Het begin van het jaar is voor mij, net als voor veel mensen, een moment van reflectie. Vaak sta ik even stil bij de dingen waar ik teleurgesteld over ben en hoe vaak ik dat in de loop van mijn amper twintig levensjaren al was. Rond deze periode denk ik zo veel na dat ik regelmatig vergeet in het nu te leven.
De laatste tijd gaat dat echter steeds beter. Ik koop bioscoopkaartjes voor mezelf. Ik zeg geen ‘nee’ meer tegen etentjes bij vrienden. Ik sta mezelf toe nog een glas wijn te drinken waardoor ik ga giechelen en me aanstootgevend ga gedragen. En ik denk na over mijn familieleden en hun tegenslagen. Met name die van de vrouwen in mijn leven.
Neus poederen
Mijn moeder is het brein van de familie. Ik streef ernaar zoals zij te worden als ik later groot ben (en dat zegt veel, want ik ben altijd bang voor de dag waarop ik niet meer kan zeggen dat ik geen volwassene ben). Ze is vurig en sterk, maar op een ingetogen manier. En als ik het niet met haar eens ben, komt dat alleen maar omdat ik wil dat zij beter is. Mijn oma lijkt veel op haar. Ze heeft alles in haar leven uit het niets opgebouwd. Het is daarom extra verdrietig dat haar prachtige geest op 76-jarige leeftijd langzaam aftakelt. Net zoals haar geest wordt ook haar lichaam zwakker, maar we houden haar overeind. We houden elkaar overeind.
De zus van mijn oma werd ziek toen ze 17 was en is nooit beter geworden. Wat als een eenvoudige longontsteking begon, verspreidde zich door haar lichaam en tastte al haar gewrichten aan totdat ze niet meer overeind kon blijven staan. Ze is een paar jaar geleden overleden, maar ik kan me haar nog goed herinneren. In onze familie zeiden we altijd dat ze niet kon zondigen omdat God haar daarvoor geen kans had gegeven. En dan hebben we het nog niet over mijn overgrootmoeder gehad, die voor haar zeven broers en zussen moest zorgen omdat haar eigen moeder het te druk had met haar neus poederen. Ze had bovendien een kleine boerderij in het uiterste oosten van Rusland die ze met haar woeste kracht draaiende hield.
Door aan hen te denken, dwing ik mezelf uit mijn egoïstische gedachtepatroon te stappen. Het kost moeite om elke ochtend op te staan, maar het gaat steeds beter. De zon gaat schijnen. En als ik denk dat ik niet goed genoeg ben, dan herinner ik mezelf aan het feit dat de juiste man voor de klus een vrouw is. Dat is mijn stille ode aan onbeschroomd feminisme.
Waarom we elke dag in de rechtszaal zitten bij Fouad L.
De meeste journalistieke producties bij EM zijn te categoriseren in twee versnellingen:…