Collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr had gehoopt nooit meer te hoeven reorganiseren toen ze op de universiteit kwam werken. Helaas, zegt ze, moet dat nu toch, om te kunnen blijven investeren.

Waarom is deze reorganisatie nodig?

“Vooral omdat we willen – en niet alleen willen – maar ook moeten blijven investeren in beter onderzoek en onderwijs. In de begroting reserveren we al jaren een bedrag van 17 miljoen euro als zogeheten vrije ruimte van het College van Bestuur om te investeren. Dat is een minimaal bedrag en dat willen we zou houden.

“Tegelijk gaan er steeds meer jongeren naar hbo- en wo-opleidingen, terwijl het budget vanuit de overheid gelijk blijft, en krijgen we dus minder geld per student. Daar komt bij dat dat loon- en prijsstijgingen niet worden gecompenseerd, en moeten worden opgevangen in het bestaande budget.

“Tevens speelt op deze universiteit dat wij verwachten juist relatief minder studenten te trekken de komende jaren, omdat we in een regio zitten met een lager opgeleide bevolking dan bijvoorbeeld in Amsterdam. En in de praktijk blijkt dat we het voor wat betreft Nederlandse studenten vooral van de eigen regio moeten hebben. Daarnaast gaan we voor kwalitatieve groei: niet het aantrekken van zo veel mogelijk studenten, maar van de juiste studenten. Dat leidt wel tot verlies van marktaandeel, en daarmee verlies van inkomsten.

“Kortom: Als we die 17 miljoen aan vrije ruimte beschikbaar willen houden om te investeren, dan moeten we elders bezuinigen.”

Waar investeert het College van Bestuur in?

“Afgelopen jaren hebben we dat besteed aan excellent onderzoek dat bijvoorbeeld net geen geld via  NWO of andere subsidieverstrekkers had gekregen. Maar denk ook aan het opzetten van nieuwe bachelorprogramma’s zoals het University College, de samenwerking met Leiden en Delft, N=N en het aantrekkelijker maken van de campus. . Als je niet zelf investeert, ben je afhankelijk van derden en wordt het heel kaal.

“De komende jaren investeren we 17 miljoen euro in zes strategische programma’s, onder meer rond studiesucces, digital learning en het vergroten van de onderzoeksimpact.”

Had de universiteit de investeringen niet een paar jaar iets kunnen verminderen?

“Nee. Tegelijk hebben we wel de tijd om de reorganisatie heel zorgvuldig en gespreid uit te voeren. We hebben voldoende reserve voor bijvoorbeeld afvloeiingsregelingen. We hoeven niet van de ene op de andere dag 110 fte’s te laten gaan om te kunnen blijven investeren. Tot 2018 hebben we de tijd om mensen naar buiten te begeleiden. Dus als je over drie jaar met pensioen gaat, hoef je niet bang te zijn dat je nu ineens voortijdig moet vertrekken. We proberen het zo pijnloos en zorgvuldig mogelijk te laten zijn.”

Op welke manier gaat bepaald worden wie moet vertrekken?

“Het belangrijkste is via natuurlijk verloop. Verder gaan we in eerste instantie mobiliteit stimuleren binnen de universiteit en kijken we of mensen die boventallig zijn, kunnen aanhaken bij nieuwe projecten. Gedwongen ontslagen willen we zoveel mogelijk voorkomen.”

Had het CvB dit niet eerder kunnen zien aankomen?

“We wisten dat we het over een paar jaar lastig gingen krijgen; dat het teruglopen van de studentenaantallen op ons afkwam. Daarom hebben we alle scenario’s op een rij gezet. En er is al eerder – meer ongemerkt – bezuinigd. Heel geruisloos is er binnen deze instelling een efficiencyslag gemaakt die de lucht die in begrotingen zat, eruit heeft gehaald. Al onder BV2013 is er gekeken welke functies wel of niet meer moesten worden vervuld. Ook faculteiten zijn strakker gaan managen.”

U hebt in het verleden bij werkgevers in het bedrijfsleven vaker gereorganiseerd. Wat neemt u daar van mee?

“Niemand vindt het leuk om te reorganiseren. Toen ik hier kwam werken, dacht ik ‘leuk, hier kan ik gaan investeren in plaats van reorganiseren’. Helaas moet ik ook hier gaan reorganiseren. Wat mij altijd voor ogen staat is zorgvuldigheid. We gaan niet met mensen sollen; niet willekeurig mensen die de ene dag een baan hebben die de volgende dag zomaar ontnemen. Als bestuur zullen we onze besluiten onderbouwen, en transparant zijn in onze keuzes. Zo heb ik dat altijd gedaan, en zo ga ik dat nu ook doen.”

Maar bij zorgvuldigheid hoort ook traagheid, terwijl mensen bij een reorganisatie graag snel willen weten waar ze aantoe zijn.

“Het gaat zo snel als het kan, en zo zorgvuldig als het moet. We gaan mensen van werk naar werk begeleiden binnen of zo nodig buiten de universiteit. Daarbij investeren we in her- en bijscholing waar nodig.”

Wat vraagt u van de medewerkers?

“Dat ze actief verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen toekomst. En dat ze een eventueel ontslag niet persoonlijk opvatten, want zo zal het bij niemand bedoeld zijn. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

De teller staat nu op 110 fte’s die gaan verdwijnen en in totaal 13 miljoen euro aan bezuinigingsmaatregelen. Wat is de kans dat het nog erger wordt?

“We hebben onze financiële planning redelijk op orde; tegelijk blijven het scenario’s waarmee we  werken. Als bijvoorbeeld het kabinet valt, en een volgende regering besluit al haar onderwijsgeld te investeren in basisonderwijs en uitvalvermindering in het mbo, dan treedt het onweerscenario in werking. Dan moet je echt aan krimp denken, bijvoorbeeld van het aantal opleidingen.

Tot die tijd werken we met het gekozen scenario en worden we, denk ik, scherp gehouden door onder meer de Universiteitsraad, waarin een hoop expertise zit.” WG