Het zijn hectische tijden voor toproeister Marieke Keijser (20), die dit collegejaar begon met de opleiding Gezondheidswetenschappen aan de EUR. Ze behaalde in mei na zeven jaar haar vwo-diploma en twee maanden later prolongeerde ze haar titel in de lichte skiff op het WK onder 23. Ze werd eind september ook nog tweede op het WK voor senioren. Haar eerste studiemaand viel door het drukke roeischema in het water.
Hoe denk je de werelden van studie en topsport te combineren?
“Ik wil zo goed mogelijk presteren op beide vlakken. Mijn opleiding kent weinig contacturen en vraagt veel zelfstudie, dat scheelt. Dankzij het roeien ben ik al heel gedisciplineerd. Ik ben het bijvoorbeeld gewend om vroeg op te staan voor trainingen. Dit collegejaar is mijn studie het belangrijkste. Met roeien verdien je geen bakken met geld, dus een diploma is wel handig. Gelukkig krijg ik van mijn bondscoach genoeg ruimte om te studeren. Naarmate de Olympische Spelen van 2020 dichterbij komen, verschuift mijn prioriteit ongetwijfeld naar het roeien.”

Waarom koos je voor Rotterdam, Gezondheidswetenschappen en Skadi?
“Ik ben geboren en getogen in Rotterdam en sinds vorig jaar woon ik hier in een studentenhuis. De keuze voor deze studie aan de EUR was snel gemaakt: de combinatie tussen economie en de zorg interesseert mij en Rotterdam is mijn stad. Ik ben vorig jaar al lid geworden van Skadi, mede omdat ik redelijk veel tijd over had door het uitspreiden van mijn eindexamen over twee jaar. Skadi maakte voor mij als scholier een uitzondering, omdat ik al een tijdje roei – de sport zit in de familie. Ook kende ik al een aantal leden, waaronder mijn ‘roeimama’ Rianne Sigmond, voormalig EUR-studente en wereldkampioene.”
Heb je als topsporter nog tijd voor een sociaal leven?
“De eerstvolgende roeitraining begint pas volgende maand. Zowel fysiek als mentaal heb ik die break nodig voordat ik aan het nieuwe seizoen begin. Ik heb nu dus meer tijd om te feesten. Ik voel me als een vis in het water in het studentenleven: het is fijn om als topsporter soms gewoon een ‘sjaars’ te kunnen zijn en te worden ‘afgefeut’, net als alle anderen. En het is belangrijk om tijd te maken voor vrienden, want je kan het niet altijd alleen. Het komt weleens voor dat ik met een kater een roeitraining afwerk. Dat is niet echt lekker, maar ja. Ik weet van mezelf dat ik af en toe een feestje nodig heb. Natuurlijk ga je soms op je bek en haal je een keer een avondje door: ik werd ooit ziek een week na een stapavond, omdat ik door het roeien geen tijd had om bij te slapen. Maar daar leer je van.”