Ode aan Hoofddoek
De docent poneert een stelling: ‘Rechter en hoofddoek zijn onverenigbaar’. Achter in de zaal is er al snel iemand die dit onderschrijft. ‘Ja, we hebben hier in Nederland immers scheiding van kerk en staat’. Na deze platitude komt het spreekwoordelijke gezegde ‘Als er één schaap over de dam is, volgen er meer’ tot leven. Een aantal studenten voert een reeks drogredenen aan: neutraliteit, vermeende vooringenomenheid, secularisme. Toch zijn er andere studenten die de stelling ontkrachten, maar de meerderheid houdt wijselijk zijn mond, omdat ze het een non-issue vinden en de hoofddoek gewoon bij de maatschappij vinden passen.
Zelf ben ik vooral benieuwd naar het standpunt van de docent in deze. ‘Mevrouw, we zouden dit toch ook kunnen doortrekken naar bijvoorbeeld huidskleur of geslacht.’ Ze ‘grimlacht’ en zegt: ‘De hoofddoek is een keuze, geslacht en huidkleur niet.’ ‘Het niet dragen van een hoofddoek is evengoed een keuze’, antwoord ik. ‘Bovendien had men, helemaal nog niet zo lang geleden, dezelfde opvattingen over toelatingseisen voor vrouwen.’ Ze kijkt mij ongemakkelijk aan.
‘Mevrouw, wat doen we met de nu opkomende internationale gerechtshoven? Mogen die ook alleen maar bestaan uit ongesluierde ‘westerse’ mensen? Of is er ook plaats voor het kruisje, de tulband, de fez, het keppeltje en de hoofddoek? En wat is er neutraal aan het weren van bepaalde bevolkingsgroepen of uitingen? Volgens mij ben je dan juist hartstikke vooringenomen bezig.’ Ik vervolg mijn betoog. ‘Het moet er niet toedoen hoe je eruitziet. Vertrouwen in de rechter moet er zijn vanwege zijn inhoudelijke bekwaamheid.’
‘Mevrouw, de laatste jaren constateer ik bij sommige hoogleraren een decorumverlies; ze belijden niet wat ze propageren. Blijkbaar voelen ze zich niet alleen meester ‘in’ de rechten maar wanen zich ook meester ‘over’ de rechten. In de hoop een tipje van de strak gebonden (hoofd)doek om jullie geweten op te lichten: verandering is de enige constante.’
Elfahmi el Bouazati is rechtenstudent