Samen met 250 vluchtelingen verbleef hij in de sportzalen van Erasmus Sport, in die zes septemberdagen van 2015. Zes dagen maar, en toch hebben die blijvende herinneringen vastgelegd in het brein van Wael. Een jaar later is de 28-jarige Syriër even terug.

Hij is hier om oude vrienden weer te zien. Dat zijn Zouhair en Youssef. Twee studenten die tijdens die zes herfstdagen vooral bezig waren met het organiseren van voetbalwedstrijdjes voor de vluchtelingen bij Erasmus Sport. Een jaar later is er nog altijd contact met Wael. Vooral via Facebook, Whatsapp en telefoon, niet zo vaak face to face. Nu wel, begeleid met een knuffel. “Maar voetballen kon hij niet”, lacht Youssef.

De donderdagnacht waarop Wael Erasmus Sport binnenliep, 17 september 2015, was zijn eerste echte kennismaking met de Nederlandse samenleving. “Ik was maar één dag in Ter Apel en daarna gingen we met de bus naar Rotterdam.” Door de staatsmedia van Syrië, gecontroleerd door Assad, had Wael een redelijk vertekend beeld gekregen van Nederland. “Ik dacht dat als je hier op de straat zou liggen, dat mensen je gewoon zouden laten liggen. Maar ik werd juist heel hartelijk welkom geheten bij Erasmus Sport. Het was echt perfect.”

Klik

Ook in vergelijking met de zes andere opvanglocaties waar Wael zat, tussen Erasmus Sport en zijn huidige woonplaats Rheden, was Rotterdam het prettigst, meent hij oprecht. “Daar zaten mensen van mijn leeftijd, daar had ik meteen een klik mee”, doelt hij onder andere op Zouhair en Youssef. “Bij aankomst in Kollum [Friesland, ES] bijvoorbeeld werd eerst geprotesteerd. Hier hoorde ik nooit iets negatiefs.”

Hij heeft een baan gevonden bij een bedrijf in Duiven, maar zijn contract verloopt binnenkort. Daarna wil hij eerst zijn Nederlands gaan verbeteren aan de hogeschool in Arnhem, en verder met een studie Bedrijfskunde, die hij in Aleppo niet kon afmaken door de oorlog.

Oma in Aleppo

Over Aleppo wil Wael niet te veel praten. “Nadat ik Syrië ben ontvlucht, ben ik gestopt met het volgen van het nieuws over de oorlog.” Het is te heftig voor Wael om te zien. Zijn oma, 95 jaar oud, is als enige nabije familielid nog in de verwoeste Noord-Syrische stad. Ze woont in het midden van Aleppo, precies tussen de strijdende partijen in het oosten en het westen in. “Ze wil daar absoluut niet weg. Enkele familieleden verzorgen haar. Maar het is een moeilijk onderwerp.”

Een ander moeilijk onderwerp voor Wael is de situatie van zijn vrouw. Die zit nog in Libanon en kan voorlopig niet naar Nederland komen. Ze moet een visum aanvragen bij de Nederlandse ambassade in de Libanese hoofdstad Beiroet, maar de wachttijden zijn lang. De dag waarop hij zijn vrouw voor het laatst zag dreunt Wael op zonder nadenken. “5 september 2015”. Twee weken voor hij aankwam, die donderdagnacht bij Erasmus Sport.