Meer dan de helft van de ‘allochtonen’ vindt dat de overheid moet stoppen met het meten van herkomst. Onder ‘autochtonen’ is slechts een derde deze mening toegedaan. Dat blijkt uit een peiling die sociologen Jaco Dagevos en Arjen Leerkes vorige maand hielden via SocialeVraagstukken.nl.

In maart nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de regering wordt gevraagd om ‘de beleidstermen westerse en niet-westerse allochtoon en autochtoon te herzien’. Nog voordat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) op 1 november besloten te stoppen met de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’, begonnen Dagevos en Leerkes met de peiling om te achterhalen hoe de beleidstermen zouden moeten worden herzien.

Drie opties

“De motie van de Tweede Kamer was vrij open. En volgens mij moet je dit niet alleen door de WRR laten besluiten, maar ook kijken naar wat de maatschappij wil”, vertelt Leerkes. “Vooral omdat er verschillende opties zijn om de herziening vorm te geven.” Dagevos en Leerkes gaven in de peiling drie opties: stoppen met meten van herkomst, doorgaan met meten van herkomst maar met andere termen, of doorgaan met een andere invulling van de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’. “We wilden een idee krijgen van de voorkeuren van mensen, en of er verschillen zijn tussen groepen, maar zonder terug te keren naar de oude discussie”, zegt Leerkes. “Daarom geeft de uitslag vooral een beeld van de mensen die iets willen veranderen.”

Verschil van inzicht

Uit de peiling blijkt dat 42 procent van de respondenten wil dat het meten van herkomst stopt. 58 procent van de respondenten vindt dat de overheid herkomst moet blijven meten. Maar bijna een derde (31 procent) wil dat er andere termen worden gebruikt bij het registreren van herkomst. De overige 27 procent wil een andere invulling van de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’. “Dit laat zien dat een meerderheid wil dat de overheid herkomst blijft registreren, maar dat er wel verschillen van inzicht zijn over hoe dat zou moeten gebeuren”, legt Leerkes uit. “De oplossing van het CBS en de WRR, om wel door te gaan met registreren maar zonder de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ heeft maar bij 31 procent van de respondenten de voorkeur.”

‘Allochtonen’ willen af van registratie herkomst

Opvallend is het verschil tussen herkomstgroepen. Van de ‘autochtone’ respondenten is twee derde voorstander van doorgaan met meten, terwijl 58 procent van de respondenten die tot ‘allochtonen’ worden gerekend juist wil dat de overheid stopt met het meten van herkomst.

Dat is wel begrijpelijk volgens Leerkes: “Ik denk dat ‘allochtonen’ er meer nadeel van ondervinden dat ze in dat hokje gestopt worden. Voor een deel komt dat door de context. De term heeft een negatieve lading gekregen.”

Anderzijds werkt de definitie van ‘allochtoon’ uitsluiting in de hand. “Het is vreemd dat we onderscheid maken tussen burgers die hier geboren en getogen zijn door termen als tweede- en derdegeneratieallochtoon. Daarnaast maakt de definitie gebruik van wat we in de sociologie de one-drop rule noemen: dat je ook tot allochtoon wordt gerekend als maar een van je ouders in het buitenland is geboren. Die term komt uit Amerika en heeft bijna racistische achtergronden. Het impliceert dat je als het ware puur moet zijn, twee Nederlandse ouders moet hebben, om een echte autochtoon te zijn.”

Geboorteland als onderscheid

Als het aan Leerkes ligt komen de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ niet meer terug. Hij pleit voor een systeem waarbij het geboorteland het onderscheid aanduidt. “Iedereen die in Nederland is geboren hoort in dezelfde categorie thuis. Je kunt het bijvoorbeeld native born en foreign born noemen en vervolgens binnen die twee categorieën onderscheid maken naar herkomst. Op die manier is het veel neutraler en sluit het beter aan bij de multi-etnische maatschappij die Nederland is.”

Helemaal afschaffen van het registreren van herkomst ziet Leerkes niet zitten. Het levert namelijk nuttige inzichten op. “Door het meten van herkomst weten we bijvoorbeeld dat native born meisjes met een Marokkaanse achtergrond het in het onderwijs beter doen dan native born jongens met een Marokkaanse herkomst. Bovendien kan de registratie van herkomst gebruikt worden om ongelijkheid en uitsluiting te beperken.”

Er namen meer dan 400 mensen deel aan de peiling. De onderzoeksgroep in de poll is niet representatief. Hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd en jongeren en ouderen zijn ondervertegenwoordigd. Dinsdagavond lichten Dagevos en Leerkes de uitslag van de peiling uitgebreider toe in Studio Erasmus, de maandelijkse talkshow over wetenschap in de Rotterdamse Schouwburg.