“Wat een ontzettende non-discussie!”, fulmineert Ewout Ketelaars, oud-president van het RSC (inmiddels RSC-RVSV). Het is één van de weinige momenten van opwinding tijdens het Voorzittersdebat van de Eurekaweek op dinsdag in de aula. Tien Rotterdamse studie- en studentenverenigingen verleidden aankomend studenten en discussieerden over internationalisering, carrièremogelijkheden en het verenigingskarakter.
Ketelaars stoort zich aan de stelling dat verenigingen hun Nederlandse kernwaarden moeten versoepelen om zichzelf open te stellen voor internationale studenten. “We discussiëren nu of we het ene moeten verminderen om het andere te laten toenemen. Maak er én-én van. Betrek internationale studenten op hun eigen manier in de vereniging, dan is iedereen gelukkig en hoef je niet de discussie te voeren of de Nederlandse kernwaarden versoepeld moeten worden.”
Nederlandse kernwaarden
Alle voorzitters willen internationale studenten warm onthalen in hun vereniging, maar er bestaan meningsverschillen over de inhoud van ‘de Nederlandse kernwaarden’. Preses Milan Lips van SSR Rotterdam schaart de ontgroening hieronder. Tot ongenoegen van Tobias Hoogteijling van FAECTOR: “Als ik het woord ‘Nederlandse kernwaarden’ hoor, denk ik aan veel fundamentelere dingen als vrijheid, gelijkheid en zorg voor elkaar.”
Als extra snufje kan het publiek via smartphone meestemmen over de stellingen. De resultaten worden zichtbaar op het scherm, maar zwengelen nauwelijks extra discussie aan.
'Dat heet bij ons gewoon voorzitter'
Ook bij de stelling dat lidmaatschap bij een studievereniging tot betere carrièremogelijkheden leidt dan bij een gezelligheidsvereniging, verschillen de meningen opmerkelijk weinig. Volgens de meeste voorzitters maakt het weinig uit, en ligt het vooral aan individuele studenten. Alleen Hoogteijling beweert stellig dat 70 procent van de econometriestudenten een baan krijgt dankzij de carrière-evenementen van studievereniging FAECTOR.
De felste speldenprikjes worden dan ook uitgedeeld buiten het debat zelf, tijdens de introductie van de verenigingen. “Ik hoorde al over het 55-jarig bestaan van de JFR, maar wij vieren aankomend jaar het 100-jarig bestaan, een festijn dat veel en veel groter zal zijn”, snauwt Lips. Sander de Groot countert door de in meerdere verenigingen gangbare termen ‘preses’ en ‘president’ te bespotten. “Dat heet bij ons gewoon ‘voorzitter’, lekker makkelijk.”
‘Meer actie verwacht’
Niet iedere toeschouwer is tevreden over het evenement. “Ik had meer actie verwacht met felle debatten waarbij de microfoon op de grond gesmeten werd”, stelt aankomend student Gezondheidswetenschappen Lucas Boekkamp (18). “De verschillen tussen de verenigingen werden niet duidelijk. Na drie minuten was ik al vergeten wie wie was. Misschien moeten er voortaan bordjes komen.”
Aankomend geschiedenisstudent Luuk Rensen (17) is wél in zijn nopjes. “Het debat was heel informatief. Vooral dat over Nederlandse kernwaarden, belangrijk in een tijd van globalisering en internationalisering. Dit helpt me echt bij het kiezen voor verenigingen. Doordat ik kon meestemmen, voelde ik me ook betrokken.”
