Nederland stijgt dit jaar van de vijftiende naar de elfde plaats in de Global Gender Gap Index.

Het World Economic Forum publiceert jaarlijks de index over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen voor meer dan 90 procent van de wereldbevolking. Het instituut INSCOPE: Research for Innovation van de bedrijfskundefaculteit onder aanvoering van professor Henk Volberda verzamelde de gegevens voor Nederland.

Er zijn 135 landen vergeleken op vier aspecten van ongelijkheid: economische participatie, toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en politieke macht.

Conclusies voor Nederland uit de index:

•   De economische participatie van vrouwen is verbeterd door een kleiner verschil in inkomen. Volberda: “Maar ten opzichte van Scandinavische landen laten we hier nog altijd veel steken vallen.”

•    Er is vrijwel geen ongelijkheid in het onderwijs; vrouwen doen het hier zelfs beter dan mannen.

•    Op het gebied van gezondheidszorg scoren we gelijk; andere landen gaan echter vooruit.

•    Ook de politieke betrokkenheid van vrouwen ten opzichte van mannen is verbeterd.

Om het concurrentievermogen en ontwikkelingspotentieel te maximaliseren, zou elk land naar seksegelijkheid moeten streven, vindt Volberda: “Juist in tijden van de aanhoudende eurocrisis is het belangrijk dat een land de economische participatie van vrouwen verbetert aangezien dit kans biedt op vooruitgang.”

Wereldwijd hebben vrouwen minder dan 20 procent van alle nationale besluitvormende functies in handen. Er is geen land in de wereld waar de ongelijkheid compleet is opgeheven. Jemen staat op de laatste plaats. TL

Zie de ranglijst WEF Global Gender Gap Index 2012