Zo lang geleden als in dit nummer van Lady Gaga – twee jaar – was het nou ook weer niet, maar twee weken is lang genoeg. Ik zit dit in mijn woonkamer te tikken, kop koffie erbij. Ik verbeeld me niet meer dat ik de liefdesbaby ben van Carrie Bradshaw, of een diplomaat. Nee, ik ben gewoon weer mezelf, inclusief mega-jetlag.
In mijn laatste post heb ik je bijgepraat over hoe de conferentie is gegaan en over de verschillende onderscheidingen die we hebben gekregen voor onze prestaties op de conferentie. Sindsdien is er veel gebeurd – en ook bijna niets. De befaamde Delegate Dance vormde de afsluiting van onze reis. Afgaande op de verhalen zou het een saaie avond met slechte muziek worden. Nou, die verhalen, daar klopte dus geen moer van.
De Delegate Dance was in Terminal 5: de muziektempel van New York in Hell’s Kitchen (iets voor jullie, Daredevil-fans!), 610 West 56th Street, ten westen van 11th Avenue. Het is een gave plek met die typische sfeer van een pakhuis dat in een partyruimte is omgetoverd. Bier kost hetzelfde als mixdrankjes, dus je kunt wel raden wat ondergetekende dronk. En op het dakterras mocht je roken (nog steeds niet echt cool, maar dakterrassen zelf zijn wel cool). Ik kon van mijn sigaretje en mijn drankje genieten en wegdromen bij de skyline van ’the city that never sleeps’. Het was echt betoverend.

De dagen erna waren wat minder. Om te beginnen had ik een kater, en daarna was het koffers pakken en uitchecken. Het was, kortom, tijd om naar huis te gaan. Onze hele groep had trouwens een kater, dus het was fijn dat we onze koppijn en het verdriet om het vertrek uit New York – maar ook de opwinding over onze terugkeer naar huis – konden delen. De vlucht naar Amsterdam verliep goed en zonder bijzonderheden. Ik had er achteraf alleen spijt van dat ik de avond tevoren alcohol had gedronken en niet in slaap kon vallen tijdens de vlucht. Maar afgezien daarvan, niks aan de hand.
Op Schiphol werd ik verwelkomd door mijn vader en mijn beste vriend, die me naar huis reden. Ik was vast van plan die dag op te blijven, zodat ik ’s nachts beter kon slapen. Maar een paar uur later verloor ik dat gevecht met mijzelf, en deed ik een dutje van anderhalf uur (en dat was hemels, laat ik je dat vertellen). Ondanks dat, kostte het me ’s nachts geen moeite de slaap te vatten.
Nu zit ik hier, nog steeds met een jetlag. Ik heb nu dan wel geen probleem om in slaap te vallen, maar als ik wakker word voel ik me uitgeput en gebroken. Voorlopig is het uit met de pret: over vier dagen heb ik een tentamen en morgenochtend moet ik om zeven uur op omdat ik om 9 uur een onderwijsgroep heb. De realiteit van alledag noemen ze dat. Of ik daar blij mee ben? Nee. Mis ik New York? Ja. Kan ik er iets aan doen? Helaas niet. Ik ben erg blij en dankbaar dat ik de afgelopen twee weken in Washington D.C. en New York kon zijn, met zeventien van de fijnste mensen ooit. Misschien kom ik er terug. Maar nu, lieve lezers, stopt mijn reis hier. Dank dat jullie mij hebben gevolgd. Misschien, heel misschien, treffen we elkaar weer.
Liefs, Rocher.
P.S. Veel plezier met mijn aftermovie: