Jouw geluk gaat tegenwoordig iedereen wat aan, vooral je werkgevers. In hedendaagse bedrijfsmodellen wordt steeds vaker rekening gehouden met jouw tevredenheid, die door middel van personalisering in die modellen wordt opgenomen. Ben je een gelukkige werknemer die slecht presteert of een ongelukkige werknemer die goed presteert? De matrix die de verhouding tussen prestaties en geluk aangeeft weet hoe je in elkaar zit en is veel efficiënter dan welke vorm van zelfreflectie dan ook. De formule is eenvoudig: gelukkigere werknemers zijn productiever en productieve werknemers zijn gelukkiger. Dat lijkt een win-winsituatie voor werkgever en werknemer.

En dat terwijl stress de meest veelvoorkomende klacht op de werkvloer is. Volgens een rapport van Forbes uit 2017 kan 60% tot 80% van de ongelukken op de werkvloer in verband worden gebracht met stress. In Nederland gaf 24% van de werknemers die in 2015 niet naar hun werk gingen aan dat hun afwezigheid voornamelijk of gedeeltelijk aan het werk zelf lag.

De oplossing? Creëer geluk met behulp van open kantoorruimten zodat er binding tussen werknemers ontstaat. Huur ‘funsultants’ in om teamactiviteiten te bedenken die voor een gevoel van saamhorigheid zorgen. Bedrijven als Google hebben een Chief Happiness Officer. Onze eigen universiteit is begonnen met een week voor tevredenheid op het werk waarin we kunnen leren ‘van vergaderingen te genieten, stress om te zetten in productiviteit, onze geest te trainen, meer aandacht aan positieve ervaringen te besteden en onze neiging ons druk te maken los te laten.’

Payal Arora is Associate Professor aan de Erasmus School of History, Culture and Communication

Ik neem aan dat er veel goede bedoelingen zitten achter deze gelukscult en verplichte positiviteit.

Toch is het zo dat werken steeds competitiever, harder en genadelozer is geworden. Wij werknemers worden op obsessieve manier aan talloze prestatiemaatstaven onderworpen. We krijgen steeds meer het gevoel dat we vervangbaar en overbodig zijn, omdat er meer aanbod dan vraag is (in ieder geval binnen de academische wereld) door een overvloed aan bekwame werknemers.

Ons geluk is daardoor eigenlijk het tegenovergestelde van werk. Laten we eerlijk zijn: vergaderingen kunnen efficiënt zijn of zelfs overbodig, maar leuk zijn ze niet.

Als geluk hetzelfde is als productiviteit, laten we dan ongelukkig zijn.

Luiheid is een deugd, beargumenteerde Bertrand Russell lang geleden. We moeten opnieuw leren hoe we lui moeten zijn. Regelmatig afstand nemen van ons academische werk is goed voor onze geestelijke gezondheid. Een kookcursus volgen of lid worden van een activistische organisatie kan ons gelukkiger maken, ondanks dat we dan minder productief zijn.

Omdat binnen de academische wereld eigenwaarde wordt bepaald door of je een beurs krijgt of niet, moeten we nog harder ons best doen om ons geluk te zoeken in alles dat niets te maken heeft met zinvolheid, utilitarisme en vooral niets met werk.

Payal Arora is hoofddocent aan Erasmus School of History, Culture and Communications