Voor wie nog nooit in een Aziatische stad is geweest, is Bangkok enorm overweldigend: de mensenmassa’s, het verkeer, en de hitte in combinatie met de geuren van het riool, wierook en een sterke Thaise curry. Oude mannen met jonge meisjes, bedelende kinderen, marktkooplui en travestieten die overdag ook in hun feestjurkjes rondlopen. Het was augustus en ik had net mijn laatste casting achter de rug.

Op het zebrapad werd ik bijna omvergereden door een tuktuk en een agent blies druk op zijn fluitje, om maar aan te geven dat hij daar ook niet voor niets stond. Terwijl ik liep, ademde ik de uitlaatgassen in en veegde ik het zweet van mijn gezicht. Vanaf een billboard prees een acteur met luide kreten een worstje aan en in alle hectiek liep ik richting de metro.

Normaliter ging ik naar het dichtstbijzijnde metrostation, om zo snel mogelijk thuis te zijn en mijn hakken uit te doen, de make-up van mijn gezicht te vegen en bij te komen van de bloedhitte, maar vandaag koos ik zonder reden een andere route. Misschien ging het ook wel gewoon op de automatische piloot, zoals dat wel vaker gaat na een lange werkdag. Ik had al meer dan anderhalf jaar modellenwerk gedaan in Bangkok en was ondertussen aan het drukke leven gewend geraakt.

Ik woonde met meerdere modellen in een gebouw en daarnaast was er een modellencommunity, waar iedereen elkaar kende en elkaar ook iedere dag zag. Overdag waren we bezig met testshoots, castings, scripts lezen, sporten en in de file staan en ’s avonds waren er dan de dinertjes met cliënten en de dagelijkse modellenfeesten. De castingkamers zaten propvol en er waren veel irritaties, vaak over de meest onnozele dingen, zoals iemand die had voorgedrongen of make-up die niet goed zat. Waar mensen zich wel niet druk over konden maken.

Voor mij liep een vrouw met een telefoon in haar hand, druk schreeuwend en boos om het feit dat haar chauffeur vast was komen te staan in de file. Naast mij zwaaide een verkeersregelaar naar mij en zei in gebroken Engels dat ik moest wachten, omdat er eerst een auto langs wilde. Aan de andere kant verloor iemand zijn schoen tijdens het rennen. En toen was er ineens een knal.

Een uur later was ik thuis. Mijn telefoon bleef overgaan en in paniek rende ik naar de lift. Er stond niemand meer bij de balie en ook de beveiliger was weg. Er was een bom ontploft, op de route die ik normaal anders nooit nam. Ik belde mijn collega’s om te vragen hoe het met ze ging. Eén collega nam niet op, hij had dezelfde route gekozen als ik. Toen ik uiteindelijk naar buiten liep zat iedereen er, ook hij.

Stuk voor stuk in shock, bang en tegelijkertijd opgelucht dat we allemaal nog leefden. Buiten was er geen auto of marktkoopman meer te bekennen. Ik wrong me naast iemand op een stoel, in een kringetje zaten we tegen elkaar aan. En voor heel even was het stil.

Moo Miero doet modellenwerk in Azië, studeert rechten en verbaast zich per dag wel een keer of tien over alles wat normaal is. Ze houdt van de zee maar niet zo van komodovaranen. Nadat ze in een hutje op Bali heeft geleefd en een luxe appartement in Bangkok had, woont ze nu thuis bij haar moeder in Kralingen.