Stijn Reijnders, hoogleraar Cultureel erfgoed, ontvangt de prestigieuze ERC consolidator grant voor zijn onderzoek naar filmtoerisme. Met de 1,9 miljoen euro kan hij de komende vijf jaar onderzoek doen naar filmtoerisme in Zuid-Korea, India, Jamaica, Nigeria en Engeland.
Toen Stijn Reijnders ooit voor een congres in Oxford was, werd daar een Inspector Morse-tour georganiseerd. Als fan van de serie ging hij mee op pad, en het vormde de aanleiding voor zijn onderzoek van de afgelopen jaren. “In bijna iedere Engelse stad speelt zich zo’n detectiveserie af. En overal wordt ook zo’n tour georganiseerd, de lokale toerismeindustrie benut de televisieseries. Het heeft in principe iets vreemds, want het gaat over misdaad, moord en doodslag.”
Ideaal perspectief

Dat mensen plekken bezoeken uit films en televisieseries, was voor Reijnders een nieuw fenomeen. Maar het is niet alleen persoonlijke interesse, ook wetenschappelijk is filmtoerisme interessant, zegt hij. “Binnen mediastudies is altijd veel aandacht geweest voor de betekenis en de representatie van de samenleving in de media. Maar we weten maar weinig over wat het met mensen doet en wat ze zelf doen met die media. Filmtoerisme is een ideaal perspectief om te onderzoeken hoe een bepaald wereldbeeld tot stand komt en wat er gebeurt wanneer die verbeeldingswereld wordt geconfronteerd met de eigen waarneming.”
Onderdeel zijn van het verhaal
Reijnders onderzoekt bijvoorbeeld de motieven die mensen hebben om plekken uit films te bezoeken. “Deel uitmaken van de verbeeldingswereld is een belangrijk motief. Of onderdeel zijn van een spel tussen verbeelding en werkelijkheid.” Vaak zijn het alledaagse locaties die mensen bezoeken. Het woonhuis van een personage bijvoorbeeld, of een steeg waar een detective een lijk aantreft. “Toeristen weten dat het fictie is, maar er is een soort suspension of disbelief. Doordat je door die steeg loopt, maak je onderdeel uit van het verhaal.”
Een ander motief is een soort waarheidsvinding. Dat vond Reijnders bijvoorbeeld in zijn onderzoek naar James Bond-fans. “Je hebt filmtoeristen die heel technisch cognitief bezig zijn. Zij maken stills of foto’s van beelden uit de film en bezoeken vervolgens de plek om te kijken of de film overeenkomt met de werkelijkheid.”
Als Frodo door Nieuw-Zeeland
Hoeveel filmtoerisme er is, is moeilijk te zeggen. Er zijn geen cijfers over het aantal filmtoersiten wereldwijd. Over specifieke films of plekken is vaak wel iets meer bekend. Een mooi voorbeeld daarvan is Nieuw-Zeeland na de Lord of the Rings-trilogie. “Na die serie is het aantal internationale toeristen dat Nieuw-Zeeland aandeed verdubbeld”, vertelt Reijnders. De aantrekkingskracht van zo’n film werkt op twee niveau’s: “Nieuw-Zeeland wordt door Lord of the Rings een populairdere vakantiebestemming, maar het trekt ook de hardcore fans aan. Die doen mee aan tours en bezoeken de set. Of ze gaan zelfs verkleed als Frodo wandelen door de heuvels.”
Geen westerse aangelegenheid
Dankzij de Europese beurs die Reijnders ontvangt kan hij z’n onderzoek de komende vijf jaar uitbreiden met een postdoc en vier promovendi, en filmtoerisme in Zuid-Korea, India, Nigeria, Jamaica en Engeland vergelijken. “Filmtoerisme is de plek waar de filmindustrie en de toerisme-industrie elkaar ontmoeten”, zegt Reijnders, en daarom interessant voor een internationale vergelijking: “Van beide industrieën denken we vaak dat het westerse aangelegenheden zijn, maar dat is allang niet meer zo. Je ziet zowel in de filmindustrie als in de toerisme-industrie heel duidelijk de globalisering. In Bollywood worden bijvoorbeeld meer films geproduceerd dan in Hollywood en Chinezen geven meer geld uit aan internationaal toerisme dan ieder ander volk.”
Zoals de Amerikanen Jamaica graag zien
De casus van Engeland moet als benchmarkstudie dienen. “Visit Britain, de Engelse VVV, is heel actief in het aantrekken van film- en televisieproducties. Zo wordt Engeland mooi in beeld gebracht en ontwikkelen mensen een liefde voor het land.” Die hele industrie is in handen van de Britten, zodat alle inkomsten ook daar terechtkomen. In Jamaica ligt dat heel anders, vertelt Reijnders. “De films die daar worden opgenomen zijn bijna allemaal Hollywoodproducties, die Jamaica laten zien zoals de Amerikanen Jamaica graag zien. Denk bijvoorbeeld aan Blue Lagoon: witte stranden, blauwe zee, niet teveel mensen. Maar dat trekt vervolgens alleen Amerikaanse toeristen via Amerikaanse tour operators naar Amerikaanse hotels. Daar heeft filmtoerisme hele andere gevolgen voor de lokale economie.”
Het onderzoek moet uiteindelijk ook tot beleidsadviezen leiden. “In Nigeria is bijvoorbeeld nauwelijks toerisme”, legt Reijnders uit. “Door Boko Haram en ebola is het niet bepaald een toeristische hotspot. Terwijl Nollywood de een-na-grootste werkgever is in Nigeria. Er worden ontzettend veel films geproduceerd, die op dvd in heel Afrika terecht komen.” Met een internationale vergelijking denkt Reijnders tot beleidsadviezen te kunnen komen voor een land als Nigeria. “Hoe zou je de populariteit van de filmindustrie verder kunnen uitbreiden en de toerisme-industrie eraan kunnen koppelen?”
Reijnders is op 2 februari te gast bij de speciale IFFR-editie van Studio Erasmus in de Rotterdamse Schouwburg.