De twee islamitische studentes die een onderdeel van de opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC uit geloofsoverwegingen niet willen uitvoeren, krijgen van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) gelijk. De faculteit Geneeskunde heeft hun bezwaar volgens de rechter op een verkeerde manier verworpen en moet het nu opnieuw beoordelen.
Het conflict gaat over Praktisch-Klinische Vaardigheden (PKV). Dat vak bevat een onderdeel waarbij studenten elkaar lichamelijk moeten onderzoeken. De twee studentes willen wel aan het onderdeel meewerken, maar willen niet worden onderzocht door een mannelijke medestudent. Ze willen ook niet dat hun lichaam wordt gezien door een mannelijke docent. De faculteit Geneeskunde vindt dat echter een essentieel onderdeel van het vak. De vraag van de studentes om vrijstelling werd door de decaan verworpen, waarna zij naar het CBHO stapten. Maar volgens de rechter had de decaan dat besluit niet mogen nemen.
Lees ook: 4 vragen over het conflict tussen de moslima’s en het Erasmus MC
De rechter heeft dus alleen geoordeeld over de gevolgde procedure, en niet over de inhoud van de zaak. “De door de decaan genomen beslissing van 16 september 2014 dient te worden vernietigd”, staat in de uitspraak. Volgens de rechter had niet de decaan, maar de examencommissie een besluit moeten nemen, omdat het aan die commissie is om te beslissen over vrijstellingen. Die mag dat nu alsnog gaan doen.
Wanneer de examencommissie zich over de heikele kwestie zal buigen, is nog niet duidelijk. Wel voegt de rechter de commissie toe bij haar overwegingen ‘uitdrukkelijk in te gaan op het (…) door appellanten gedane beroep op de door hen genoemde grondrechten’. De studentes zijn van mening dat zij op basis van de grondwettelijk vastgelegde lichamelijke onaantastbaarheid en vrijheid van godsdienst in aanmerking komen voor de vrijstelling van het vakonderdeel. Het oordeel hierover laat de rechter aan de examencommissie. ES