“Ik zat aan een tafel en mijn gum viel. Ik raakte volledig in paniek. Dat was voor mij het punt dat ik besefte dat het zo niet langer door kon gaan. Dat gebeurde in september. Afgelopen collegejaar had ik het ontzettend druk: ik zat in een bestuur, had mijn werk, mijn studie, mijn vrienden. Met moeite wist ik alle ballen in de lucht te houden.

 

Na de zomervakantie begon alles opnieuw, en toen realiseerde ik me pas hoe ongelukkig ik was. Altijd overal bij zijn, zelfs als ik ziek was. Want je mag niemand teleurstellen. Altijd overal aan deelnemen, want je moet je cv vullen. Altijd er perfect uitzien, want je weet maar nooit wie je tegenkomt op straat. Altijd je op je best gedragen, want wat zullen mensen anders wel niet van je denken. Het was zo vermoeiend. Ik hield het niet meer vol.

Dus besloot ik het roer om te gooien. Ik moest er voor de buitenwereld altijd perfect uitzien van mezelf. Waarom eigenlijk? Echt niemand interesseert het hoe ik eruitzie. En vergaat de wereld nou echt als ik eens een keer een afspraak afzeg? Nee. Dus dwing ik mezelf om eens een avond op de bank te hangen en te lezen. Dan probeer ik eens niet te denken aan deadlines en dingen die ik nog moet doen. Dat vind ik ontzettend moeilijk, maar ik zet door. Want in die korte tijd weet ik één ding zeker: ik word er alleen maar gelukkiger van.”