Toen we om twaalf uur ’s nachts knallend het jaar ingingen, kon ik het ook niet laten om een aantal goede voornemens te maken die ik komend jaar wilde laten slagen. Ik zou langer gaan slapen, minder stress ervaren, minder tijd besteden al typend op mijn telefoon en last but not least zou ik mijn master afronden dit jaar.

Tot grote frustratie van mezelf blijkt het allesbehalve makkelijk om de goede voornemens vol te houden. Een korte evaluatie: ik besteed nog steeds evenveel tijd aan mijn mobiele activiteiten, mijn stresslevels blijven redelijk stabiel op het niveau van 2015 hangen en die extra slaapuren lijken opeens niet meer zoveel prioriteit te hebben. Slapen komt wel weer als mijn scriptie is ingeleverd, toch..

Het stelt me gelukkig wel gerust dat ik niet de enige ben die met deze materie moet dealen, bijna twee derde van de Nederlanders heeft goede voornemens, maar slechts een derde houdt deze daadwerkelijk vol.

Maar wat is nou echt de reden dat het mij (en miljoenen Nederlanders) niet lukt om die goede voornemens vol te houden? Het zal zonder meer een combinatie van factoren zijn, maar ik denk dat het vooral te maken heeft met het verschil tussen denken en doen. Met ons analytisch denkgedrag bedenken we aan de ene kant onze goede voornemens: meer sporten dit jaar, gezonder eten en minder alcohol drinken. Aan de andere kant blijkt vooral onze intuïtie ons werkelijke gedrag te sturen.

Helaas is dat werkelijke gedrag juist vaak zo ingesleten in de dagelijkse routine dat het wilskracht vereist om die routines daadwerkelijk te veranderen. In het afgelopen jaar was het gebruiken van mijn telefoon bijvoorbeeld het eerste en laatste wat ik deed op een dag. Hoe graag ik dit ook wilde veranderen in 2016; ik doe het nog steeds. Tijdens deze koude wintermaand probeer ik dan ook vooral mijn voornemens te relativeren, want scriptiestress hoort er ook nu eenmaal bij dit jaar en a little party killed nobody.

Ik heb wel alvast een goed voornemen voor 2017: ik blijf realistisch over goede voornemens en neem ze desnoods met een flinke korrel zout, want ik bedoel, wie kan er tegenwoordig nou nog zonder smartphone leven? Ik blijkbaar niet.