Muziek is een belangrijke factor in mijn leven. Ik kan bij alles wat je zegt een toepasselijk liedje vinden. Ik ben ook niet bang om dat te gaan zingen terwijl je nog aan het woord bent. Het eerste wat ik doe als ik thuiskom, is muziek aanzetten. Als het financieel en planningsgewijs haalbaar is, bezoek ik graag een concertje hier of daar.

Niet iedereen heeft interesse in muziek. Dat kan natuurlijk, maar volgens mij is muziek net als eten: voor iedereen is er wel iets dat bij je past, en verdiep je jezelf er écht in, dan gaat er een wereld voor je open. Mijn huisgenoot is bijvoorbeeld al weken Chinese gerechten aan het bereiden waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden en die ik erg lekker vind ruiken. En dat terwijl ik dacht dat ik niet van de Chinese keuken hield. Maar ja, mijn beeld ervan is dan ook gevormd door de kleffe babi pangang die ik vroeger op de hoek kon afhalen.

Frustratie en verbroedering

Met muziek is het niet anders. Sterker nog: volgens de filosoof Friedrich Nietzsche is een leven zonder muziek een fout. En nee, je hoeft heus niet te begrijpen hoe de muziek die je mooi vindt werkt – ook ik red me prima zonder me te verdiepen in toonladders en polytonaliteit. Muziek is hoofdzakelijk gevoel, en als ik met vrienden (of alleen) naar onze favoriete metalband luister, of ik in de kroeg iemand uit volle borst mee zie zingen met ‘Don’t Stop Believing’, dan weet ik weer waarom het leven ertoe doet.

En muziek verbindt. Bijvoorbeeld als je bij een metalconcert je lichaam tegen dat van een ander aansmijt uit een mengeling van frustratie, enthousiasme en verbroedering. Of als een liedje dat iemand anders heeft geschreven ineens over jou lijkt te gaan. En al helemaal als je probeert met anderen in dezelfde toonsoort te blijven. Voor mij is dat de ultieme kerstgedachte. Daarom wil ik van de kerstman dit jaar graag een wall of death onder de kerstboom. Liefst met al mijn vrienden erin.

Leuk, voor onder de kerstboom. Bron: www.youtube.com