De internationale academische beweging voor Open Access strijdt al jaren tegen het economisch model dat gedomineerd wordt door wetenschappelijke uitgeverijen, waarvan sommige meer winst maken dan Apple, Facebook of Google. Maar hoe maakt de academische wereld deze transitie?

Dinsdagmiddag organiseert de universiteit een evenement om meer bewustzijn te creëren over Open Access. Leonidas Pakos, specialist Licences & Open Access van de Universiteitsbibliotheek, beantwoordt zes vragen die je altijd al wilde stellen over Open Access.

Wat is het probleem?

“Zoals het nu gaat, betaalt de maatschappij minimaal dubbel mee aan de toegankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek. De wetenschapper wordt eerst betaald met Nederlands belastinggeld. Om de resultaten van onderzoek te distribueren, wordt een uitgever gezocht die ze publiceert. Vervolgens wordt er weer betaald, via abonnements- of licentiegelden, om de publicatie te kunnen lezen. Open Access moet hier verandering in brengen.”

Wat verstaan we precies onder Open Access?

“Er bestaan meerdere definities, maar de simpele versie houdt in dat je je wetenschappelijke publicaties gratis aanbiedt aan het publiek. Globaal kunnen onderzoeksresultaten op verschillende manieren openbaar worden gemaakt: via de groene of de gouden weg. Volg je de groene weg, dan plaatst de auteur een kale versie van zijn onderzoek, dus zonder opmaak door de uitgever, in een institutional repository, het openbare archief van de universiteit. Via de gouden weg maakt de uitgever de publicatie meteen openbaar toegankelijk. Uitgevers brengen in dat geval de Article Processing Charges (APC) in rekening, waarmee de redactie- en productiekosten worden gecompenseerd. Er wordt dan dus alsnog ‘twee keer’ betaald, maar de publicatie is wel meteen voor iedereen beschikbaar.”

Bibliotheek

Lees meer

Europese landen maken wetenschappelijke artikelen gratis toegankelijk

Vanaf 2020 mogen wetenschappers met publiek geld betaald onderzoek alleen nog maar open…

In verschillende Europese landen moeten in 2020 alle onderzoekers en universiteiten hun publicaties vrij toegankelijk maken voor het publiek. Wat zijn de grootste obstakels voor het bereiken van Open Access?

“De plannen voor Open Access zijn heel ambitieus, maar het is vaak nog onbekend hoe ze precies moeten worden bereikt. Neem bijvoorbeeld het amendement van Taverne, een toevoeging op de Nederlandse auteurswet. In het kort betekent dit dat publiek gefinancierde publicaties na verloop van een redelijke termijn ook in Open Access gepubliceerd mogen worden. Dit is dwingend recht, dus wanneer een onderzoek bijvoorbeeld door een Japanse uitgever is gedistribueerd en die uitgever de distributierechten bezit, dan krijgt de Nederlandse wet voorrang en mag de auteur de onderzoeksresultaten ook openbaar maken, bijvoorbeeld via een repository van de universiteit. Er kleven alleen nog wel wat onduidelijkheden aan dit amendement. Het is bijvoorbeeld vooralsnog niet gedefinieerd wat ‘een redelijke termijn’ is.

“Andere obstakels zijn de grote invloed die uitgeverijen nog steeds hebben, en onvoldoende budget om bijvoorbeeld de publicatiekosten te kunnen betalen. Bij de groene variant vraagt men zich weleens af hoe precies naar de publicatie in de repository verwezen moet worden, al wil natuurlijk niet elke lezer ook wetenschappelijk citeren. Dit zijn allemaal zaken waar academici samen uit moeten komen. Wanneer die zich sterk maken richting uitgevers, durven steeds meer mensen grote stappen te nemen. Duitse universiteiten hebben bijvoorbeeld al hun contract met Elsevier niet verlengd vanwege de hoge kosten. Je ziet een beweging ontstaan, maar academici moeten het wel samen doen. Pas dan sta je sterk. Uiteindelijk heb je de uitgevers daar ook bij nodig.”

Wat is jullie doel met het Open Access-evenement op de universiteit?

“We willen vooral nog meer bewustzijn creëren, zowel bij beleidsmedewerkers als bij wetenschappers zelf. Open Access is bij velen al bekend, maar het is vooral belangrijk om uit te leggen hoe het mechanisme werkt. Zodra wetenschappers het systeem en verdienmodel achter de schermen begrijpen, zien ze dat Open Access in dienst staat van de hele maatschappij. De volgende stap is dan uitleggen hoe de universiteit onderzoekers kan ondersteunen bij het Open Access publiceren.”

Hoe ondersteunt de universiteit Open Access dan precies?

“De universiteitsbibliotheek kan onderzoekers begeleiden bij het publicatieproces. De EUR heeft dus een openbaar repository, waar alle ‘gouden’ Open Access-publicaties worden verzameld en auteurs via de groene weg gratis – en eventueel onder embargo – de publicatie kunnen laten opnemen. Verder heeft de universiteit met diverse uitgeverijen in zogenaamde ‘big deals’ afspraken gemaakt over Open Access. Voor deze uitgeverijen zijn de publicatiekosten al afgekocht door de EUR, en kunnen onderzoekers dus ‘gratis’ publiek publiceren. Wanneer er geen afspraak is met een uitgeverij, zijn er bijvoorbeeld subsidiemogelijkheden via het Erasmus Open Access fonds. Er is ook een digitaal Open Access-loket waar onder andere betrouwbare en goede uitgevers te vinden zijn.

“Het beleid van de EUR is nu al dat Rotterdamse wetenschappers verplicht zijn om publicaties via de groene weg in de repository op te nemen. Zo is er altijd een lokale versie beschikbaar bij het instituut dat het onderzoek gefinancierd heeft.”

Hoe kunnen wetenschappers zelf Open Access publiceren?

“Voor een wetenschapper die Open Access wil publiceren begint het proces met de Erasmus Journal Browser, waarin alle bij de EUR bekende journals en uitgeverijen zijn opgenomen. Hier kun je zien of de APC-kosten al door de universiteit zijn afgekocht of niet. Als ze nog niet zijn afgekocht, kunnen academici een alternatieve, vergelijkbare uitgever zoeken, of aanspraak maken op het Erasmus Open Access Fonds. Verder kunnen zij hun publicatie sowieso ‘groen’ afstaan aan de repository. Maar het advies is ook om bij aanvang van het onderzoek al na te denken over waar je Open Access wilt publiceren, en om eventueel de APC-kosten al in de financieringsaanvraag mee te nemen.

“Ten slotte kunnen sommige gerenommeerde wetenschappers wellicht een voorbeeldfunctie vervullen. Jonge academici die zichzelf nog moeten bewijzen, willen vaak gepubliceerd worden in journals met een hoge impactwaarde. Hier hangt een stevig prijskaartje aan, onder andere omdat een goede redactie nu eenmaal geld kost. Wanneer bekende onderzoekers het voortouw nemen om Open Access te publiceren, wordt het oude systeem misschien doorbroken. Voor een echte cultuurverandering is er echter grotere collectieve actie nodig.”