Internationale studenten die geen kamer kunnen vinden: ze slapen in auto’s, op campings en in hostels, of keren zelfs terug naar huis. Er is een hoop te doen rondom het gebrek aan woonruimte voor buitenlanders in Nederlandse studentensteden. Dinsdag luidde Kences, de koepelorganisatie van studentenhuisvesters daarom de noodklok.
Er moet namelijk snel wat gedaan worden aan de woningnood onder internationale studenten, anders ontstaan er de komende jaren grote tekorten, waarschuwden de studentenhuisvesters. Kences wijst op het belang van de internationals voor Nederland: zou het aantal internationale studenten in 2025 verdubbelen naar 150 duizend, dan zou dat leiden tot 750 miljoen extra ‘economische activiteiten’ per jaar en ruim 22 duizend banen bij ‘kennisinstellingen en hun toeleveranciers’. Er is, kortom, een nieuw actieplan nodig voor investeringen in studentenhuisvesting, zeggen de belangenorganisaties.
Actieplan
En dus moest demissionair Bussemaker woensdag komen opdraven voor haar laatste debat in de Tweede Kamer. Samen met Zihni Özdil (GroenLinks) diende SP-Kamerlid Frank Futselaar daarbij een motie in voor een nieuw actieplan studentenhuisvesting. Daarin moet de minister harde afspraken maken met instellingen, gemeenten en woningcorporaties om het schrijnende woningtekort aan te pakken.
“Internationale studenten zijn kwetsbaar: ze kennen de wet niet en hebben geen netwerk. Daarom worden ze vaker opgelicht of keren ze teleurgesteld terug naar hun thuisland”, aldus Futselaar. Dat kan nooit de bedoeling zijn, voegde Özdil eraan toe. “We roepen graag hoe geweldig het is dat ons onderwijs internationaliseert. Dan is het lullig dat we niet genoeg woonruimte hebben.”
Maar een actieplan voegt weinig toe, denkt de minister. En van universiteiten en hogescholen eisen dat ze genoeg woonruimte regelen, zoals CDA’er Erik Ronnes bepleit, vindt ze ook geen goed idee. “Ik geloof niet dat we van instellingen een soort woningcorporaties moeten maken.” Wat de minister niet wil, is hogescholen en universiteiten te veel landelijke regels opleggen.
Eerlijke voorlichting
Wel moeten internationale studenten eerlijk en transparant worden voorgelicht, zodat ze beter weten wat ze kunnen verwachten. “Ook als dat betekent dat ze bijvoorbeeld beter in Twente dan in Amsterdam kunnen gaan studeren.” Want in sommige steden is het nu eenmaal druk, meent Bussemaker. En daar kunnen instellingen lang niet altijd iets aan doen.
“Laat het studenten weten als het moeilijk wordt om iets te vinden. Dan is het hun eigen verantwoordelijkheid om eerst goed na te denken voor ze hier naartoe komen.” Daarnaast moeten instellingen vooral met gemeenten en huisvesters samenwerken om te zorgen voor meer woonruimte, vindt Bussemaker.
Internationalisering
De wensen van de studentenhuisvesters sluiten aan bij het nieuwe regeerakkoord, waarin staat dat het Nederlandse onderwijs nog aantrekkelijker moet worden voor buitenlandse studenten. Terecht, vindt ook Bussemaker: “We leven in een internationale wereld, dat geldt ook – en misschien wel in het bijzonder – voor het hoger onderwijs. Hoewel ik ook nationalistische tendensen zie in Nederland, denk ik dat we die internationale attitude moeten behouden.” Omdat we van elkaars cultuur kunnen leren, zei de minister, maar ook omdat studenten uit het buitenland, als ze in Nederland blijven, anderhalf miljard euro opbrengen.