‘Hoop opgeleverd’

Pursey Heugens, hoogleraar bij de Rotterdam School of Management en voorzitter van het lab ‘Uitstekend wetenschappelijk onderzoek verankerd in de samenleving’
Wat vond u van het hele proces?
“De vorige strategie werd bij wijze van spreken door één beleidsmedewerker geschreven, dus dit is wel bijzonder. Het proces heeft een hoop opgeleverd en was tegelijk ook een hoop werk gepropt in twee, drie maanden. Het was uiteindelijk ook veel zolderkamertjeswerk, gewoon schrijven. Het heeft voor mij een positieve boventoon gehad, er hebben veel goede mensen veel tijd ingestoken.”
Hoe vond u het proces, met bijeenkomsten in de sporthal, cartoons, handenarbeid?
“Ik ben daar wel aan gewend als professioneel strateeg. Soms voelt zulk procesmanagement als een hinderlijke afleiding, je wilt vooral tijd besteden aan het uitdenken en niet aan de procesbegeleiding. Maar uiteindelijk helpt dat wel bij het uitwerken. Het was alleen allemaal wat krap ingestoken qua tijd.”
Hoe verliep het bij uw eigen lab?
“We hebben gekeken naar welke disciplines op kunnen stomen naar de mondiale top-20. Maar centrale business intelligence bestaat niet echt op deze universiteit. We hebben in een paar maanden tijd negen soorten data over disciplines bij elkaar weten te schrapen. Dat was wel problematisch. Verder hebben we vooral veel opgetrokken met het lab van Arwin van Buuren (Lab ‘Ontwikkelen van onze maatschappelijke impact identiteit’), dat ging erg prettig. Zo hebben we veel gepraat over onderzoeksondersteuning op faculteiten.”
Wat verwacht u van de uitkomst?
“Wij hadden gelegenheid om uit te wijden, nu gaan alle voorstellen in een trechter en moeten er keuzes worden gemaakt. Ik hoop dat er meer besef komt dat we moeten investeren in onderzoeksondersteuning. We zitten nu achteraan het peloton wat betreft ondersteuning, en ik hoop dat we dankzij de nieuwe strategie opschuiven naar het midden.”
Geen echo

Peter Vervest, hoogleraar bij de Rotterdam School of Management en voorzitter van het lab ‘Toekomstgericht onderwijs’.
Wat vond u van het hele proces?
“Ik vond het leuk en vernieuwend dat het zo breed is ingezet. Normaal worden strategieën toch vanuit de staande organisatie ontwikkeld, maar indachtig het gezegde ‘verwacht geen nieuwe geluiden van een echo’ is er gewerkt met design thinking om op die manier tot nieuwe geluiden te komen.”
Wat vond u van hoe het proces was vormgegeven met bijeenkomsten in de sporthal, cartoons, handenarbeid?
“Verfrissend. De gymzaal was wat koud, dus we hebben veel rondgelopen. Leuk om met cartoons en zo te werken, echt niet vreemd; in het bedrijfsleven gebeuren wel vreemdere dingen.”
Hoe verliep het bij uw eigen lab?
“Het was mooi dat de groepen breed waren samengesteld vanuit verschillende faculteiten en alle lagen van de universiteit. Iedereen, ook studenten, kon z’n ei kwijt dat heeft tot nieuwe inzichten geleid. Vernieuwend, zou ik willen zeggen.”
Visie en pragmatiek

Liesbet van Zoonen, decaan Erasmus Graduate School for Social Sciences and Humanities, voorzitter van lab ‘Ons interdisciplinaire potentieel optimaal benutten’.
Wat vond u van het hele proces?
“Ik vond het leuk, omdat ik veel mensen ook niet goed kende en niet wist wat we allemaal gemeenschappelijk hadden. We hadden mensen uit veel verschillende disciplines van RSM en ISS tot een neuropsycholoog, historicus en een gynaecoloog.”
Wat vond u van hoe het proces was vormgegeven met bijeenkomsten in de sporthal, cartoons, handenarbeid?
“Ik ben wel bekend met de methodiek van design thinking. Ik schrik er niet van als er ook geknutseld moet worden. Dat je bij sessies niet mocht zitten en er soms keiharde muziek klonk, maakt het echt een ander proces, dat is goed.”
Hoe verliep het bij uw eigen lab?
“De decanen en CvB hadden met het frameworkal een goede richting gegeven, daar zijn we ook niet van afgeweken. Aan ons om er body aan te geven. Wij hebben geprobeerd om onze voorstellen zo concreet mogelijk te maken. Je hebt er niks aan als je te ver van het pad af raakt. Ik noem het een goede combinatie van visie en pragmatiek.”
Wat verwacht u van de uitkomst?
“Een van onze voorstellen is universiteitshoogleraren aan te stellen, gekoppeld aan de bestaande Erasmus Initiatives. Die zijn thematisch al goed gekozen, maar moeten nog wel inclusiever en uitgebreider worden. Deze universiteitsprofs krijgen een crew van energieke talententen om zich heen die vanuit dat interdisciplinaire onderzoeksthema verbanden leggen met het onderwijs en maatschappelijke impact creëren. Zij kunnen helpen om de EUR-strategie concreet vorm te geven. We hebben onze ideeën getoetst ook bij de andere labs en dat leek goed aan te sluiten.”