Enkele jaren geleden besloot ik na aanhoudende ergernis over de verrechtsing van de binnenlandse media, mijn nieuwsconsumptie aan banden te leggen. Sindsdien volg ik een strak mediadieet van voornamelijk Engelstalige nieuwsbronnen, aangevuld met wat Nederlandse opinie. Vrijwel al deze bronnen hebben een duidelijke linkse signatuur.
Het gevaar hiervan is natuurlijk dat ik daardoor voortdurend bevestigd word in mijn opvattingen. In de politicologie en mediawetenschappen wordt de constante weerkaatsing van gelijksoortige meningen zonder tegenspraak het echokamereffect genoemd. Het lijkt erop dat het echokamereffect vooral in de VS de politiek en media sterk heeft gepolariseerd: gevoed door louter instemmende commentaren en bevestigende nieuwsberichten, nestelt zowel links als rechts zich steeds meer in de eigen ideologische loopgraaf.
Filter bubble
Daarenboven is er nog het fenomeen van de filter bubble. In zijn gelijknamige boek laat Eli Pariser zien hoe social media, zoekmachines en nieuwswebsites door het monitoren van individueel internetgebruik in staat zijn om iedereen van zijn eigen, op maat gesneden stroom van nieuws en informatie te voorzien. Informatie die niet relevant wordt geacht door de algoritmes die op het wereldwijde web de dienst uitmaken, komt zo minder snel bij de eindgebruiker terecht. De kans dat u en ik bij dezelfde Google-zoekterm een verschillende lijst met resultaten gepresenteerd krijgen, is aanzienlijk. De newsfeed van Facebook werkt volgens een vergelijkbaar principe.
Als mensen zich in toenemende mate kunnen wentelen in hun eigen gelijk en minder met tegenspraak te maken hebben, is het belangrijk dat universiteiten worden gekoesterd als plaatsen waar verschillende disciplines en opvattingen nog met elkaar in aanraking kunnen komen.
Publish-or-perish-cultuur
Ik vraag me echter af of recente ontwikkelingen in de wetenschap nu niet juist het tegenovergestelde bereiken. De huidige publish-or-perish-cultuur werkt vooral verregaande specialisatie in de hand: uit gezonde nieuwsgierigheid je wetenschappelijke horizon verleggen, of de tijd nemen voor het ontwikkelen van diepgravende inzichten zonder direct resultaat, brengt immers grote risico’s met zich mee, zeker als de tenure-klok onverbiddelijk doortikt.
Een sterkere neiging om gegronde kritiek in de wind te slaan, mag in het licht van deze ontwikkelingen misschien beter te begrijpen zijn; goed te praten valt het niet. Juist in de wetenschap is het van belang dat ideeën en disciplines met elkaar in aanraking komen en blijven: dat is waar de meest baanbrekende ontwikkelingen uit voortkomen.
Competente rebellen
Gelukkig lijkt het erop dat de EUR dit zelf ook inziet: onlangs nog trok de universiteit zo’n 8 miljoen uit voor interdisciplinaire onderzoeksprojecten. Een mooi gebaar, maar alleen vruchtbaar als universiteiten ook hun studenten bloot blijven stellen aan een veelheid aan inzichten, en ze zélf laten beslissen wat ze bruikbaar vinden of niet, ook als dat resulteert in studenten die niet meegaan in de retoriek van competitie en excellentie die de weg heeft geplaveid naar de publish-or-perish-cultuur.
Competente rebellen, om met de slogan van een andere Nederlandse universiteit te spreken. Hoe rebels de studenten van die universiteit precies mochten zijn, hebben we vorig jaar gemerkt.