Top Fish Seafood, Visco Visgroothandel en Seafood Connection. Het industrieterrein aan de rand van vissersdorp Urk voldoet aan alle verwachtingen. Op deze dinsdagmorgen rijden vrachtwagens vol diepvriesvis af en aan. Studenten van de bachelor Klinische Technologie lopen verdwaasd rond tussen de enorme loodsen. Je ziet ze denken: dit kan niet de plek zijn waar we een dag worden ondergedompeld in de geschiedenis van de Nederlandse geneeskunde? Een A4-tje op de deur van een loods aan het Foksdiep verraadt dat ze toch op het juiste adres zijn.

Verloren

De verwarring is begrijpelijk. De vijf loodsen die hoogleraar Mart van Lieburg (67) in de loop der jaren in gebruik heeft genomen om het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland in te huisvesten, zijn ongeveer de laatste plek in Nederland waar je deze enorme verzameling medisch erfgoed verwacht. “Ik heb overal gekeken, maar dit was uiteindelijk de beste plek qua kosten en ruimte. Nee, niet de meest voor de hand liggende plek, maar we hadden meteen al de ruimte nodig.”

In 2003 dreigde namelijk een groot deel van de boeken van de medische bibliotheek van het Erasmus MC verloren te gaan. Het sein voor Van Lieburg om in actie te komen. “Ik heb toen gevraagd: wat kosten mijn werkplek en mijn medewerker? Die heb ik ingeleverd en met dat geld heb ik mijn werkplek verplaatst. Samen met mijn eigen boeken, die door het hele land stonden, heb ik de collectie van het Erasmus MC naar Urk laten komen.”

trefpunt-medische-geschiedenis-urk-foto-Ronald-van-den-Heerik-2
Mart van Lieburs in zijn ‘eigen’ 19e eeuwse bibliotheek. Beeld door: Ronald van den Heerik

Horrorapparaten

trefpunt-medische-geschiedenis-urk-foto-Ronald-van-den-Heerik-1
Attribuut uit de apotheek. Beeld door: Ronald van den Heerik

Zestien jaar later hebben Van Lieburg en zijn collega’s voor ruim een miljoen euro aan vastgoed en een veelvoud van dat bedrag aan medisch erfgoed bij elkaar gebracht. En dat zijn niet alleen ontelbare kasten vol boeken. Een volledig intacte Rotterdamse apotheek uit 1895, vitrines vol horrorapparaten waarmee urologen in de tropen uit de voeten konden of een kast die de ontwikkeling van de po door de jaren heen laat zien. Stip iets uit de medische geschiedenis aan en het staat hier. Maar noem het Trefpunt vooral geen museum. Dat is niet alleen tegen het zere been van Van Lieburg, maar ook tegen dat van alle vrijwilligers. “Wij bewaren niet alleen het erfgoed, maar we zijn ook een plek voor onderzoek en onderwijs. Voor medische professionals en studenten.”

Vandaag zijn dat er een kleine honderd van de bachelor Klinische Technologie. D-day, noemt Van Lieburg de dag waarop hij elk jaar de studenten ontvangt van de opleiding die de universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam samen hebben opgezet. Terwijl hij voor de ene helft van de groep de dag opent met een college over het belang van ‘Urk’ (“PDF-kennis is slechts een druppeltje van de kennis die in boeken is verzameld”), is de andere helft van de studenten kriskras door de loodsen verspreid. Tientallen vrijwilligers – grotendeels gepensioneerde artsen – vertellen tussen hun eigen boeken en instrumenten over het vakgebied.

Hele apotheek

“Toen ik stopte met werken, wilde ik graag mijn beroep in ere houden”, vertelt gepensioneerd fysiotherapeut Wim Schoemans. Hij laat de studenten uitgebreid kennis maken met fitnessapparatuur uit vervlogen tijden. “Iedereen die hier rondloopt, is er vanwege de liefde voor zijn of haar vak. En wat is er dan mooier om jouw kennis te delen met de jongere generatie? Het mooie is ook dat niemand eigen belangen heeft, dat maakt de sfeer heel prettig. Je leert ook van elkaar. Ik praat net zo makkelijk met een tandarts als met mijn vakgenoten.”

