De Britse politieke veteraan Tony Benn, een socialist van de oude stempel, stelde ooit dat sociale vooruitgang wordt gedreven door twee vlammen die in de menselijke inborst woeden: die van hoop op een betere toekomst en die van woede over onrechtvaardigheid. Wie naar hedendaagse Nederlandse politici kijkt, moet echter zijn best doen om ook maar een vonkje van deze bezieling te ontdekken.
Ik zie vooral cynische focusgroup-politiek: ingestudeerde handgebaren, rent-a-crowds, opgerolde hemdsmouwen en nietszeggende kretologieën. Zelfs de ‘spontane’ grassrootsbeweging die Lodewijk Asscher ertoe verleidde zich verkiesbaar te stellen, bleek op poten te zijn gezet door een reclamebureau.
Eenheidsworst
Ook inhoudelijk zijn de traditionele partijen behoorlijk op elkaar gaan lijken. Niet dat ze allemaal naar elkaar zijn toegegroeid, nee: het zijn voornamelijk de línkse partijen die naar réchts zijn opgeschoven. Zo presenteerde GroenLinks, voortgekomen uit een fusie van pacifisten en communisten, jaren geleden al een manifest waarin zij voorstelde het ontslagrecht te versoepelen. Wat later stemde de partij in met een militaire missie in Afghanistan, gevolgd door goedkeuring van een leenstelsel voor studenten.
In veel landen heeft de eenheidsworst van de gevestigde partijen voor een tegenbeweging op de flanken gezorgd. In het Verenigd Koninkrijk is er links Jeremy Corbyn en rechts (tot voor kort) Nigel Farage en zijn UKIP. In de VS hadden we de zelfverklaarde socialist Bernie Sanders en zitten we nu met president Trump.
In Nederland hebben we vooralsnog echter alleen Geert Wilders; een linkse volksbeweging wil maar niet van de grond komen. Een van de redenen hiervoor is dat Nederlandse politici minder snel geneigd zijn om een beroep te doen op primaire gevoelens als hoop en woede, uit angst om als luchtfietser of beroepsgefrustreerde te worden weggezet (wie herinnert zich nog de aftocht van Agnes Kant, die door het journaille te boos werd bevonden?).
Toch lijkt woede me ook voor links een prima mobiliserende kracht. Burgerrechtenbewegingen hadden nooit zoveel bereikt als ze machthebbers netjes hadden gevraagd om misschien een klein beetje rekening met ze te houden. Op rechts werpt deze strategie in ieder geval haar vruchten af. Wilders en Trump bepalen doorlopend het publieke debat.
Dus als u straks met linkse sympathieën het stembureau binnenstapt, denk dan eens na over wat u nu écht boos maakt. En als u vervolgens het bijbehorende hokje inkleurt, doe dat dan met gebalde vuisten. Wie weet helpt het.
Giorgio Touburg is promovendus aan de Rotterdam School of Management