Maar liefst tachtig procent van fietsers onder de 30 jaar die na het stappen naar huis gaan, heeft te veel alcohol in het bloed. Dat blijkt uit een rapport van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), getiteld Alcoholgebruik van jongeren in het verkeer op stapavonden.

Contrast met automobilisten

Deze bevindingen staan in schril contrast met de afname van het alcoholgebruik door jeugdige automobilisten. Slechts 3 procent hiervan blijkt in 2013 na middernacht met te veel alcohol in het bloed achter het stuur te kruipen.

Het wettelijk toegestane bloedalcoholgehalte (BAG) is maximaal 0,5 g/L. Dit gehalte kan al bereikt worden met het drinken van twee biertjes zonder tussenpauze. Volgens het rapport wordt bij de jeugdige fietsers na drie uur ‘s nachts gemiddeld het dubbele gemeten. Daardoor zou de kans op een ongeval met letsel zo’n vijf keer hoger zijn dan bij een nuchtere fietser.

Voorlichting geen oplossing

Dit contrast tussen het aantal overtredingen bij automobilisten aan de ene kant en fietsers aan de andere kant is opmerkelijk, maar ook logisch. Veel jongeren kiezen er namelijk bewust voor om de fiets te nemen in plaats van de auto, als ze wat gaan drinken. Alcoholgebruik onder fietsers is maatschappelijk meer geaccepteerd. Beschonken fietsers zijn eerder een gevaar voor zichzelf dan voor de ander.

Deze redenering mag dan logisch lijken, officieel is het toegestane alcoholgehalte voor automobilisten even hoog als voor fietsers. Dit gegeven is echter bij relatief weinigen bekend. Zestig procent van de fietsers kent de wettelijke limiet niet, blijkt uit het onderzoek. Een betere voorlichting over alcohol in het verkeer lijkt overigens geen oplossing voor het probleem van het hoge aantal dronken fietsers te zijn. Fietsers die zich wél bewust zijn van de hoogte van de wettelijke limiet drinken namelijk niet minder alcohol.