog. Toch hebben de Spartanen, vandaag inclusief Trebski, hoop. Als de hardstyle wegebt, vullen zij het stadion met geluid. Wanneer de scheidsrechter voor de aftrap fluit, stoppen we even met het interview en richten we onze aandacht op de wedstrijd.
Rust
In de eerste 45 minuten vallen er geen doelpunten, maar Trebski is optimistisch over een vruchtbaardere tweede helft. Tijdens het wachten op de hervatting van de wedstrijd, vertelt hij wat over zijn leven in Rotterdam.
“Toen ik naar Rotterdam verhuisde, kwam ik voor het eerst in Nederland; ik was hier nog nooit geweest voordat ik er ging studeren”, zegt Trebski, terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd veegt. “Eerst deed Rotterdam me erg denken aan Scandinavië waar ik eerder had gewoond, maar zodra ik contact kreeg met mensen, besefte ik dat Nederlanders een stuk opener en gastvrijer zijn. En net als in Zweden spreekt iedereen Engels, dus ik voelde me meteen thuis.”
Trebski behoort tot de categorie internationaal ingestelde studenten die niet per se een plek hebben die ze echt als hun thuis beschouwen. Hij heeft Pools bloed, maar heeft in de VS, Zweden, Polen en Duitsland gewoond voordat Rotterdam zijn surrogaatthuis werd. Maar hoewel Rotterdam zijn thuis is, bestaat de sociale kring van Trebski meer uit ‘internationals’ dan uit Nederlanders.
“In mijn IBA-tijd verdeelde ik studenten grofweg in drie verschillende groepen: internationals, lokale Nederlanders en Nederlandse internationals. De paar Nederlandse vrienden die ik heb zijn ook internationaal ingesteld en hebben in het buitenland gewoond of op een internationale school gezeten, behalve een jongen uit mijn master. Die uiteraard Bob heette.”
Voordat we verder kunnen praten, worden we plotseling onderbroken door een laveloze Sparta-fan naast Trebski die met een gerichte straal het beton waarop we staan onderkotst.
“Dit is zo barbaars”, zegt Trebski die zijn hoofd schudt en zijn lach niet kan inhouden.
“Maar eh, je blijft heel makkelijk in een sociale kring binnen een studie hangen. Ik heb IBA gedaan, en het voelde op een bepaalde manier altijd alsof het de faculteit was die over de meeste middelen beschikte, de beste naam had en het populairst was. Ik vond het nooit prettig dat we werden behandeld als een bevoorrecht, speciaal type student.”
“Ik vind het niet goed dat IBA-studenten zo worden vertroeteld en dat IBA op een voetstuk wordt geplaatst. “Het stoort me, omdat wanneer je mensen van andere studies ontmoet, ze al een bepaald beeld van je hebben gevormd en je in het IBA-hokje wordt geduwd.” Dat hoeft niet zo te zijn.”
Tweede helft
Een paar minuten na het begin van de tweede helft vloog het feestbier door de lucht toen Sparta de eerste goal van de wedstrijd maakte. Maar die voorsprong hield niet lang stand: Steven Berghuis van Feyenoord maakte na ruim een kwartier de 1-1. Een paar minuten later schoof de spits van Sparta de bal tussen de benen van de Feyenoord-keeper in het doel en bracht zijn ploeg weer op voorsprong, tot ieders verrassing. Met nog vijftien minuten te gaan, stond er Feyenoord 1 – Sparta 2 op het scorebord.

Het was 19 jaar geleden dat Sparta voor het laatst had gewonnen in De Kuip. En voor die overwinning zat weer een gat van 19 jaar tot hun laatste zege in Rotterdam-Zuid. Zou die trend doorzetten?
“Ik ben hartstikke bijgelovig in dat soort dingen”, geeft Trebski toe. “C’mon boys!”
Mokerslag
De supporters van Sparta zijn in de zevende hemel terwijl de klok verder tikt en baden zich in de frustratie die er vanaf druipt bij de Feyenoord-getrouwen. En dan gebeurt het volgende: ver in de blessuretijd scoort Feyenoord een rommelige goal die als een spreekwoordelijke mokerslag aankomt in het uitvak. De wedstrijd eindigt weliswaar in een gelijkspel, maar voor de Sparta-fan voelt het als een nederlaag als je bedenkt hoe dicht ze bij de overwinning waren. Zelfs Trebski, die voor het eerst een wedstrijd van Sparta bijwoont, ziet er terneergeslagen uit.
“Normaal ben ik voor Arsenal, dus ik ben wel gewend aan teams die het zo weggeven”, zegt Trebski na het laatste fluitsignaal. “Maar toch ben ik er kapot van. We waren beter dan Feyenoord.”
Let op het woord we. Het lijkt erop dat deze Poolse international zich verbonden voelt met Sparta.
“O zeker. Na vandaag is Sparta mijn club.”