Delta en Erasmus Magazine sluiten de serie over de samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam af met een interview met de voorzitter van de stuurgroep, de Leidse rector Carel Stolker. “Het zwaartepunt in de samenwerking ligt tussen Delft en Leiden.”
Waar loopt het op dit moment het lekkerst?
“Ik denk in de persoonlijke verhoudingen tussen de bestuurders. We vertrouwen elkaar, en we hou-den ook echt een beetje van elkaar.”
Is het verwachtingspatroon van de samenwerking veranderd?
“Er was ooit sprake van een fusie. Daar hebben we het niet meer over. Het is een strategische alli-antie. Waarbij we kijken naar de inhoud: onderwijs en onderzoek. De nadruk ligt vooral op onder-zoek.”
Wat heeft de samenwerking opgeleverd?
“We hebben samengewerkt om de bouw van de protonenkliniek van de grond te krijgen. Die was veel te kostbaar geweest voor een enkele universiteit. De fysieke infrastructuur gaat een van de kritische succesfactoren worden voor universiteiten. Zeker in het bèta-medische domein. De Leidse decaan geneeskunde zegt wel eens dat als zijn medewerkers een doos binnenkrijgen met een nieuw apparaat, ze in gedachten alweer bezig zijn met de opvolger van dat apparaat. Dat kun je niet an-ders dan door samenwerking regelen.”

In Medical Delta werken de drie universiteiten al langer samen. Hebben zij nog profijt van de bredere samenwerking?
“In Leiden zijn er groepen binnen de sociale wetenschappen die zich bezighouden met gedrag en gezondheid, bijvoorbeeld op het gebied van preventie en eHealth. Omgekeerd lopen er in het LUMC ook natuurkundigen en biologen rond. Die bredere samenwerking in Leiden komt via het LUMC Medical Delta in.”
Vaak weten onderzoekers binnen een universiteit niet van elkaars bestaan. Is bij twee andere universiteiten kijken niet een stap te ver?
“Je ziet dat een samenwerking organiserend werkt op lokale faculteiten. Maar niets is zo moeilijk als een cultuur veranderen. Je kunt ze niet dwingen, je moet ze overtuigen. Wetenschappers wor-den gedreven en verleid door wetenschappelijke vragen en wetenschappelijke successen, dat werkt.”
Op dit moment zijn de economen en bedrijfskundigen uit Rotterdam weinig betrokken bij LDE. Doet Rotterdam eigenlijk wel mee?
“Rotterdam doet in Medical Delta sterk mee. Maar het zwaartepunt in de samenwerking buiten Medical Delta ligt tussen Leiden en Delft. Dat heeft te maken met de langere geschiedenis tussen Delft en Leiden en met de sterk lokale organisatie in Rotterdam. Maar we denken in Leiden altijd in termijnen van eeuwen, dus we moeten niet te gauw concluderen dat het niks wordt met Rotter-dam.”
Hoe zou u in één zin de noodzaak van LDE aan wetenschappers uitleggen?
“In de wetenschap gaat het over grote vraagstukken als energie en klimaat, veiligheid, de rule of law, een economisch-financieel stabiele wereld. Die vragen per definitie om antwoorden uit diverse wetenschappelijke disciplines. En als je dan ook nog eens zo dicht bij elkaar zit, is het niet uit te leg-gen dat je niet zou samenwerken.”
Is het beleid uit Den Haag een remmende factor?
“Op het gebied van onderzoek is het niet zo ingewikkeld, daar zijn niet zoveel regels voor. We lopen vooral in het onderwijs tegen een massa bureaucratie en wetgeving aan. Vestigingsplaatsbeginsel, CDHO (Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, red.), visitaties, accreditaties.”
Is dat de reden waarom de samenwerking in het onderwijs veel minder op gang komt?
“Dat denk ik. Binnen een universiteit is het al ingewikkeld om de minoren in te richten, laat staan tussen universiteiten. Verrekeningsproblemen, blackboardproblemen: in zekere zin is alles een pro-bleem in het onderwijs.”
Hoe gaat LDE daar in de toekomst mee om?
“Ik denk dat onderzoek het meest drijvend zal blijven in de samenwerking. Waar het onderwijs zelf vraagt om samenwerking, zoals bij de opleidingen die nu al zijn opgezet, zouden er meer kunnen volgen. Op dit moment zijn er nog geen concrete plannen. Delft kijkt met EPA (Engineering and Po-licy Analysis, red.) of inbreng van Leidse en Rotterdamse docenten mogelijk is. Leiden is bezig met een bachelor security en kijkt of dat met input van Delftse en Rotterdamse docenten kan.”
Onderzoekers doen deze samenwerkingen naast hun reguliere werk en de werkdruk was al hoog. Moet LDE mensen vrijmaken?
“Dat kan als dat nodig mocht zijn. In de centres hebben we seed money gestopt om mensen te laten exploreren. Als blijkt dat je beet hebt en zo’n onderwerp als frugal innovations of global heritage of security voegt echt iets toe aan ons totale palet, zou ik het fijn vinden als die wetenschappers hun focus gaan verleggen. De samenwerking moet het hart van onze universiteiten gaan raken en daar dingen veranderen. Als dat niet gebeurt in onderwijs of onderzoek, dan moeten we na een paar jaar besluiten met die centres op te houden.”
Er vindt nu een herijking plaats. Hoeveel van de acht centres zullen overblijven?
“Dat weten we nog niet. Voor sommige centres zijn inmiddels de eerste onderzoekvoorstellen in Brussel of bij NWO gehonoreerd.”
Kunnen er meer centres komen?
“Ja, die ruimte laten we. Bijvoorbeeld big data is een onderwerp dat bij alle drie de universiteiten speelt.”
Gaat de herijking positief uitvallen?
“We gaan zonder meer door met deze alliantie. We hebben zoveel kansen met zijn drieën, dit gaat absoluut door.”
Komt er dan extra geld bij?
“Ja, dat moeten we dan ook doen.”
Waar ligt u ’s nachts wel eens van wakker?
“Ik maak me zorgen dat het debat in Nederland alleen nog maar gaat over medezeggenschap van studenten. Het debat is enorm gepolariseerd door wat er in Amsterdam is gebeurd. Ik heb het gevoel dat de minister een wig aan het drijven is tussen de colleges van bestuur en de studenten en de medezeggenschap. Terwijl daar bij de meeste universiteiten uitstekende relaties zijn. Dat vraagt veel aandacht. Wij moeten ons realiseren dat universiteiten meer zijn dan alleen onderwijsinstellin-gen. Onderzoek is cruciaal voor universiteiten.”
Wat moet de minister volgens u doen?
“Vertrouwen. En ophouden met het instrument van de prestatieafspraken. De tijdelijke contracten komen voor een belangrijk deel daar vandaan. Als je weet dat je je prestatieafspraken niet haalt en dan vijftien miljoen kwijt bent, ga je echt tijdelijke mensen aannemen.”