“In onze derde week stonden we al in de snijzaal. Dat was bizar. Het idee alleen al is bizar”, vertelt Tirza den Hertog. Op de snijzaal mogen geneeskundestudenten in menselijke lichamen snijden die ter beschikking zijn gesteld aan de wetenschap. “Je had ook mensen die er echt moeite mee hadden en de zaal uitliepen of flauwvielen. Uiteindelijk kwam iedereen terug en waren alle studenten wel een paar uur bezig.” Zelf bleef de toen nog 17-jarige op beide benen staan.

Tirza den Hertog

Lees meer

‘Ik wil zoveel mogelijk genieten van het studentenleven’

Dit is Tirza den Hertog (17) uit Nunspeet. Ze begint aan een studie Geneeskunde, omdat ze…

De studie Geneeskunde is ‘meteen volle bak’, aldus Tirza. De week voor het eerste (deel)tentamen heeft ze er bijna zeventig uur aan besteed, zo zegt ze zelf. Haar tweede tentamen van dit collegejaar heeft ze inmiddels ook al achter de rug. “Anatomie, celbiologie, kortom: dit eerste blok bespreken we hoe alles functioneert in een gezond lichaam. We maken lange dagen op de universiteit, hebben veel contacturen. Als je eventjes niets doet, is het heel moeilijk om alles weer in te halen. Zelf heb ik geen vriendje, maar ik hoor medestudenten regelmatig klagen dat ze hun vriendje nog amper zien. De studie is behoorlijk zwaar.” Maar opgeven is geen optie: “Ik ben wel écht gemotiveerd. Ik weet namelijk: ik wil arts worden en daarvoor moet ik dit allemaal doen.”

Tirza is nog wel even zoet met het verwezenlijken van haar droom. De opleiding tot basisarts duurt zeker zes jaar. Een mogelijke specialisatie neemt ook nog vijf tot zes jaar in beslag. “Het schrikt mij niet af, maar andere mensen schrikken er soms wel van. ‘Ga je dat echt doen?’, hoor ik dan.”

Voor haar studie moest Tirza het vertrouwde Nunspeet verlaten. Ze woont nu in het Oude Noorden in Rotterdam. “Het went snel, ik voel mij hier thuis en ken ook al veel mensen. Rotterdam is echt al een beetje thuis geworden.” Vreemder was dag in dag uit in een ziekenhuis zijn, maar ook dat went. “Je ziet wel eens zieke kinderen met een infuus door de hal lopen. Het is heel gek om zoiets te zien. Die kinderen zitten in een rotsituatie en jij gaat gewoon naar college. Maar het is wel goed dat we in het ziekenhuis college hebben. Je krijgt zo meer mee van dat wereldje dan wanneer je op Woudestein zou zitten. Dit is toch de omgeving waarin wij, als toekomstige artsen, willen werken.”