Veel studenten van de internationaal georiënteerde universiteit die de EUR is, zijn voorstander van strengere toelatings- en selectiecriteria voor bepaalde opleidingen of de numerus fixus. Typische argumenten zijn hogere onderwijskwaliteit door kleinere groepen, meer persoonlijke aandacht van de docent en ambitieuze studenten die elkaar stimuleren. Maar zijn toelatings- en selectieprocedures op basis van kwantitatieve criteria, zoals GPA, wel zinvol? Kwalitatieve maatregelen zoals motivatie en ervaring brengen het gevaar met zich mee dat procedures partijdig, subjectief en oneerlijk worden. Is daar wel plaats voor in een academische gemeenschap die veel waarde hecht aan gelijke kansen, toegankelijkheid van onderwijs en diversiteit?

De EUR streeft naar kleinschaliger, intensiever en meer activerend onderwijs. De capaciteit van het onderwijzend personeel – vooral als we kijken naar personeel dat niet in tijdelijke dienst is – blijft echter achter bij deze ambitie. Kunnen we een hoge onderwijskwaliteit garanderen als we deze kwestie proberen op te lossen door meer tutoren en student-assistenten aan te nemen, terwijl zij vaak minder trainingen en functioneringsgesprekken krijgen dan ons vaste personeel?

Tien procent is niet meer genoeg

We verwachten van onze studenten dat ze samenwerken in educatieve projecten of dat ze blijk geven van ondernemingsgeest door initiatieven en startups op te zetten. Maar biedt onze campus wel de ruimte en faciliteiten die nodig zijn voor colleges, studie, werk en evenementen zoals carrièredagen? Volgens mij voldoet onze benchmark om voor 10 procent van onze studentenpopulatie studieplaatsen te hebben, niet meer!

De EUR heeft een open campus en verwelkomt alle studenten en niet-studenten om hier te studeren en werken. Ondertussen lijkt het tempo waarmee het aantal studieplaatsen op de campus stijgt achter te blijven bij het jaarlijks toenemende aantal studenten en bezoekers. Kan en moet onze campus wel voor iedereen toegankelijk blijven, als deze trends zich voortzetten en de dagelijkse worsteling om een studieplaats te bemachtigen steeds erger wordt?

In meer fundamentele zin: er moet een discussie komen over het soort universiteit dat we willen zijn. Moeten we een opener universiteit zijn en vooral waarde hechten aan gelijke kansen en toegankelijk onderwijs? Of moeten we een strengere selectie toepassen om de meest ambitieuze studenten binnen te halen en hogere studieresultaten te behalen? Ik nodig u, als leden van de EUR-gemeenschap, uit aan deze discussie deel te nemen door deze vraag te beantwoorden: toegang of selectie, welke keuze moet de EUR maken?

Lees één reactie