“Wie is er bang voor een burn-out?”, vraagt gespreksleider Geert Maarse aan het begin van de avond aan het Denkcafé-publiek in Arminius. De vijfhonderd aanwezigen, het overgrote deel starters en studenten, schuiven ongemakkelijk op de bankjes. Hij zet met die vraag de toon voor de avond: iedereen kent opgebrande mensen, maar niemand durft het zelf toe te geven.

In het maandelijkse Denkcafé ging het woensdagavond over de burn-outgeneratie. Waar je misschien zou verwachten dat een burn-out pas de kop opsteekt bij mensen die een midlifecrisis naderen, blijkt uit onderzoek dat juist starters erg vatbaar zijn om opgebrand te raken: zo’n 17 procent van de 35-minners heeft burn-outklachten. Deze risicogroep is dan ook in groten getale aanwezig om samen met cultuurfilosoof Maarten Coolen, GZ-psycholoog Ton Wintels en arbeidssocioloog Fabian Dekker de burn-outgeneratie te doorgronden.

fullsizeoutput_19f
Geert Maarse in gesprek met Maarten Coolen en Fabian Dekker Beeld door: Job Zomerplaag

Dekker legt aan EM het verschil uit tussen ‘moe zijn’ en een echte burn-out. “Een burn-out verwijst naar een situatie van mentale uitputting, en dan gaat het niet om een nachtje slecht slapen of piekeren over het werk, maar om een geleidelijk proces. Dat merk je vooral aan vermoeidheid, minder goed presteren en een prikkelbare houding naar je omgeving.”

Het risico op een burn-out is het grootst onder jongeren. Dat komt volgens de Rotterdamse arbeidssocioloog door de veranderende arbeidsmarkt. “Het burn-out risico verjongt vooral door technologie. De 35-minners zijn de eerste generatie die hiermee te maken krijgt. Werkgevers eisen steeds meer van hun werknemers; routinebanen verdwijnen. Daarnaast werken we steeds vaker flexibel, waardoor je autonomie afneemt. Maar ook onze prestatiemaatschappij is een reden: wanneer iets niet lukt, wordt het direct als persoonlijk falen gezien. Als je over een jongere met een burn-out hoort, dan denk je: ‘Jezus, zo jong en nu al opgebrand?'”

De marathon

img_9550
Het Denkcafé-publiek bestond voor een groot deel uit 35-minners Beeld door: Job Zomerplaag

Volgens Maarten Coolen is mindfulness eerder een tijdelijke uitvlucht dan een oplossing voor een burn-out. Samen met Ton Wintels gelooft hij in het vinden van de juiste levensfilosofie. Dekker roept vooral op tot realisme: “Momenteel zijn zoveel mensen aan het sprinten, terwijl het leven een marathon is. Je kunt het echt zelf stoppen. Het is geen natuurkracht.”

Overbetrokken en ambitieus

img_9548
Het publiek mengt zich in de discussie Beeld door: Job Zomerplaag

De 35-minners in de zaal zijn degenen die hun zorg uitspreken over de prestatiemaatschappij, waarin het alleen nog om het ‘moeten’ gaat. De maatschappij moet veranderen, is de gezamenlijke conclusie.

Student Eckhart gaat te rade bij de aanwezige experts: “Ik wil de financiële sector in, waar je 80-urige werkweken draait, maar ik lees dan over jonge gasten die door de werkdruk besluiten van een flat te springen. Hoe kan ik dat voorkomen?” Cultuurfilosoof Maarten Coolen stelt de student allesbehalve gerust: “Als je het zo stelt, heel weinig.” Ook Fabian Dekker heeft geen lijstje met survivaltips paraat en legt uit dat het vooral aan eigen keuzes ligt: “Burn-outs komen vooral voor bij overbetrokken en ambitieuze mensen.”

Het verschil tussen de burn-outgeneratie en de oude garde wordt hier duidelijk. Een oudere man stelt de student een alternatief voor: “Waarom zou je dit jezelf aan willen doen? Je kunt toch ook een schaapherder worden? Dat is ook een fijn leven.” Een vrouwelijke 35-plusser drukt de jongeren op het hart niet bang te zijn om een half jaar huilend op de bank te liggen: “Als je eenmaal een burn-out hebt gehad, dan keert-ie nooit meer terug.”