Het is een bekend verhaal: de Erasmus Universiteit heeft maar weinig vrouwelijke hoogleraren. Tijdens de ‘Meesterpreek in de lunchbreak’ in De Nieuwe Poort zette collegevoorzitter Kristel Baele dinsdagmiddag haar visie op diversiteit uiteen. Maar over concrete oplossingen bleef ze vaag.

“Ik wil het vandaag graag met u hebben over hoe het is om anders te zijn dan de mensen om je heen”, begint Baele haar preek. In 1983 trok Baele vanuit België naar de Comoren, een eilandengroep naast Madagaskar in Afrika.

“Toen ik uit het vliegtuig stapte waren er alleen maar zwarte mensen. Ik voelde me kwetsbaar en besefte hoe het moest voelen om als zwarte man of vrouw in een wit land aan te komen. Dit was een les in nederigheid die me altijd bij is gebleven.”

Vallen en opstaan

Dan maakt ze een bruggetje naar haar beleid op de Erasmus Universiteit. “Met vallen en opstaan worden er nu stappen gezet in het diverser en inclusiever maken van de universiteit, maar recht doen aan diversiteit blijft erg moeilijk”, legt Baele uit.

“Er is bij 80 tot 90 procent van alle mensen namelijk sprake van een implicit bias. Mensen hebben onbewust vooroordelen over bevolkingsgroepen of geslachten die hun gedrag in grote mate stuurt. Dit is een belangrijke reden voor het feit dat maar 12 procent van de hoogleraren op onze universiteit vrouw is.”

Weinig concreet

Erg concreet op het gebied van actie om dit probleem op te lossen wordt Baele in haar preek niet. Ze lijkt op actieplannen over te gaan als ze filosofe Maureen Sie reciteert: “Voorkom dat onze bevooroordeelde geesten (die impliciete vooroordelen hebben over man-vrouw verhoudingen) hoogleraren moeten kiezen. Stel vrouwenquota in om gelijkheid te garanderen.”

Maar dat relativeert ze snel door psycholoog Wiebren Jansen aan te halen: “Eenzijdige focus op minderheden kan ertoe leiden dat leden van de meerderheid – in ons geval mannen en autochtone Nederlanders – zich juist buitengesloten voelen.”

Mededogen

Na de woorden van de twee wetenschappers concludeert ze zelf diplomatiek: “Betrokkenheid van alle partijen is noodzakelijk om te komen tot een echt inclusieve en vitale organisatie en samenleving.” En om deze betrokkenheid en verbinding te faciliteren voert ze het begrip mededogen aan. “Dit is het leren leven met sympathie voor alle levende wezens, zonder uitzondering.” Ze sluit haar preek af met een Boeddhistische wens als bescherming tegen de implicit bias:

De gedachte manifesteert zich als woord;

Het woord manifesteert zich als daad;

De daad ontwikkelt zich tot gewoonte;

En gewoonte verhardt tot karakter;

Dus bekijk de gedachte en haar wegen met zorg,

En laat haar ontstaan uit genegenheid;

Die voortkomt uit betrokkenheid met alle wezens.

“Ik vraag u”, zegt Baele, “welke gedachte manifesteert zich in uw woorden?”