Het was even schrikken voor Skadi-president Jolien van Haasteren toen ze eind september – net een paar weken bezig – een telefoontje kreeg van de universiteit. Er was een klacht binnengekomen over het introductieweekend. Het zal toch niet, na al dat ontgroeningsgedoe van de afgelopen jaren?
Cultuuromslag
“Toen ik eenmaal begreep wat de klacht inhield, viel de schrik wel mee”, vertelt Van Haasteren. “Ik had het echt heel erg gevonden als er iemand gewond was geraakt, of als iemand zich gediscrimineerd of persoonlijk geïntimideerd had gevoeld. Maar dat was gelukkig niet het geval.” Een totale cultuuromslag zoals bij RSC/RVSV, acht ze dan ook niet nodig. “We hebben geen cultuurprobleem, maar willen wel dat iedereen zich prettig voelt bij het introductieweekend.”
Expliciete liedjes
Wat was er dan aan de hand? De moeder van een deelnemer aan het Kennismaking-en-Integratie-voor-SkadiSjaarsen-weekend (ook wel bekend als het KISS-weekend) schreef een brief aan het College van Bestuur. Volgens de Commissie KMT, die de klacht onderzocht in opdracht van het College van Bestuur, voldeed het weekend niet aan de afspraken tussen de universiteit en de gezelligheidsverenigingen. Het weekend zou fysiek te zwaar zijn, de eerstejaars zouden te weinig slaap en drinken hebben gehad, en er zou grof taalgebruik zijn gebezigd: gescheld en het zingen van ‘liederen die niet direct als emancipatoir kunnen gelden’.
“Laten we vooropstellen dat Skadi geen ontgroening heeft en het grootste deel van het weekend heel leuk is. Iemand uitschelden of affeuten hoort er absoluut niet bij”, zegt Van Haasteren. “Maar een aantal zaken kan beter. In het draaiboek staat uiteraard dat de eerstejaars voldoende moeten slapen, maar als een diner uitloopt, betekent dat het programma ’s ochtends ook later moet beginnen.” In de bus naar het weekend wordt altijd gezongen. “Het Skadilied en het Rotterdamlied natuurlijk.” Maar daar zit ook weleens iets vunzigs tussen. “Dat is niet discriminerend of vrouwonvriendelijk, hooguit expliciet. Maar we houden het vanaf nu bij die eerste twee”, aldus Van Haasteren.
Olympisch goud
Dat het weekend fysiek te zwaar zou zijn, vindt ze een lastigere klacht. “We zijn natuurlijk een sportvereniging. Alles staat in het teken van roeien en het halen van Olympisch goud, ook het weekend. Onze leden zitten binnen zes of zeven jaar op het niveau dat ze meedoen om de medailles op Europees en wereldniveau. Fysieke uitdaging hoort daarbij.” Maar ze realiseert zich ook wel dat niet iedereen dat niveau wil of kan halen. “Iedereen wordt daarom uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen, op elk niveau.”
Grote gevolgen voor de vereniging heeft de klacht niet. “We evalueren het weekend altijd kritisch, deze klacht is vooral een externe spiegel om daarbij te helpen”, zegt Van Haasteren. Vanaf nu valt de roeivereniging ook onder de Commissie KMT, wat onder andere betekent dat weekendbegeleiders een aantal cursussen volgen. De nieuwe KISS-commissie, die het weekend komend collegejaar organiseert, is net gevormd en werkt aan een vernieuwd draaiboek, aan de hand van de richtlijnen van de universiteit.