Zoals degenen die mij goed kennen maar al te goed weten, kan ik enigszins bipolair gedrag vertonen. Van een vrijheid-blijheid, zorgen maken het toch niet beter, dus laten we nog een biertje openen attitude, verander ik gemakkelijk naar een moralistisch en zwaardenkend kreng, waar niemand een biertje mee wil drinken. Aangezien ik het fijner vind om mijn biertjes in het gezelschap van vrienden en familie te consumeren, heb ik mijn dogmatische uitspatting deze keer bewaard voor hier.

‘Wat is kunst?’ ‘Wat is cultureel erfgoed?’ ‘Wat is cultuur?’ Na mijn volledige studietijd te hebben gewijd aan deze vragen, kan ik in alle eerlijkheid bekennen dat een eenduidig antwoord op deze vragen voor mij niet bestaat. Nu tegen het einde, van wat velen de ‘mooiste tijd van je leven’ noemen, wil ik toch nog even een publieke bijdrage leveren aan een oneindige discussie. Uiteraard is dat pure ijdelheid, maar die wordt me ongetwijfeld afgeleerd zodra straks ‘het echte leven begint’. Voor nu profiteer ik daarom nog even van de voorbijgaande waan dat mijn ideeën er toe doen.

Het is welbekend dat er flink wat euro’s geïnvesteerd worden in het restaureren, onderhouden en promoten van monumenten over de hele wereld. Cultureel erfgoed, zo zegt UNESCO, is belangrijk omdat het voor culturele diversiteit staat en culturele diversiteit, zo is ooit besloten, is belangrijk. Hoewel ik zeker niet wil beweren dat de culturele geschiedenis geen aandacht waardig is, vind ik het enigszins opmerkelijk om de bescherming van cultureel erfgoed te beargumenteren met de uitspraak dat culturele diversiteit belangrijk is.

Culturele diversiteit is niet belangrijk. Cultuur zou uitgelegd kunnen worden als alles wat door mensen wordt gecreëerd. Het kan een sieraad, een lied, een huis, een gedachte, een gewoonte zijn. Het feit dat mijn lunch een kleffe boterham is die ik binnen vijf minuten naar binnen werk, terwijl in Italië lunch een flink bord pasta met een goed glas wijn betekent, gevolgd door een espresso want ach, tijd zat, is een vorm van culturele diversiteit. Of die diversiteit belangrijk is lijkt mij een redelijk onzinnige vraag, die diversiteit is er gewoon.

Echter in een globaliserende wereld, waar culturele producten steeds minder gebonden zijn aan een bepaalde locatie, lijkt zowel de angst voor, als de hoop op een dominante homogene cultuur te ontstaan. ‘Hoop’ vanuit hen die niet in staat zijn zich te bewegen in een omgeving met mensen die andere ideeën en gewoontes praktiseren. ‘Angst’ vanuit hen die bang zijn niet meer hun ideeën en gewoontes te kunnen praktiseren. Ironisch genoeg lijken de hoopvolle mensen vaak ook de bange mensen te zijn. Zoals we nu overduidelijk om ons heen zien gebeuren en zoals de geschiedenis ons maar vaak genoeg heeft geprobeerd te leren, levert deze angst en quasi-moralistische hoop alleen maar onnodig veel gezeik op.

Misschien, heel misschien is het een idee om te stoppen met discussies over het belang van culturele diversiteit. Misschien is het veilig om te zeggen dat culturele diversiteit er gewoon is en er altijd zal zijn. We kunnen ervoor en ertegen vechten, maar dat is een beetje zoals mijn tandarts over tanden bleken terwijl je rookt zei: dweilen met de kraan open.

Als dochter van twee alternatieve ‘new-wavers’ groeide Dulcia Klerk met haar jongere broertje op tussen de veilige weilanden van de Nederlandse polder. Inmiddels is ze 23 en heeft ze haar kaplaarzen verwisseld voor dr. Martens, om daarmee het Rotterdamse studentenleven te trotseren. Ze is net klaar met een bachelor Algemene Cultuurwetenschappen en stort zich nu met veel enthousiasme op de master History of Society. Wat ze hierna wil gaan doen? Ze heeft geen idee.