Een loods verderop laat Peter Wittop Koning (74) vol trots de Rotterdamse apotheek uit de negentiende eeuw zien. De ICT-specialist met een verleden in de medische wereld kwam terecht bij het Trefpunt toen een antieke computer uit een apotheek op straat dreigde te belanden. “Dat kon ik echt niet aanzien. Daarom ben ik uiteindelijk hier naar toe gekomen. Ik ben blijven hangen als vrijwilliger. Archiefwerk of soms wat klussen.”

trefpunt-medische-geschiedenis-urk-foto-Ronald-van-den-Heerik-4
Studenten luisteren naar fysiotherapeut Wim Schoemans (blauwe trui). Beeld door: Ronald van den Heerik

Kibbeling

Van Lieburg ziet het allemaal met veel plezier aan. Nadat de medisch historicus (‘beter kon ik niet’) in 2003 de eerste loods op Foksdiep nummer 8 kocht, volgde zeven jaar later nummer 6. Inmiddels zijn nummer 2 tot en met 10 bezet door medische verenigingen en heeft elke specialisatie een eigen hoek. Op zoek naar nieuwe spullen hoeft hij allang niet meer. Wekelijks rijden er bestelbussen vol nieuw materiaal naar de Noordoostpolder. “Langzamerhand zijn we echt het centrum voor de medische geschiedenis in Nederland geworden. Dat is het mooie. We hebben een hechte groep vrijwilligers uit het hele land en elke week zitten er weer andere groepen binnen. Dan komen er zeventig chirurgen die bijpraten over het vak, een paar dagen later lopen er honderd studenten binnen.”

Tussen de middag geniet zijn bezoek van kibbeling (‘vaste prik’), maar niet voordat hij de studenten en vrijwilligers semi-streng heeft toegesproken. “Ga niet alleen maar naast je studiegenoten zitten en praat niet de hele lunch met vakgenoten over vroeger. Praat vooral met elkaar.” Normaal gesproken een verzoek dat niet vaak navolging krijgt, maar dat is hier anders. Instagram en de verhalen over vroeger maken plaats voor gesprekken tussen jong en oud.

Zo heeft uroloog en tropenarts Erik Felderhof (68) al snel een groep studenten om zich heen. Vol passie laat hij de instrumenten zien die zijn collega’s in de tropen door de jaren heen hebben gebruikt. De beeldende verhalen zorgen af en toe voor open monden bij de studenten. “Dit is toch ontzettend leuk”, zegt hij nadat hij zijn publiek aan een collega heeft overgedragen. “Ik kan hier ruim honderd jaar aan ontwikkelingen in mijn vak laten zien. Dat is enorm waardevol en het zorgt ervoor dat de kennis behouden blijft.”

Onwijs vet gaaf

trefpunt-medische-geschiedenis-urk-foto-Ronald-van-den-Heerik-5
De apotheek. Beeld door: Ronald van den Heerik

De aanwezige vrijwilligers houden intussen scherp in de gaten of Van Lieburg zichzelf niet vergeet tijdens de lunch. Zo weet hij tussen de anekdotes door zelf ook nog wat vis naar binnen te werken. “Je kunt studenten leren in welk jaartal cholera precies is ontstaan, maar die kennis ebt snel weg. Hier heb je een hele eeuw aan kennis, dat maakt een stuk meer indruk. Jaartallen zijn het doel niet.” De eerste keer dat hij zo’n grote groep studenten over de vloer kreeg, noemt hij dan ook ‘onvergetelijk’. “Na afloop kwam een studente naar mij toe. ‘Vanmorgen had ik er helemaal geen zin in, maar ik vond het echt onwijs vet gaaf’, zei ze. Dat is een cadeautje, dan kan mijn dag niet meer stuk. Heerlijk, ik geniet ervan.”

Wie de hoogleraar bezig ziet, kan zich waarschijnlijk niet voorstellen dat deze unieke plek ooit zonder Van Lieburg kan. En andersom. De glimlach is niet van zijn gezicht af te slaan, hij maakt met iedereen een praatje en peilt continu of al zijn gasten het nog wel naar hun zin hebben. Maar in zijn hoofd is hij al bezig met een toekomst voor het Trefpunt waarin zijn eigen rol een stuk minder groot zal zijn.

De vraag is of dat van harte zal gaan. “Iedereen ontdekt langzaam deze plek, dat is prachtig om te zien. Daarbij zijn we de laatste jaren al veel professioneler geworden. Zes jaar geleden begonnen we met professionaliseren, vorig jaar zijn we de tweede fase ingegaan. Ik ben druk bezig om de verantwoordelijkheid voor de verschillende onderdelen bij verschillende mensen onder te brengen. Dat gaat nog wel een paar jaar duren, maar het is een mooi moment om mijzelf langzaam terug te trekken. Heb je trouwens al wel kibbeling genomen?”