Het bijzonder hoogleraarschap in Rotterdam is vooral een ‘personeelsbeleidstruc’. Op deze manier bindt de universiteit talentvolle onderzoekers aan zich. Dat blijkt uit onderzoek van Erasmus Magazine.

Bijzonder hoogleraren doen hetzelfde werk als hoogleraren. Het verschil is dat een externe partij de hoogleraar benoemt en soms financiert. Van alle hoogleraren (475) aan de EUR is iets minder dan de helft (213) bijzonder hoogleraar.

Talentvolle onderzoekers

Soms is er  geen plek voor een ‘gewone’ hoogleraar, omdat deze in de regel voor het leven benoemd worden. Om toch ruimte te maken voor talentvolle onderzoekers kiest de universiteit ervoor om iemand te benoemen tot bijzonder hoogleraar. Dit heet een carrièreleerstoel.

Om aan de letter van de wet te voldoen ‘vestigt’ (benoemt) het Erasmus Trustfonds deze bijzonder hoogleraren. In de praktijk is dit een formaliteit. De universiteit kiest de bijzonder hoogleraar uit en financiert deze.

Zelden extern gefinancierd

Vooral over de bijzonder hoogleraren waarbij de geldschieter een externe partij is laait zo af en toe discussie op: hun onafhankelijkheid lijkt daardoor in het geding. In Rotterdam blijkt dit zelden het geval. Het gros van deze bijzonder hoogleraren valt onder de categorie carrièreleerstoel. Hierbij is dus geen sprake van externe financiering.