Samen met de universiteiten van Delft en Leiden wil de Erasmus Universiteit vanaf september 2014 de bachelor Klinische Technologie aanbieden. De studie moet alleen nog geaccrediteerd worden; daarna is het officieel.
De nieuwe opleiding levert afgestudeerde artsen en technici die de techniek effectiever kunnen inpassen in de zorg en de patiëntveiligheid kunnen vergroten. Het is de bedoeling dat studenten na de bachelor een medische, of een technische master doen. Op deze manier leiden de drie universiteiten zowel technische artsen, als medisch geschoolde technici op. In Nederland is er één vergelijkbare studie in Twente, maar die heeft niet dit dubbele uitstroomprofiel.
Bedien de robotchirurg
Afgestudeerden kunnen terechtkomen in ziekenhuizen waar ze als zelfstandig behandelaar naast de arts kunnen werken, bijvoorbeeld in de robotchirurgie, radiologie, of nucleaire geneeskunde. Andere opties zijn de kwaliteit van medische apparatuur in de gaten houden in ziekenhuizen, werken als intermediair tussen de arts en de medische industrie, of promoveren.
Eerste gezamenlijke bachelor
De bachelor is de eerste volledige opleiding van de Medical Delta, het samenwerkingsverband tussen de drie universiteiten, inclusief de medische centra van Rotterdam en Leiden, dat al sinds 2006 bestaat. Een half jaar durende medische minor bestaat al zo’n vier jaar voor de studenten van de TU Delft. En die trekt jaarlijks veertig studenten, weet Eric Sijbrands van het Erasmus MC. Hij is de initiator van de nieuwe bachelor vanuit de Rotterdamse geneeskundefaculteit.
Genoeg animo
De vorige Universiteitsraad had in mei al ingestemd, op voorwaarde dat de bachelor beantwoordt aan een maatschappelijke behoefte en dat er genoeg animo voor is. Beide punten zijn onderzocht, met positief resultaat. Zo’n tweehonderd scholieren hebben aangegeven belangstelling te hebben voor de bachelor. Dat geeft de drie universiteiten genoeg vertrouwen om het traject voort te zetten. De accreditatie volgt begin volgend jaar, maar Sijbrands is niet bang dat het nog mis kan gaan. De universiteiten mikken op een instroom van honderd eerstejaars. LJ